6 daarnaast dan ook nog eens moet zeggen: Als u nu een plaatselijke vereniging was geweest dan zouden wij....Ik vind dat je dan wel verschrikkelijk ver gaat en een stuk werkverschaf fing ten tonele voert dat tot niets leidt. Of dit in een enkele zin is te verwoorden weet ik niet, maar mocht dat zo zijn dan is daar niets op tegen. Waar het in feite om gaat - maar dat kunt u allemaal uitgebreid lezen als het preadvies er is - is dat er reden is om het verzoek af te wijzen Wenst iemand in tweede termijn het woord? Ik constateer dat dat niet het geval is. De brief wordt in handen gesteld van b. en w. om preadvies. Sub E en F. Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Sub G. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 1 oktober 1987 van de Stichting Culture in Another South Africa (CASA), waarin gemeenten verzocht wordt een bijdrage te verstrekken van ten minste f. 5.000,in de kosten van een conferentie in Amsterdam. Mefrou Westra: Wy fine it spitich dat b. en w. blykber gjin mooglikheden sjogge om it fer- syk fan de Stichting CASA om finansjele stipe te honorearjen. Ut it belied fan de gemeente fait op tal fan punten op te meitsjen dat foar it gemeentebestjoer de lokale polityk fierder rikt as de gemeentlike grinzen. Tink bygelyks oan it belied oangeande üntwikkelingsgearwurking. Krekt om 't wy üs betrutsen fiele by de striid tsjin de apartheid yn Süd-Afrika is Ljouwert troch de stichting oanskreaun.lt kolleezje jout twa arguminten om it fersyk óf te wizen. Yn it foarste plak wurdt it argumint brükt dat it giet om in lanlike oangelegenheid en yn it twad- de plak wurdt ferwiisd nei de finansjele sitewaasje fan de gemeente. Wy hawwe de yndruk dat de organisaasje wol fersjoen hat dat dat earste punt foar ge meenten spylje soe en dat hja dêrom socht hat nei mooglikheden om de gemeentlike stipe fierder foarm te jaan, dus it net allinne by in finansjele stipe te litten mar de gemeenten dêr- nei ek te beheljen yn de konferinsje. Dat kin dan troch gemeenten ut te noegjen foar de kon- ferinsje, mar ek troch de gemeenten de mooglikheid te bieden ta kontakt mei de Südafrikaanske keunstners dy 't dêr dan binne. Mei wat kreativiteit soe men liket üs dizze suggestje wol wat fierder ütbouwe kinne, sadat de Ljouwerter befolking wier wol fan it doel en de ütkomsten fan dizze ynternasjonale moeting fernimme kin. Neist dit argumint neamt it kolleezje ek noch in oar argumint, nammentlik de finansjele po- sysje fan de gemeente. Wy fine dat wol in hiel algemien argumint. As men dat argumint al brüke wol, dan sil men neffens üs ek oanjaan moatte hokker mooglikheden der eventueel west hienen en dat dy mooglikheden net opgean. As wy goed ynformearre binne dan sit der yn it "Fonds Overige bijzondere activiteiten" noch wol jild. It liket üs dat dizze aktiviteit ünder de neamer fan dat füns falie kinne soe. Koart sein, wy binne fan betinken dat it fersyk fan de Stichting CASA mei wat kreaktiviteit wol takend wurde kinnen hie. De heer Heere (weth.): Ik ben het eens met de eerste zin van mevrouw Westra dat het jammer is dat dit niet kan. Het college is van mening dat het verlenen van een financiële bij drage echt niet kan. De Algemene Subsidieverordening (ASV) is wat dat betreft, zij het wel iswaar algemeen aangegeven, ook in dit specifieke geval duidelijk. Ook het andere argument, namelijk de financiële positie van de gemeente, is naar mijn ge voelen een valabel argument. Mevrouw Westra heeft het over het Fonds Overige bijzondere activiteiten. Dat zou een dekkingsmogelijkheid zijn in het geval beide argumenten, althans het argument van de ASV niet op zou gaan. Ook het verlenen van subsidie uit het Fonds Overige bijzondere activiteiten valt onder de bepalingen van de ASV. Wij zullen daar toch re kening mee moeten houden. Het is in dit opzicht natuurlijk voor de hand liggend dat, als je het hebt over "culture", je dan met creativiteit aankomt, maar het college heeft gemeend dat in dit verband niet te kunnen opbrengen. Mefrou Westra: Noch in koarte reaksje. Ik fyn it wat eigenaardich dat it kolleezje wol mei it finansjele argumint oankomt, mar dat de wethalder dêr no einliks net fierder op yngiet dan te sizzen dat de oanfraach op it earste argumint stykjen bliuwt en dat de fraach dus net mear oan 'e oarder is oft eventueel gebrük makke wurde kin fan it "Fonds Overige bijzondere acti viteiten". Dan doocht de argumintaasje fan it kolleezje seis blykber net hielendal, om de bal dan mar wer ris werom te spyljen. Fierders fine wy it spitich dat de kreativiteit der op dit punt by it kolleezje net west hat. Ik kin dat allinne mar herhelje. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. 7 Sub H. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub I. De Voorzitter: Aan de orde is thans Verzoek van 10 oktober 1987 van de heer F. Winter- werp, natuureducatief medewerker bij de Stichting Nutskinderboerderijom het beleid ten aanzien van het Natuureducatief Centrum te Leeuwarden te heroverwegen in het licht van de ontwikkelingen rond de Kinderboerderij. De heer Ybema: Eind april is de beslissing over het Natuureducatief Centrum uitdrukke lijk gekoppeld aan de toekomst van de Kinderboerderij. Het toen voorliggende voorstel hield in dat een eventuele privatisering per 1 januari 1988 zou worden gerealiseerd en dat dan ook per die datum de natuureducatieve functie naar elders zou overgaan. De situatie met betrek king tot de natuureducatie is in de Commissie voor het Onderwijs aan de orde geweest, waar bij onder andere akkoord is gegaan met het onderzoek naar de mogelijkheid van het onder brengen van de natuureducatieve functie bij het Fries Natuurmuseum per 1 september 1988. Tijdens een extra vergadering op 9 oktober van de Commissie voor Welzijnsaangelegen- heden is opnieuw gesproken over de situatie rond de privatisering van de Kinderboerderij. Een van de zaken die daar duidelijk is geworden - dat is ook met zoveel woorden door wet houder Heere uitgesproken - is dat een eventuele en wat D66 betreft onverhoopte privatise ring niet zal lukken per 1 januari 1988. Daarmee ontstaat volgens mijn fractie ook een wat andere situatie voor het Natuureducatief Centrum. Er is nu vanuit het onderwijsveld gerea geerd. Wij hebben onder andere een brief gekregen van de basisschool St. Thomas, waarin met name wordt gevraagd om in het hele schooljaar 1987-1988 te kunnen beschikken over de natuureducatieve functie. Wat betreft de datum van de wijzigingsstructuur van de Kinder boerderij en dus ook de wijzigingsstructuur van het Natuureducatief Centrum zijn wij in een nieuwe situatie terechtgekomen. Met name met het oog op die nieuwe situatie zou ik de wethouder willen vragen of zij mo gelijkheden ziet om de situatie voor het Natuureducatief Centrum na 1 januari 1988 te conti nueren en die voorlopig te laten zoals die nu is in afwachting van een definitieve regeling voor zowel Kinderboerderij als Natuureducatief Centrum. Mevrouw Vlietstra (weth.): De heer Ybema vraagt aan het eind van zijn reactie of ik wat betreft het Natuureducatief Centrum mogelijkheden zie om na 1 januari 1988 door te gaan. Op zich zijn die mogelijkheden er natuurlijk, maar de vraag is of je dat wilt. De discussie daarover moet naar de mening van het college plaatsvinden op het moment dat wij de herwaar deringsrapportage in de raad aan de orde hebben, namelijk in december. Vandaar dat het col lege voorstelt om het verzoek van de heer Winterwerp en de brief van de IVN genoemd onder punt J van de mededelingen te betrekken bij de discussies over de voortgangsrapportages onder andere over het Natuureducatief Centrum. Ik denk niet dat het nu het moment is om daar op in te gaan, maar dat wij dat in december moeten doen. De heer Ybema: Ik heb met name gedoeld op een aantal nieuwe ontwikkelingen met betrek king tot de situatie rond de Kinderboerderij, onder andere een nieuwe constructie voor de ingangsdatum van 1 januari 1988. Tijdens de besluitvorming eind april hebben wij de zaken uitdrukkelijk aan elkaar gekoppeld wat betreft de datum. Het lijkt mij dat wij nu ook met na me de natuureducatieve functie van het Natuureducatief Centrum op een iets andere manier moeten benaderen en moeten kijken of er in de tijd gezien niet wat meer mogelijkheden zijn voor het centrum. Ik zou wat dat betreft toch wat meer begrip willen vragen voor de situatie waarin wij nu terecht zijn gekomen en ook voor de mogelijkheden die dat biedt voor de na tuureducatieve functie. Mevrouw Vlietstra (weth.): Ik beschouw dit als een schot voor de boeg en wij komen daar in december wel op terug. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub J t.e.m. O. Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 5 (bijlage nr. 354). De Voorzitter: Aan de orde is thans Benoeming leden Commissie voor het Woningbedrijf. Wenst iemand van de raad het woord over dit voorstel? Als dat niet het geval is dan wil ik nu

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 4