9 tot stemming overgaan. Ik benoem tot leden van het stembureau de heren Heidstra en Stas- sen. (De heer Stassen: Mag ik voor de eer bedanken, mijnheer de voorzitter?) Het is een prerogatief van de voorzitter om leden van de raad als stemopnemer aan te wijzen. (De heer Stassen: Ik doe u de suggestie om in mijn plaats iemand anders aan te wijzen.) Ik wil daar helemaal geen discussie over voeren, want ik vind dat eerlijk gezegd niet de moeite waard. Dan benoem ik naast de heer Heidstra de heer Krol tot stemopnemer. Voordracht van de Huurdersraad van het Gemeentelijk Woningbedrijf: 1. mevrouw E. van den Broek; 2. de heer S. van Lingen. Benoemd worden de voorgedragenen met algemene stemmen. De heren Heidstra en Krol vormden met de voorzitter het stembureau. Punten 6, 7 en 8 (bijlagen nrs. 353, 357 en 358). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 9 (bijlage nr. 346). De Voorzitter: Aan de orde is Sanering bodemverontreiniging in een gedeelte van Aldlan- Oost. De heer BurgIk zou ten aanzien van dit raadsvoorstel allereerst kwijt willen dat ik de indruk heb dat er met deze voor gemeente en bewoners vervelende verontreiniging zorgvul dig en grondig is omgegaan. Dat geldt zowel voor de ingestelde onderzoeken als voor het in schakelen van een projectgroep met vertegenwoordigers van bewoners en van de bewoners zelf. In gevallen als deze vind ik dat de gemeente de verplichting heeft alle direct betrokkenen persoonlijk voor een hoorzitting uit te nodigen. Ik heb begrepen dat dit ook is gebeurd. Omdat dit punt in de commissie uiteraard al de nodige aandacht heeft gehad, zal ik nu in het kort aangeven waarom wij kiezen voor saneringsalternatief 2 waarbij de gehele ondiepe sliblaag ook onder de woningen wordt verwijderd. Onze opvatting is dat, wanneer wij deze afgraving in het komende voorjaar aanpakken, dat dan ook zo grondig mogelijk moet gebeu ren. De boel ligt dan overhoop en de grond rondom de huizen wordt dan afgegraven. Men kan dan volgens ons zonder grote problemen ook de overige grond meenemen. In het verslag van de hoorzitting las ik een passage over de riolering die eigenlijk opgehangen moest zijn aan de vloeren en op een diepte moest liggen van 20 cm. Eigenlijk moet je dan spreken van ondiepte. Deze rioolbuizen liggen, zoals tijdens de hoorzitting ook is vermeld, al in ver ontreinigd slib. Bij het voorgestelde saneringsplan 1 blijft alles liggen zoals het nu ligt en komt de aansluiting op nieuw gestorte grond. Je kunt er bijna zeker van zijn dat dit in de toekomst problemen gaat geven met alle aansprakelijkheden vandien. In het verslag van de hoorzitting wordt hier ook al gewag van gemaakt. Ons grootste probleem heeft te maken met de situatie in de toekomst. Je kunt je voorstel len dat de huidige bewoners, de rapporten lezende en uitgelegd krijgende dat het voorge stelde alternatief 1 een uitstekende oplossing is, over het plan dat de voorkeur van onze frac tie heeft zeggen: al die extra overlast, men moet dan ook nog eens onder de huizen, weer drie of vier weken langer trammelant, het is al erg genoeg dat onze tuinen overhoop liggen, enz. Maar hoe denken toekomstige bewoners daarover? Hoe zouden wij zelf redeneren als wij voor de keus gesteld worden een huis te huren dat is gebouwd op verontreinigd slibook al wordt er gezegd dat de genomen maatregelen dusdanig zijn dat men geen risico's meer ver wacht? Mijnheer de voorzitter, wij zijn van mening dat men een woning zal kiezen zonder ri sico's. Tengevolge van die conclusie zijn wij van mening dat wij de risico's zo klein mogelijk moeten maken om toekomstige leegstand en dus kapitaalvernietiging te voorkomen. Alternatief 2 kost een kleine drié ton meer. Wij moeten daar 10% van opbrengen, dus nog geen f. 29.000, Zouden er in de toekomst problemen ontstaan zoals ik hiervoor heb ge schetst, dan zal een verdere reiniging een veelvoud van dit bedrag kosten. Dit moet ook de motivatie zijn wanneer de gemeente bij provincie en rijk de grondigste oplossing zal vragen. Zouden rijk of provincie ons alternatief 2 weigeren, dan hebben wij bij eventuele problemen in de toekomst de mogelijkheid om daar alsnog op terug te komen. Dat is dan beter dan wat nu bij alternatief 1 het geval is. Kortom, mijnheer de voorzitter, wij kijken anders tegen deze reinigingsoperatie aan en geven de voorkeur aan alternatief 2. Ik heb een motie gemaakt waarin dit standpunt is ver woord en ik zal die nu voorlezen. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 9 november 1987, behandelende de sanering bodemverontreiniging in een gedeelte van Aldlan-Oost overwegende - dat een totale verwijdering van de gehele ondiepe sliblaag rondom en onder de bedoelde woningen onnodige risico's en ongerustheid bij de huidige en toekomstige bewoners tot een minimum beperkt; - dat het accepteren van variant 1 (gedeeltelijke ontgraving) een be roep op de rijksoverheid in de toekomst belemmert, besluit te kiezen voor het in bijlage nr. 346 genoemde alternatief 2 en het besluit overeenkomstig aan te passen, en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadsla gingen. De heer Timmermans (weth.): Ik ben het met de heer Burg eens dat de gekozen proce dure/werkwijze een goede is geweest. Dat is ook gebleken uit de wijze waarop wij met de be woners, de rijksoverheid en de provinciale overheid hebben opgetrokken. Wat dat betreft is er permanent sprake geweest van goed overleg. Uit het verslag valt op te maken dat ook de bespreking van de verschillende varianten daar blijk van geeft. Een dergelijke werkwijze zul len wij in de toekomst in dit soort situaties zo enigszins mogelijk blijven hanteren. Ik heb meer moeite met hetgeen de VVD-fractie in dit verband in de motie naar voren brengt. Ik wil daar een paar kanttekeningen bij plaatsen. In de eerste plaats wil ik het mis verstand wegnemen al zou hier sprake zijn van een onnodig risico. Er is helemaal geen sprake van onnodig risico. Alle risico's zijn geanalyseerd en van oplossingen voorzien. Wat dat laat ste betreft wordt in dit geval een extra drainage aangebracht indien er eens een hogere wa terstand is. De concentraties van vervuiling die dan eventueel optreden zijn zeker niet zoda nig dat er sprake zal zijn van enig risico of gevaar. Maar als dat al zou voorkomen dan wor den er voorstellen gedaan om door extra ventilatiemaatregelen die overlast - het gaat dan meer om psychische dan om feitelijke overlast - weg te nemen. Wat de ongerustheid betreft het volgende. Ik vind dat wij het verhaal moeten voorkomen alsof er toch ergens diep weg nog aanleiding zou zijn voor een stuk ongerustheid. Die onge rustheid is nu net door de gekozen procedure en werkwijzen en de getrokken conclusies weg genomen. Ik heb er wat moeite mee dat daaraan nu wordt getwijfeld. Ik wil erop wijzen dat al le betrokken bewoners en ook bewoners van aanliggende woningen vertegenwoordigd waren op de hoorzitting. Slechts vijf mensen hebben zich uitgesproken voor een van de varianten, drie mensen waren voor de door de VVD-fractie voorgestelde variant en twee mensen waren voor de door het college voorgestelde variant. Een meerderheid van de aanwezigen, ik dacht meer dan 20 mensen, heeft zich echter niet uitgesproken voor een van de varianten. De keu ze was hen om het even, omdat zij de overtuiging waren toegedaan dat beide varianten voor- en nadelen hadden maar in ieder geval zeer wel acceptabel waren. In de richting van de toe komstige bewoners mogen wij geen twijfel laten bestaan over een mogelijk risico. U kunt er van overtuigd zijn, gelet op de zeer stringente criteria die in dit verband worden gehanteerd, dat er geen sprake is van risico. Ongerustheid is in de toekomst dus niet nodig. Het andere argument in de motie is het financiële aspect. In de motie staat "dat het ac cepteren van variant 1 (gedeeltelijke ontgraving) een beroep op de rijksoverheid in de toe komst belemmert". Ik ben het daar niet mee eens, want ik denk dat het precies andersom werkt. Volgens mij is de heer Burg niet helemaal op de hoogte van wat de gang van zaken is. Het is niet zo zoals hij suggereert dat de keuze voor variant 2 betekent dat de gemeente 10% moet betalen. U kunt er van overtuigd zijn dat rijk en provincie, juist omdat zij zeggen dat de goedkope variant volstrekt verantwoord is, niet bereid zullen zijn een bijdrage te leveren in het bedrag van die drie ton. Met andere woorden, de gemeente zal in dat geval zelf voor die drie ton opdraaien zonder dat er een inhoudelijk argument is dat wij dat willen. Als zou blijken in de toekomst dat er sprake is van overlast - maar ik ga er vanuit dat dat volstrekt ondenkbaar is -, dan heb je volgens mij als gemeente veel meer ingang bij het rijk door te zeggen: Wij hebben in gezamenlijk en goed overleg, na goede onderzoeken, gekozen voor de variant zoals die is uitgevoerd. Nu blijkt dat wij het toch gezamenlijk fout hebben, is het vol strekt logisch en acceptabel dat u, rijk en provincie, weer meedoet. Mijnheer de voorzitter, ik ontraad de motie van de VVD-fractie. De heer Burg: Ik ben het met de wethouder eens dat wij niet al te veel woorden moeten wijden aan een eventueel risico. Ik blijf bij de mening die ik in eerste instantie heb verwoord.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 5