buitenlands beleid. gemeente en prostitutie. emancipatie. sociale veiligheid. ruimtelijke ordening. 32 meenschappelijke in de samenleving tot uitdrukking brengen. Onlangs bracht het CDA hierover een discussienota uit. Daarin staat dat het CDA dat gemeenschappelijke uit de verf wil laten komen door te kiezen voor de verantwoordelijke samenleving. De eigen ver antwoordelijkheid van de burgers en organisaties moet een nieuwe inhoud en kans krij gen. Intussen draagt het CDA wel een historische verantwoordelijkheid voor de opbouw van de verzorgingsstaat. Het CDA moet niet doen alsof de uitwassen van de verzorgings staat volledig voor rekening komen van de PvdA. Niettemin is er veel bij de CDA-visie over de zorgzame samenleving dat ons zeer aan spreekt. Wat wij daarin echter missen is een fundamentele kritiek op onze samenleving. De kwaal is niet dat de samenleving anno 1987 een verzorgingsstaat met negatieve bijver schijnselen is, maar dat de kwaal een ontwrichte samenleving is, waarin geen erkenning gevonden wordt voor de universele normen die God gegeven heeft. De ongebondenheid van de mensen uit zich in veel criminaliteit, in bedreiging van het leven, in aantasting van het milieu en in zoveel meer. Het is bij uitstek de taak van de christelijke politiek de oorzaken van deze ontwrich ting aan te wijzen en vanuit die universele normen een weg tot herstel te wijzen. Op dit punt zwijgt het CDA helaas en niet toevallig. De overheid is in de visie van het CDA neutraal, met als gevolg dat onbijbelse ideologieën in het overheidsbeleid de ruimte krij gen. Dat blijkt bijvoorbeeld duidelijk als het bij het CDA gaat om leefverbanden en sa menwerkingsvormen, waarin huwelijk en gezin op één lijn worden gezet met andere duur zame levensvormen. Ook het niet op willen komen voor de zondagsheiliging is hiervan het gevolg. De kernvraag is dus hier: wil het CDA zich ook inzetten voor een samenleving, die beantwoordt aan de opdracht die God overheid en burgers heeft gegeven? Onze ont wrichte samenleving heeft behoefte aan een overheid die een aan de Heilige Schrift genor meerd beleid wil voeren. Dat is christelijke politiek, een politiek waarvoor mijn fractie zich inzet. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Wij kennen een centraal bestuur met bevoegdheden die zich uitstrekken tot de grenzen van de staat. Provincies en ge meenten hebben hun eigen bevoegdheden, die beperkt zijn tot de grenzen van hun eigen gebied. Daarbinnen regelen zij hun zaken tenzij het hoger gezag zich er geheel of ge deeltelijk mee gaat bemoeien. Daarbuiten hebben zij geen zeggenschap. Sommige gemeenten - waaronder Leeuwarden - vinden het kennelijk maar moeilijk om zich uitsluitend met stadspolitiek bezig te houden. Ze willen hun vleugels uitslaan. PvdA en PAL beijveren zich om ontwikkelingssamenwerking, kernwapens of Zuid-Afrika tot re gelmatig terugkerende onderwerpen te maken. Het bedrijfsleven wordt lastiggevallen met brieven waarin gedreigd werd met eventuele consequenties bij handhaving van betrekkin gen met Zuid-Afrika. Onlangs heeft de minister van Buitenlandse Zaken de gemeenten ge waarschuwd dat eigenmachtige boycotmaatregelen niet passen in het regeringsbeleid. Bo vendien zijn ze in strijd met artikel 1 van de Grondwet (discriminatie wegens politieke gezindheid) Daar komt nog bij dat allerlei uitspraken van de raad over bovengenoemde onderwer pen geen effect hebben. De Kroon zal dergelijke maatregelen vernietigen. Wij kunnen met evenveel effect hier uitspreken dat de visquotering niet wordt verlaagd, de belasting niet wordt verhoogd of dat vliegbasis Leeuwarden zal worden omgebouwd tot een milieu vriendelijk voorlichtingscentrum voor anti-kernbeweging en Zuid-Afrika-activisten. Proeft u de onzin? Zinloos dus! Met onze eigen zaken hebben wij genoeg te doen. Begin april werd door de Tweede Kamer een wijziging van artikel 250bis van het Wet boek van Strafrecht goedgekeurd. Met deze wijziging werd het „bordeelverbod" afge schaft. Binnenkort doet de Eerste Kamer een uitspraak hierover. Voor sommige gemeenten gaat nu eindelijk de langgekoesterde wens tot de mogelijk heid van een „actief regulerend" prostitutiebeleid in vervulling. Uit het verleden blijkt dat enkele gemeenten maar al te graag als „hoerenmadam" zullen gaan optreden. In ruil voor controle bezorgt men dan de postituées een onderkomen. Andere gemeenten zullen vergunningenstelsels in het leven gaan roepen. De mogelijkheid bestaat echter ook om via de nieuwe gemeentelijke regeling prostitutie terug te dringen en te bestrijden. Het bedrijven van prostitutie is een particuliere aangelegenheid. De overheid kan daarom terecht dit niet bestraffen. Dan zou zij terechtkomen in de particuliere levens sfeer. Een land als Zweden - toch altijd een lichtend voorbeeld voor onze „progressieve" landgenoten - wist een forse teruggang te bereiken. De straatprostitutie nam met 40% af, de massqgeinstituten met 60% en het aantal sexclubs met maar liefst 80%. Het recept: een hechte samenwerking tussen media, politie, gerecht, politieke partijen en welzijnswerk. Een ontmoedigingsbeleid dat zich vooral richtte op de klanten. In Nederland heeft onder meer de gemeente Heerlen dit voorbeeld met succes gevolgd. 33 Met het uitsluitend bestrijden van de openbare verschijnselen van de prostitutie zijn wij er echter niet. Via een vergunningenstelsel zal er controlerend en regulerend opge treden kunnen worden. Hulpverlening aan prostituées, die willen of moeten stoppen met hun werkzaamheden, is evenzeer een vereiste. Her- en omscholing van prostituées is noodzakelijk om hen een nieuwe plaats in de maatschappij te bezorgen. Tolerantie is wreed, maar ook de vermanende vinger alléén is onvoldoende. Ik wil het college oproepen het goede voorbeeld van Heerlen te volgen. Over emancipatie gesproken, de gemeentelijke geldpot is nog behoorlijk vol en ligt op gegadigden te wachten en die willen maar niet komen. (De heer Ten Hoeve: En u komt nu met voorstellen?) Dat moet u maar afwachten. Wij moeten dus in Leeuwarden constateren dat de fut uit de emancipatie is. Is dat niet tragisch in een gemeente waar de emancipatie hoofdprioriteit geniet? Wethouder Kessler klaagt: „Er is geen animo meer om ergens vrij willig de schouders onder te zetten." Het lijkt inderdaad zo. Boekhandel Sappho gesloten. Nog 28.000,— in de emancipatiepotAllerwegen kommer en kwel. Ook dit zal wel toege schreven worden aan het zogenaamde geringe emancipatie-bewustzijn dat er bij velen nog zou zijn. Maar toch, voor een emancipatie-ideoloog moet dit geen geruststellende gedachte zijn. PAL heeft dat door, want bij deze fractie is men bang dat dit een rare indruk bij de burger maakt. Stel je voor dat het lijkt alsof het emancipatiebeleid een dode zaak is! Maar goed, de overheid moet en zal de roldoorbrekende emancipatie er door jagen. Dan maar door een wervingscampagne of plaatsen van advertenties. Doel: meer ideeën en suggesties te verzamelen voor veranderingsgerichte activiteiten. En je bent meteen van het probleem van de 28.000,verlost. Het kalft dus zwaar met het emancipatiewerk. Neemt u mij het Frisisme niet kwalijk, mijnheer de voorzitter. Een van de praktische problemen die het verrichten van werk met zich mee brengt is de kinderopvang en het ouderschapsverlof. Ons uitgangspunt heeft een oude traditie en houdt in dat ouders verantwoordelijk zijn voor hun kinderen. Daaruit volgt dat de over heid in het algemeen geen taak heeft in stimuleren van kinderopvang buitenshuis en daarvoor geen financiële faciliteiten dient te verlenen. Werkgevers en -nemers zullen zelf tot afspraken moeten komen. Het Gastouderproject voldoet nog het meest aan de eis dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor hun kinderen. Als er dan toch sprake moet zijn van subsidiëring van een vorm van kinderopvang dan zie ik die subsidie nog het liefst bij üit project terechtkomen. Opkomen voor vrouwen is niet uitsluitend aan progressieve partijen voorbehouden. Ik doel nu op schending van de sociale veiligheid die mijns inziens ernstig moet worden be streden. Vooral seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes moet onze aandacht hebben. Het gaat hier om seksueel geweld op straat, maar ook om ongewenste intimiteiten tijdens de werksfeer. In beide zaken heeft de gemeentelijke overheid een taak: als handhaver van de open bare veiligheid en als werkgever. Ik vind het een goede zaak dat binnen de gemeente Leeuwarden een onderzoek werd ingesteld naar de sociale veiligheid voor vrouwen en naar de onveiligheidsgevoelens van vrouwen in relatie daarmee. Vrouwen zijn bang om bijvoor beeld 's avonds over straat te gaan. Het is een belangrijke taak van de overheid om deze angst zo veel als mogelijk is weg te nemen. Hierbij zou men kunnen denken aan gerichte surveillance van politie met name op toegangswegen tot verschillende stadswijken en ande re routes die als onveilig worden ervaren. Ook een goede verlichting - vooral langs fiets routes - is een noodzaak. Graag hoor ik van het college of het mogelijkheden hiertoe ziet. Nog net op de valreep - 8 december 1987 - presenteerde het college het rapport Ver- keersprognose Leeuwarden. Twee opmerkelijke punten. De aanleg van de noordtangent lijkt niet nodig en de Egelantierstraat hoeft geen ontsluitingsfunctie te vervullen voor CamminghaburenNu argumenten over en weer bekend zijn, ook vanuit deze wijk, lijkt het mijn fractie niet verstandig de tunnel voor autoverkeer af te sluiten. Een nieuwe, ge deeltelijk nog op te bouwen wijk moet voldoende ontsluitingsmogelijkheden hebben en hou den. Alleen een aansluiting op de Archipelweg/Franklinstraat via de Kanaalweg acht ik qua ontsluiting onvoldoende, zeker bij het ontbreken van verkeerslichten. Verdere ver keerstechnische maatregelen kunnen er dan voor zorgen dat de overlast voor de wijk Heechterp/Schieringen tot een minimum beperkt blijft. In het gemeenteprogram van mijn fractie wordt - zoals u ongetwijfeld weet - ruime aandacht gevraagd voor kwetsbare weggebruikers, met name de fietsers. Wij zijn blij dat ait aspect ruimschoots naar voren is gekomen, onder andere bij de reconstructie van de Stationsweg. Ik ben van mening - en naar ik aanneem het college met mij - dat dit beleid gecontinueerd moet worden in de komende jaren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 17