34
Wij willen ook aandacht vragen voor veilige voetgangersoversteekplaatsen. Mijn fractie
pleit ervoor alle voetgangersoversteekplaatsen op de rondweg op een uniforme wijze te
voorzien van verlichte borden. De huidige toestand achten wij niet veilig voor de voet
ganger, zeker niet in de wintermaanden.
MILIEU.
Wij blijven zeer bezorgd over de verontreiniging van ons milieu. Steeds weer duiken
er nieuwe verontreinigde gebieden op of blijken al in kaart gebrachte terreinen sterker
vervuild dan eerst werd aangenomen. Wij vragen tijdens deze beschouwing aandacht voor
de plannen om een grondreinigingsinstallatie op de Schenkenschans te bouwen. Mijn frac
tie is daar geen voorstander van. Mijns inziens moet door het in werking stellen van een
planprocedure voorkomen worden dat de Grontmij juist daar een installatie bouwt. Kan in
de directe omgeving van het TOP-terrein (tijdelijke opslagplaats) aan de Newtonweg niet
een dergelijke installatie worden gebouwd? Overleg tussen het college en de Grontmij lijkt
ons dringend geboden om gezamenlijk een verantwoorde keuze te maken.
ONDERWIJS
In het beleidsplan staat dat van het onderwijzend personeel op dit moment de grootste
inspanning wordt gevraagd om zich in te zetten voor de basisschool. Nu u vaststelt dat
door de negatieve ontwikkelingen als gevolg van bezuinigingen de basisschool onder druk
staat, wil ik graag aan de wethouder vragen of de werkdruk door het volgende niet te
zwaar wordt. Ik doel hiermee op de plannen voor bijvoorbeeld vredesonderwijs, emancipa
tie, homobeleid en intercultureel onderwijs. Onzes inziens moet er voorlopig een einde ko
men aan het maar opstapelen van extra werk voor het onderwijzend personeel. Wij hebben
dan ook twijfels over de realiseerbaarheid van deze plannen.
Verder heeft mijn fractie wat moeite met uw pessimisme over de vierjarigen-maatregel.
Een bezuinigingsmaatregel doet uiteraard pijn, maar het zich afvragen of de thuissituatie
wel genoeg speelruimte en geborgenheid biedt en dat het kind dus naar school moet, gaat
ons veel te ver.
Voor het onderwijs in eigen taal en cultuur vinden wij het een verstandig beleid wan
neer het onderwijs zich richt op aanvaarding en respect voor ieders verschillende achter
grond en cultuurDat kinderen van nieuwe Nederlanders zo nodig moeten worden onder
wezen in de eigen taal, de taal die thuis ook al vaak wordt gesproken, lijkt ons met name
voor taalzwakke leerlingen eerder hinderlijk dan bevorderlijk.
Mijn fractie wil ten aanzien van het speciaal onderwijs opmerken dat wij blij zijn met
de statuswijziging van de Prof. Grewelschool. Voor Leeuwarden betekent dit een verrij
king als het gaat om kinderen met zeer speciale handicaps. Wat de „verbrede instroom"
bij de Arendstuinschool betreft wachten wij met enige zorg verdere ontwikkelingen af.
Voor wat betreft het onderwijs rest mij nog iets over het volwassenenonderwijs en
dan met name de basiseducatie. Al eerder heb ik bij de behandeling van de nota gepleit
voor meer aandacht voor de groep gehandicapten. Door bezuinigingen in de gehandicap
tenzorg weten wij dat schoolverlaters van het speciaal onderwijs steeds vaker op een
wachtlijst komen voor de sociale werkplaats of een dagverblijf. Recente artikelen in de
dagbladen gaven aan dat deze jongeren op een gegeven moment thuis komen te zitten.
Graag zouden wij dan ook zien dat de gemeente een onderzoek in zou stellen naar de be
hoeften van deze groep.
DE FINANCIËLE POSITIE VAN DE GEMEENTE.
Het klinkt allemaal mooi dat de lasten voor de burger worden ontzien en het gaat er
goed in dat nu geen herwaarderingsvoorstellen nodig lijken. Maar dit neemt niet weg dat
het beleidsplan meermalen rept over „de zorgelijke financiële positie van de gemeente".
Het blijft maar winter. Iedere nieuwe rijkskorting van enige omvang of een tegenvaller
binnen de gemeente zelf zal meteen een extra bezuinigingsronde tot gevolg hebben. Het
college stelt voor de tekorten voor de eerstkomende twee jaar te dekken uit de algemene
reserve. Vorig jaar heeft de raad een ondergrens van drie miljoen gulden vastgesteld.
Deze ondergrens was volgens mijn fractie te laag. Nu zal de reserve straks beneden deze
ondergrens dalen tot naar ik meen 2,4 miljoen gulden. Maar dan komt toch wel de vraag
op waarom wij deze grens eigenlijk hebben vastgesteld. Geloofwaardig is het allerminst om
het ene jaar een grens vast te stellen en al het jaar daarop te besluiten daaronder te
gaan
Het is maar tijdelijk volgens het college. Is het wel tijdelijk? Vanuit de door het col
lege voorgelegde theorie van de perspectivische verkleining zou dat best eens tegen kun
nen vallen. En zo steken wij voor de zoveelste keer de kop in het zand, in de geest van:
wij zien later wel. Tenminste, als wij die kop op tijd uit het zand kunnen halen en het
gezichtsvermogen niet blijvend is aangetast.
Onlangs werd bekend dat de algemene uitkering van het rijk ongeveer een miljoen
gulden hoger uitkomt dan aanvankelijk werd verwacht. Toen ik kennis nam van de PvdA-
suggestie die gedaan werd in de Commissie voor de Financiën om aan deze meevaller al
vast maarzij het een gedeeltelijke, bestemming te geven, gingen de financiële haren van
35
mijn fractie recht overeind staan. Deze meevaller zal hard nodig zijn om tegenvallers op
te vangen, die wij nu al in het verschiet aan zien komen.
Ik blijf op het standpunt staan dat afgezien moet worden van de minst dringende uit
gaven voor bestaand en nieuw beleid, zodat de reserve niet beneden de ondergrens van
drie miljoen gulden komt. Zoals uit het voorgaande duidelijk zal zijn vallen onder de cate
gorie minst dringende uitgaven onder andere uitgaven voor kinderopvang- en emancipatie.
Inkomsten behoren niet optimistischer te worden ingeschat dan uitgaven. Wat is dat
voor een begrotingspolitiek? Wij moeten er maar rekening mee houden dat wij aan het eind
van de periode er niet zo gunstig voorstaan als wij nu op papier gezet hebben. Papier is
geduldig, de realiteit hard. Mijn fractie staat op het standpunt dat perspectivisch realis
me moet worden nagestreefd.
ORGANISATIE-, PERSONEELS- EN INFORMATIEZAKEN
Wel vaker bij bepaalde onderwerpen valt op dat het etaleren van politieke doelstellin
gen zich moeilijk verdraagt met de weerbarstige werkelijkheid. Sommige maatregelen blij
ken in het apparaat moeilijk uitvoerbaar te zijn. Dat alleen maar mensen mogen worden
aangenomen met een werkweek van 36 uur in plaats van een volledige werkweek verdraagt
zich slecht met de noodzaak zo goed mogelijk personeel te werven. Voor menige functie
zoals automatiserings- en financiële functies toch al geen eenvoudige opgave. Ervaren
mensen willen vaak niet voor 36 uur werken en daar kan niemand achteloos aan voorbij
gaan. Het doet mij goed dat het college de panelen in dit opzicht heeft laten schuiven.
Toen in de jaren zeventig de overheid betrekkelijk ruim in de jas stak, was het ge
vaar van overbesteding en verambtelijking groot. Die tijd ligt nu wel achter ons. Het
lijkt mij toe dat zowel het besef van de noodzaak als de inzet er is om zorgvuldig om te
gaan met de beschikbare middelen. Hoewel, op sommige punten vraag ik mij dan weer af
hoe een enorme werkdruk te combineren valt met het verplicht volgen van emancipatie
cursussen door leidinggevenden. De emancipatie-koe is kennelijk nog steeds zo heilig dat
zelfs in tijden van grote schaarste slachten niet in aanmerking komt.
De signalen uit het ambtelijke apparaat zijn zo alarmerend dat wij ons moeten afvra
gen of wij op deze manier door kunnen gaan. Commissiestukken komen niet of veel te laat
en de uitvoering van allerlei raadsbesluiten moet wachten omdat er te weinig arbeids
krachten zijn. Reorganisatie- en vacatureproblemen hebben naar mijn mening het apparaat
onderuitgeput. Ik wil het college dan ook met klem verzoeken op korte termijn dit punt
aan de orde te stellen in de desbetreffende commissies. Oplossingen zullen vermoedelijk
geld kosten. Wellicht zullen er heilige huisjes sneuvelen. Maar aan heilige huisjes waar je
niet in kunt wonen heb je ook niets.
Tot slot wil ik het college bedanken voor het vele werk dat gedaan is. Ik verzoek u
tevens mijn dank over te brengen aan allen die werkzaam zijn binnen het gemeentelijk ap
paraat en zeker ook aan de bodes. Moge Gods zegen rusten op al ons werk.
Ik dank u wel, mijnheer de voorzitter.
De Voorzitter: Ik constateer dat u tezamen, gedeeld door zes, binnen de streeftijd
van een half uur gebleven bent. Dat geeft mij de gelegenheid om een aanvang te maken
met de beantwoording.
Ik heb met veel instemming en erkentelijkheid kennis genomen van de dank die door
velen uwer is uitgesproken aan het adres van de medewerkers, niet zelden met de kant
tekening erbij dat de omstandigheden waarin gewerkt moet worden er niet eenvoudiger op
worden en voor velen zelfs als uitermate zwaar kunnen worden gekwalificeerd. Er is nu
aanleiding om die dank onder formule te brengen.
Mevrouw De Haan heeft een betoog opgebouwd onder de titel „Fut met'e suterich-
heid". Dat is velen en zeker het college uit het hart gegrepen, want wij zijn het daar
helemaal mee eens. Het is terecht dat zij, maar ook andere leden van de gemeenteraad de
nadruk hebben gelegd op allerlei positieve punten die in deze stad te vinden zijn. Dat is
ook de teneur van het rapport De positie van Leeuwarden in het Noorden en het is tege
lijkertijd iets wat in het verdere public relations-beleid gestalte zal moeten krijgen. Daar
bij mag men het nodige van de afdeling Voorlichting verwachten, maar het is tegelijkertijd
en overigens een collectieve verantwoordelijkheid voor de totale gemeentelijke organisatie,
zowel het ambtelijk apparaat als het bestuur. Wij praten dan over het deelnemen aan
beurzen, aan het werken aan een info-centrum en aan het brengen van bezoeken aan be
drijven. Maar er zijn natuurlijk veel meer zaken in dit verband in beschouwing te nemen,
zoals mevrouw De Haan ook heeft gedaan.
Zij vraagt in dat verband om mensen van buiten die hier een werkkring aanvaarden
te voorzien van een pakket info-materiaal en dat materiaal te deponeren bij de betrokken
bedrijven. Dat sluit aan bij de lijn die wij hebben gekozen toen Aegon de beslissing nam
om zich in Leeuwarden te vestigen. Bij die gelegenheid zijn er voorlichtingsbijeenkomsten
geweest in Groningen waar wij ook aan hebben deelgenomen. De mensen die vanuit Den
Haag naar Leeuwarden komen hebben wij hier ontvangen. Er zijn soortgelijke ideeën in