54
het college voor zover het de vrije sectorwoningbouw betreft. Merkwaardig genoeg komen
beide partijen met een bewijslast uit een provinciale rapportage. Er hoeft geen misverstand
te bestaanhet college is met beide fracties van mening dat wij moeten inspelen op de groeien
de markt van de koopwoningen. Maar om nu als bewijslast een provinciale rapportage naar
voren te halen.... Ik denk dan dat die zelfde provincie natuurlijk een gigantisch pak boter
op haar hoofd heeft als wij het over dit soort zaken hebben. Ik constateer al enige tijd dat
wij in onze gemeente, als wij het hebben over de koopwoningensector, alles bouwen wat wij
aan contingenten van de provincie de afgelopen jaren hebben gekregen. Met andere woorden,
wij kunnen niet meer bouwen. Ieder verwijt van de provincie dat wij meer moeten bouwen
acht ik niet juist. Bovendien blijkt dat in de randgemeenten nog steeds wel deze zelfde koop
woningen met provinciale contingenten worden gerealiseerd. Wij zijn dus sterk afhankelijk
van wat de provincie werkelijk doet.
Overigens wil dat niet zeggen dat er voor wat betreft de vrije sector niet een aantal
initiatieven moet worden genomen. Wij zijn daar ook mee bezig. In Camminghaburen-Haven
Noord is de vrije sectorgrond vrijwel verkocht. Binnenkort komt er in de Commissie voor
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting een voorstel aan de orde voor de ontwikkeling/het
bouwrijp maken van het plan Haven Zuid dat 185 zeer aantrekkelijke vrije sectorkavels be
helst. Daarnaast, maar dat is u wel bekend, zijn wij bezig met een nota over de vrije sector-
lokaties. Ook het college is namelijk de mening toegedaan dat het niet aangaat om alleen in
Camminghaburen kavels beschikbaar te hebbenwant de vrije sectormarkt kent een veelheid
aan wensen en verschillende woningtypes. Wij willen daarop inspelen en vandaar deze nota.
De CDA-fractie heeft de suggestie gedaan dat gestreefd moet worden naar 80 kavels
voor met name leidinggevende functionarissen van vooral nieuwe bedrijven. Dat moeten dan
nogal wat bedrijven zijn om die 80 kavels in te vullen! Op zich zelf zou het echter een goede
zaak zijn als dat aan de orde was. In de recente door de raad vastgestelde planning en pro
grammering wordt uitgegaan van 50 vrije sectorwoningen per jaar. Dat aantal is aanzienlijk
meer dan wat wij ondanks de verbetering op de markt de afgelopen jaren hebben gerealiseerd,
Als er op een gegeven moment 80 of 100 mensen bij ons zouden komen met de vraag of zij een
vrije sector woning mogen bouwen, dan zal niemand in deze zaal daar op enigerlei wijze be
zwaren tegen kunnen inbrengen. Alleen wat de heer Koopmans doet is aangeven dat hij wil dat er
80 kavels worden uitgegeven, met zelfs de dreiging van een motie. Ik zou niet weten hoe wij,
behalve het plegen van voorwaardenscheppend beleid, iets anders zouden kunnen doen dan
wat wij op dit moment voornemens zijn te doen. Ik wacht met belangstelling de creatieve op
lossingen in deze van de kant van het CDA af.
De PvdA-fractie heeft over dit punt nog gezegd dat, om de suburbanisatie tegen te gaan,
de beeldvorming van Leeuwarden in dit opzicht verbeterd moet worden. Ik ben dat graag met
deze fractie eens. Een en ander hangt ook vooral samen met de wijze waarop wij momenteel
de nota Stadsgewest wat duidelijker vertalen, in die zin dat de beeldvorming van het stadsge
west Leeuwarden - daar hebben wij het in feite over - in positieve zin wordt bijgesteld.
Daarin kan wel degelijk ook de presentatie naar buiten toe een rol spelen.
Het CDA en de VVD hebben gesproken over de kortingsactie Hemrik. Het CDA is daar
iets minder duidelijk in, de VVD is wat dat betreft iets scherper. Op zich zelf is het natuur
lijk aantrekkelijk om te zeggen dat deze kortingsactie, los van de precieze bewijslast, ver
klarend is voor het enigszins aantrekken van de verkoop in de afgelopen jaren. Geconsta
teerd moet namelijk worden dat elders de verkopen ook aantrekken. Financieel-technisch
gesproken zit de portefeuillehouder voor grondzaken, ondergetekende, met het probleem dat
er kosten moeten worden gemaakt voor het bouwrijp maken van industrieterreinen en dat hij
vervolgens wordt geconfronteerd met een op zich zelf begrijpelijke wens van de raad om die
grond beneden de kostprijs te verkopen. Als wij het uitgiftetempo van de afgelopen jaren
aanhouden dan zal er een tekort per jaar van f. 200.000,k f. 300.000,ontstaan. Samen
met de rentelasten zal er over een paar jaar sprake zijn van een miljoen gulden als negatieve
bijstelling van de boekwaarde. In dat verband is er een belangrijk discussiepunt aan de orde.
Moet dat tekort ten laste van de grondexploitatie worden gebracht of moeten wij met elkaar
zo eerlijk zijn om te zeggen dat er sprake is van een bewuste beleidskeuze en dat dat bete
kent twee k drie ton per jaar nieuw beleid ten laste van de algemene dienst. Het college is
daar op dit moment nog niet uit en is voornemens om de raad daarover in maart een notitie
aan te bieden. Ik stel de raad dan ook voor om in dit verband de kortingsactie tot 1 april
te verlengen. Wij kunnen in maart dan de discussie voeren en vervolgens een definitief
standpunt in deze innemen.
De stadsvernieuwing. PvdA, VVD en PAL hebben over dit punt gesproken. De VVD is
het duidelijkst: het college voert stadsvernieuwing zonder enige sprankeling. Die uitspraak
heeft mij zeer verbaasd. De afgelopen jaren hebben wij per jaar voor ongeveer 18,5 miljoen
gulden aan stadsvernieuwing gepleegd. Dat is een gigantische operatie. Er zijn in onze ge
meente ontzettend veel mensen die keihard bezig zijn om in overleg met de buurten op dit
stuk van zaken een goed stuk werk te leveren. Dat de VVD-fractie dat niet is opgevallen is
een andere zaak, maar het gaat mij wat te ver dat de VVD-fractie - zeker als ik constateer
dat er in de afgelopen jaren van die kant nimmer enige suggestie is gedaan op welk onderdeel
55
van de stadsvernieuwing het dan aan sprankeling ontbreekt - deze uitspraak zonder enige
nadere toelichting doet. Ik wacht dan ook in tweede instantie de sprankelende suggesties
van de kant van de VVD af.
De PvdA heeft geconstateerd dat de naoorlogse stadsvernieuwing niet is betrokken in
ons stadsvernieuwingsbeleid. Die constatering is juist. Het is volgens de PvdA wenselijk dat
de stadsvernieuwingsverdeelsleutel wordt bijgesteld. Ook die gedachtengang onderschrijf ik.
Onze gemeente is onder meer vertegenwoordigd in de VNG-commissie voor de volkshuisvesting
en in het overleg op dit gebied met de middelgrote gemeenten. Dit probleem is daar reeds
aangekondigd. Het meerjarenplan stadsvernieuwing van het rijk is nog helemaal geënt op de
vooroorlogse stadsvernieuwing. Men gaat uit - net zoals dat bij ons tot voor kort het geval
was - van een volgtijdige aanpak, namelijk eerst de achterstand inhalen van de vooroorlogse
stadsvernieuwing en daarna verder gaan met de naoorlogse stadsvernieuwing. Wij moeten
constateren dat een en ander niet wordt gerealiseerd en dat wij nu parallel moeten optrekken
In dat verband is het van belang reeds nu de stadsvernieuwingssleutel bij te stellen. Wij
hebben zelf de suggestie gedaan om daar met name de naoorlogse meergezinswoningbouw
als onderdeel van de stadsvernieuwingssleutel bij te betrekken.
PvdA en PAL hebben gesproken over het belang van integrale stadsvernieuwing van na
oorlogse wijken en parallel daaraan het oplossen van speerpunten/knelpuntenBij de bespre
king in de commissie van het Verdeelbesluit stadsvernieuwing 1988 is geconstateerd dat een
belangrijk voornemen, namelijk het komen tot een beleidsnota over de naoorlogse stadsver
nieuwing, gezien de ambtelijke capaciteit niet is nagekomen. Wij hebben het voorstel gedaan
daarvoor externe deskundigheid in te huren. In de richting van de fracties die hebben ge
pleit voor duidelijkheid in dit opzicht wil ik aangeven dat het de bedoeling is om deze nota
voor de komende zomer gereed te hebben. Over een halfjaar kunnen wij van de naoorlogse
stadsvernieuwing en ook van de tussentijdse knelpunten een beeld hebben.
Ik wil met nadruk zeggen dat in deze nota naast het geven van een voorstel over de
aanpak van de integrale stadsvernieuwing ook de indicatoren voor verval zullen worden ge
noemd. Om te voorkomen dat wijken uiteindelijk integrale stadsvernieuwing behoeven, moet
je eigenlijk nu al kijken welke toegespitste maatregelen je daarvoor moet nemen
In dat kader denk ik dat in de zo juist genoemde nota ook tot uitdrukking moet komen
dat er een knelpuntenpot/speerpuntenpot moet komen voor de per wijk gespecificeerde spe
cifieke oplossingen. Mijn probleem is echter een beetje dat, als je een knelpuntenpot maakt,
je dan een situatie kunt krijgen in de zin van dat degene die het hardst een knelpunt naar
voren brengt ook het eerste zal worden geholpen. Het is noodzakelijk om voor al onze stads-
vernieuwingswijken een lijst met knelpunten te hebben. Het OSO zou ons daar zeer snel van
kunnen voorzien. Gelet op de uitspraken in deze raad zouden wij uit die gigantische lijst
met knelpunten moeten kiezen. Er bestaan wat dat betreft bij mij wat twijfels. Wij moeten
daarover binnenkort maar eens verder praten in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting
De PvdA heeft gesproken over de wenselijkheid om ook de bestaande fondsen aan te
wenden voor de oplossing van knelpunten. Met andere woorden, prioriteitsstelling van die
fondsen wanneer het gaat om onderhoud van plantsoenen, onderhoud van wegen, de reini
ging en dergelijke. De voorzitter en wethouder Heere zijn zojuist al op dit aspect ingegaan
voor wat betreft de openbare orde - de politie - en het Sociaal-cultureel Plan. De strekking
van de opmerking van de PvdA wordt door het college gedeeld. Het moment lijkt thans aan
gebroken om ons opnieuw te beraden op welke manier wij de verschillende fondsen kunnen
inzetten naar gelang de kwetsbaarheid van de wijken.
De PvdA heeft gevraagd om een nota betreffende de herstructurering van de woning
markt. Zij heeft verder gevraagd de discussie te starten aan de hand van een projectvoorstel
van het college. Gelet op de discussie die wij binnenkort aangaan over het woningbouwbeleid
en dergelijke lijkt mij dat een goede zaak. Ook deze vraag van de PvdA-fractie zullen wij
positief beantwoorden.
CDA, VVD en D66 hebben gesproken over het al dan niet afsluiten van enkele straten
in de binnenstad gedurende een bepaald gedeelte van de week. Het CDA spreekt zijn twijfels
over de wenselijkheid van afsluiting uitmet name omdat men van mening is dat er eerst
overleg met de belanghebbenden moet worden gepleegd.
De VVD wil voorlopig geen afsluiting omdat er sprake is van een aantal grote bouwpro
jecten in de stad en gelet op de aanzienlijke verandering voor wat betreft het openbaar par
keren rondom de binnenstad. Ik heb reeds een- en andermaal hierover namens het college
het een en ander gezegd. Alle standpunten voor en tegen afsluiting worden op dit moment
op een rij gezet. Als wij daarin geen nieuwe argumenten ontdekken dan die welke recent
tijdens de inspraak naar voren zijn gekomen, dan zullen wij niet opnieuw in overleg met de
belanghebbenden treden. Wij zullen de belanghebbenden echter wel in de gelegenheid stellen
om aan de hand van een concreet voorstel van b. en w. hun bezwaren nog eens duidelijk te
maken in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting en de Overlegcommis
sie voor het midden- en kleinbedrijf.
De VVD heeft gezegd dat de grote bouwprojecten een groot probleem zullen opleveren.