60 der Til en Van der Horst maatgevend zijn voor die relatie. Ik heb overigens begrepen dat er aan een betere relatie en aan betere afspraken wordt gewerkt. Wij vinden dat van het grootste belang. Verder heeft het CDA een motie achter de hand over de korting op grondprijzen naar de industrie toe. Men wil de korting opheffen en een permanente verlaging doorvoe ren. De VVD voelt ook veel voor een dergelijke motie. Ik vind deze motie overbodig om dat het college heeft gezegd de korting voorlopig te willen verlengen en de discussie ten principale daarover in de commissie aan de orde te willen stellen. Ik volg liever die weg dan nu zo maar daarover een besluit te nemen. Ik ben het wel eens met de heer Koopmans om extra aandacht te vragen voor de pro blematiek van de openbare orde. Ik denk dat wij daarover in de Commissie Openbare Or de moeten praten. Het jaarverslag van de politie en het beleidsplan zijn wat dat betreft goede aanknopingspunten. Dan een reactie op de algemene beschouwingen van de VVD. Ik had graag gewild dat ik daar inhoudelijk op in kon gaan, maar de VVD geeft ons die kans niet. Het verhaal staat bol van holle frasen en loze beweringen, van kritiek zonder daar enige vorm aan te geven, zonder onderbouwing. Er staat zelfs niets in wat ook maar in de richting gaat hoe het anders zou kunnen. Discussiëren wordt dan naar ons idee onmogelijk. Collegele den hebben daar ook terecht op gereageerd. Zelfs de motie over de grondprijzen laat de VVD voorlopig over aan het CDA en ik vind dat het toppunt van luiïgheid. Waar ik overigens verheugd over ben is de opmerking van de heer Dubbelboer dat deze VVD-fractie wel de positie van Leeuwarden in het Noordelijk verband belangrijk vindt. Van de Friese VVD-fractie in de staten hebben wij niet zoveel te verwachten, want die heeft de vorige maand gepleit om de kaarten in het Noorden op de driehoek Groningen-Assen-Drachten te zetten. Wat dat betreft is er heel wat zendingswerk te ver richten voor de plaatselijke politici van de VVD. Verder ligt er een motie over het besluitenlijstje van het college. De burgemeester is daarop ingegaan. Ik kan met zijn reactie instemmen. De PAL-fractie heeft mijns inziens wel een waardevolle bijdrage aan dit debat gele verd. Ik zal niet ingaan op het feit of de politiek zelf zo leuk is. Ik vind het in ieder geval niet leuk dat de heer Duijvendak weggaat en dat geldt straks ook voor de heer Van der Wal. Niet dat ik wil oordelen over persoonlijke keuzes wat betreft de politiek noch dat ik iets negatiefs wil zeggen over opvolgers - ik heb daar alle vertrouwen in -, maar het is niet leuk om aardige, serieuze, hardwerkende linkse bestuurders te moeten gaan missen. Met de door PAL ingediende motie over nucleaire taken van de F-16 zijn wij het eens. In feite hebben wij als gemeenteraad de met de motie beoogde uitspraak al gedaan, maar ook mijn fractie vindt dat de landelijke actualiteit en de gewijzigde internationale verhou dingen het nogmaals afwijzen van het gebruik van de F-16 voor kerntaken - zeker nu ook de vliegbasis Leeuwarden daarbij in het geding kan zijn - zinvol maken. Ik wil niet ingaan op suggesties van PAL en D66 over de portefeuilleverdeling. Wel heb ik wat problemen met de opmerking van de heer Ybema over de portefeuille werkge legenheid. Wij hebben namelijk tijdens de afdelingsvergadering zelf het initiatief genomen om er voor te zorgen dat daarover goede afspraken komen. Naar ons idee is dat ge beurd; de wethouder heeft wat dat betreft een toezegging gedaan. Ik wil graag dat het college de kans krijgt om op die manier te gaan werken. De algemene beschouwingen van D66. Wij kunnen de reactie van wethouder Miedema onderschrijven op de door de heer Ybema ingediende motie over de rapportage over de contacten met het bedrijfsleven. Wij moeten oppassen voor te veel bureaucratische proce dures, terwijl het ook nog gaat om vaak privacy-gevoelige informatie. Voor wat betreft een procedure voor klachten van het bedrijfsleven is al voorzien in een beoogde regeling. Inhoudelijk is niets tegen op dat element uit de motie, maar de motie zou richting be drijfsleven wel het effect kunnen hebben dat men denkt dat dat toch niet het geval is. Daarmee zal het gemeentelijk beleid zoals verwoord in het actieplan naar aanleiding van het provinciale onderzoek er niet duidelijker op worden. Wel vindt mijn fractie het gewenst dat het college de betrokken commissies in algeme ne zin informeert over de uitvoering van het actieplan en dus ook over de wijze waarop de contacten met het bedrijfsleven verlopen. Als het college dat zou kunnen toezeggen dan zou D66 er mijns inziens verstandig aan doen de motie in te trekken. Met de intentie van de motie van D66 om de positie van de raad te versterken heb ben wij geen moeite. Integendeel, wij hebben vorig jaar zelf in onze algemene beschou wingen diverse suggesties gedaan. Ik vind dat de gemeenteraad zelf eigen suggesties kan formuleren. Onzes inziens kan dat heel goed gebeuren in de Commissie voor Algemene Zaken. Met andere woorden, wij onderschrijven wel de intentie van de motie, maar voelen niets voor weer een aparte commissie. Zo'n aparte commissie hebben wij overigens een paar jaar geleden ook gehad. Het is voor de heer Ybema misschien wel aardig om het rapport dat die commissie heeft uitgebracht er nog eens op na te slaan. Hij kan dan wel licht zelf met serieuze suggesties komen. 61 In de richting van de heer Rozema wil ik het volgende opmerken. Wij hebben kennis genomen van de visie van de heer Rozema over de vraag of de gemeente ook buiten haar eigen grenzen mag kijken. De burgemeester heeft daar zeer overtuigend op gereageerd. Dat de heer Rozema vindt dat wij te dogmatisch zouden zijn is niets nieuws. Wij gruwelen zo nu en dan ook hardgrondig van zijn dogma's op bepaalde terreinen. Het zou de poli tiek verrijken als zijn partij door middel van een even fundamentele nota dat soort dog ma's eens ter discussie zou stellen. PAL heeft gesproken over de vacaturecommissie en de herwaarderingsmaatregelen en gaat daar verder in dan onze fractie. Wethouder Kessler heeft gezegd dat het best eens zo zou kunnen zijn dat wij die 50% niet halen. Als dat het geval zou zijn, dan verwach ten wij van de wethouder dat hij onmiddellijk contact opneemt met de commissie. Wij wil len dus niet zover gaan dan PAL en willen het college voorlopig houden aan die 50%. Ik heb tot slot nog een aantal korte punten voor wat betreft de antwoorden van de wethouders. Wij hebben tijdens de algemene beschouwingen gepraat over de voorjaarsno ta. Wethouder Kessler heeft gezegd dat hij daar voorlopig geen politieke keuzes onder wil leggen. Als straks in het voorjaar die financiële informatie beschikbaar is, dan denk ik dat het college daar wel degelijk politieke conclusies uit zal trekken. Ik zou graag zien dat de wethouder die keuzes afcheckt bij de Commissie voor de Financiën en niet alleen als informatie aan die commissie meedeelt. Over de vrijmarkt het volgende. Wij hebben de indruk dat wethouder Miedema toch op een andere manier tegen zo'n vrijmarkt aankijkt dan wij. Wij blijven uitspreken dat die vrijmarkt er wat ons ietreft wel moet komen. Wij vinden het jammer dat er met aller lei juridische argumenten wat afhoudend op wordt gereageerd. Graag zouden wij zien dat de wethouder zich hierover nog eens grondig laat informeren en dat hij binnenkort met een plan ter zake in de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven komt. Wethouder Heere heeft gepraat over het ouderenbeleid. Wij zijn daar deze keer niet zo uitvoerig op ingegaan. Ondanks dat zou ik wel willen zeggen dat het onderwerp op zich ons erg interesseert. Wij hebben daar ook niet voor niets een nota over geschreven om de discussie wat aanzetten te geven. Wij wachten de notitie van het college met be langstelling af. Ik moet ook ingaan op onze motie over het minimabeleid en de reactie daarop van het college. Wij hebben voorgesteld daarvoor een commissie in het leven te roepen. Ik zal enige duidelijkheid verschaffen over de vraag waarom wij dat willen. Wij hebben in onze algemene beschouwingen het minimabeleid als hoofdthema van beleid gekozen, omdat wij dat onderwerp als zodanig zeer belangrijk vinden in onze tijd. Wij vinden eigenlijk dat alle raadsleden in Leeuwarden zo'n onderwerp heel serieus zouden moeten bekijken en on derzoeken. Om die reden hebben wij gezegd dat wij graag een commissie zouden willen hebben waarin raadsleden zitten. Het lijkt mij goed dat raadsleden ook zelf aan den lijve ondervinden hoe het in Leeuwarden zit met de armoede. Het gaat er niet om dat wij bin nen heel korte tijd een aantal cijfers op papier hebben. Wij moeten met name zicht krijgen op het sociale probleem dat er achter ligt. In die zin wil ik eigenlijk ook alle fracties in de raad aanspreken op het serieus nemen van de armoede in Leeuwarden en hen dan ook vragen in die commissie zitting te nemen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om een precedent te scheppen in die zin dat raadsleden voortaan zelf wel allerlei werk kunnen gaan doen wat ambtenaren ook zouden kunnen. Wij maken gezien de belangrijkheid van het onderwerp voor de stad en de mensen in Leeu warden hierop een uitzondering. Ik denk dat dat door alle politieke fracties kan worden onderschreven. Het is dus uitdrukkelijk niet de bedoeling dat wij vervolgens continu met voorstellen komen om eigen gemeenteraadscommissies in te gaan stellen voor nieuwe on derwerpen. Wethouder Timmermans heeft veel punten van ons pleidooi overgenomen. Hij is inge gaan op de afsluiting van de Nieuwestad en de afsluiting van de tunnel in Camminghabu- ren. Wij zijn het wat dat betreft met zijn opmerkingen eens. Wat betreft de opmerkingen van andere fracties over het bouwen in de vrije sector ben ik van mening dat er eigenlijk geen verschil van mening bestaat. Wij zullen daar binnenkort verder over praten. Ik heb hiermee de meeste opmerkingen wel gemaakt, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Ik kom even tussen beide uit procedurele overwegingen in verband met één punt. Mevrouw De Haan heeft gesproken over de kortingsregeling voor de Hem- rik. zij heeft daarbij gezegd en gesignaleerd dat een aantal fracties uit de raad van me ning is, met nuanceringen, dat de kortingsregeling hetzij moet blijven bestaan hetzij in ieder geval conform de suggestie van het college tot 1 april moet blijven bestaan om in maart een voorstel te kunnen behandelen. Het is een beetje lastig dat wij hier geen voor stel hebben liggen, maar dat komt omdat deze zaak nu naar voren komt. Er zal dus op enig moment een formalisering moeten plaatsvinden. Er zal nog een keer formeel een raadsbesluit moeten worden genomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 31