69 68 Motie 1 van de PvdA nemen wij graag over. De motie zal de meeste indruk maken als die raadsbreed gesteund wordt. Motie 2 van de PvdA. Gelet op de opmerkingen die ik zostraks heb gemaakt zal het duidelijk zijn dat wij vinden dat er best onderzoek gedaan kan worden om eens te verge lijken hoe de problemen in Leeuwarden liggen. Het lijkt mij ook juist dat die problemen gesignaleerd worden. De wethouder heeft gisteravond gezegd dat het haar verstandig lijkt dat die problemen dan in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden worden gesig naleerd. Wij sluiten ons daar graag bij aan met de opmerking er bij - dat ligt denk ik ook in verlengde van wat mevrouw Vlietstra heeft gezegd - dat opgepast moet worden voor ook in dit geval een stuk stigmatisering. Het zal duidelijk zijn dat, als er uit deze discussie zaken naar voren komen die uitkomen bij inkomensverdeling, wij daar een ande re visie op hebben. Als de wethouder in die richting de motie overneemt, in die zin dat er geen onder zoekscommissie komt maar dat de problematiek in de Commissie voor Welzijnsaangelegenhe den de nodige aandacht zal krijgen - ik zeg bewust niet verwezen zal worden naar de commissie -, dan zullen wij daar graag aan meewerken. (De heer Ybema: Motie 2 is dui delijk gericht op het minimabeleid en de verdere uitwerking van dat beleid. De heer Dubbelboer heeft zojuist aangegeven dat de VVD geen taak ziet voor de gemeente op het punt van het minimabeleid. Kan hij nog even aangeven hoe die twee standpunten zich nu tot elkaar verhouden? Hij gaat wel akkoord met de motie, maar ziet toch geen taak voor een lokaal minimabeleid.) Ik heb niet gezegd dat ik akkoord ga met motie 2. Ik heb de motie uitgelegd op de wijze zoals ik die heb uitgelegd. De wethouder heeft gisteravond de suggestie gedaan om deze zaak te incorporeren in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden. Het lijkt de VVD-fractie verstandig dat het op die manier gebeurt en zal daar dan ook van harte aan meewerken. Vervolgens hebben wij gezegd - ik kom dan op de opmerking van de heer Ybema - dat wij, op het moment dat je overgaat tot verdeling van inkomen op gemeentelijk niveau, dan ons standpunt daarover zullen bepalen. Dat standpunt is in principe, zoals ik al eerder heb verwoord, dat wij vinden dat je dat niet moet doen op gemeentelijk niveau omdat die zaak in Den Haag thuishoort. Met motie 3 van de PvdA gaan wij volgaarne akkoord. Motie 4 van het CDA. Gelet op de opmerkingen die zostraks zijn gemaakt, is er mijns inziens geen behoefte meer aan die motie. Motie 5 is van onze fractie en die trek ik na de toezegging van u, mijnheer de voor zitter, in mede namens de heer Ybema. Aan motie 6 van PAL hebben wij geen behoefte. Wij vinden dat het hier gaat om een zaak van rijksbeleid en dus niet in deze raad thuishoort. Over motie 7 van D66 willen wij het volgende zeggen. Aan het gestelde onder punt 1 van de opdracht aan het college is in wezen al voldaan. Degenen die klachten hebben kunnen terecht bij het bureau Bedrijfscontacten zoals dat ook is aangegeven in de rap portage Leeuwarden als vestigingsplaats in het Noorden. In de tweede opdracht wordt het college verzocht de raad jaarlijks te rapporteren. Wij onderschrijven hetgeen wethou der Miedema in dat verband heeft gezegd, namelijk dat het uit privacy-overwegingen niet verstandig is om jaarlijks te rapporteren. Tot slot motie 8 van D66 over de positie van de raad. Alhoewel wij van mening zijn dat de positie van de raad bij voortduring aan discussie bloot kan staan, lijkt het ons niet verstandig om mee te gaan met het in deze motie voorgestelde. Het lijkt ons veel verstandiger om hierover eens een discussie te starten in de Commissie voor Algemene Zaken. Ik dank u wel, mijnheer de voorzitter. De heer Pruiksma is inmiddels ter vergadering gekomen, de heer Ten Hoeve heeft in middels de vergadering verlaten. De heer Duijvendak: Ik zal in tweede instantie eerst wat algemene punten aan de or de stellen en daarbij tegelijk reageren op wat de andere fracties daarover hebben ge zegd. Daarna zal ik een aantal opmerkingen maken in de richting van het college en tot slot een aantal opmerkingen in de richting van de afzonderlijke fracties. Ik zal dan ook de moties meenemen. Het leek gisteren wel alsof het middenkader en het hogere kader in onze stad de grootste slachtoffers van deze crisis zijn. Er werd met zoveel zorg gesproken over de middeninkomens en de hogere inkomens, de gebrekkige voorzieningen voor deze groepen in Leeuwarden, dat het er op leek dat dat de meest kwetsbare groepen op dit moment zouden zijn. Het is prima om te praten over wat wij kunnen doen vanuit de gemeente voor de private sector. Het is ook goed om te praten over het promoten van de stad en wat er in Leeuwarden allemaal mist, maar dat moet natuurlijk wel in de juiste verhouding gebeuren. Wij vinden dan ook dat dat met name ontbrak bij CDA en VVD. Veel meer sprak ons het verhaal van de PvdA aan waarin die twee sporen wel werden onderschei den. Enerzijds een goed verhaal over werkgelegenheid en anderzijds expliciete aandacht voor maatschappelijke ongelijkheid. En dus geen eenzijdige verhalen zoals wij die hebben gehoord van CDA en VVD en deels ook van D66. Bedrijfsvriendelijkheid op zich is niets. Zo maar voortdurend roepen dat wij bedrijfsvriendelijker moeten zijn, bijna kruipen voor ondernemers.PAL wordt een beetje ziek van het gezeur over de problemen van de middeninkomens en hogere inkomens. (De heer Bijkersma: Wat dacht je dan van jullie ge zeur! Je zult moeten afwegen over welke groepen het gaat. In welke verhouding staan de problemen van de mensen in onze stad met de middeninkomens en hogere inkomens tot de problemen van de mensen die lage inkomens hebben? Waarom wordt er door het CDA in de algemene beschouwingen in eerste instantie niet gesproken over de problemen van de minima? Waarom wordt dat probleem überhaupt niet aan de orde gesteld? Over de nieuwe armoede en de schuldenproblematiek is niet gesproken, terwijl ook over de uitzichtloos heid van de minima met geen woord is gerept. Ik vind dat een wanverhouding als het gaat over de problemen van de ene groep in de Leeuwarder samenleving in vergelijking tot die van de andere groep. Wij vinden het jammer dat die zaak niet aan de orde is ge komen. Bij het promoten van Leeuwarden is voor een deel hetzelfde punt aan de orde. Wij vinden het prima te benadrukken welke sterke kanten Leeuwarden allemaal heeft. Wij vin den het uitstekend dat gezegd wordt „Fut met de suterichheid"Ook in de algemene be schouwingen van PAL is ,aar voren gekomen welke leuke aspecten Leeuwarden allemaal heeft. Het CDA heeft terecht opgemerkt dat wij veel punten in Leeuwarden hebben waar wij trots op kunnen zijn. Maar wij moeten oppassen dat wij in ons acquisitiebeleid en p.r.-beleid niet alleen dingen noemen die net zo goed door een CDA/VVD-college naar vo ren kunnen worden gebracht. Wij moeten in onze benadering van het bedrijfsleven poli tiek zakelijk zijn en dat betekent dat je niet alleen maar dingen aanbiedt maar ook dingen van het bedrijfsleven vraagt. Je vraagt of zij meedoen aan positieve actie voor etnische groepen, voor vrouwen en voor gehandicapten. Je controleert de bedrijven streng op het hinderwetuitvoeringsprogramma en je vraagt of zij geen zaken willen doen met Zuid-Afri- ka. Ik heb gisteren aan de wethouder gevraagd of het college het bedrijfsleven op deze punten zal aanspreken. Het gaat niet om eenzijdige liefdadigheid van de kant van de ge meente, de liefde moet van twee kanten komen. Het CDA zegt in algemene zin dat wat goed is voor het bedrijfsleven ook goed is voor Leeuwarden. Wij vinden dat gevaarlijke generalisaties. Alsof bijvoorbeeld de milieuproblemen waar wij nu voor staan niet groten deels zijn veroorzaakt door diezelfde bedrijven. Een ander algemeen punt uit de algemene beschouwingen van de andere fracties is het punt van de emancipatie. Wat ons daarbij is opgevallen is een primitief genoegen over het idee dat het met de emancipatie helemaal fout loopt en alsof je op grond van het feit dat er 28.000, in het potje bij deze gemeente overblijft een algemeen maatschappelijk proces in de richting van emancipatie zou kunnen stoppen. Gelukkig is dat niet zo. Ge lukkig heeft deze lokale politiek maar weinig greep op zo'n breed maatschappelijk proces. Wel is het zo dat je vanuit deze gemeenteraad iets kunt doen aan het tempo van het emancipatieproces en dan moet je constateren dat CDA en VVD nog nooit met één con structief voorstel op dit punt gekomen zijn. En met name met betrekking tot de CDA- fractie is dat verbazingwekkend, want zij is immers een van de coalitiepartners van een college waarvan emancipatie hoofdprioriteit is. Daarvan mag verwacht worden dat er re gelmatig bijdragen worden geleverd. In alle bescheidenheid wil ik er op wijzen dat de PAL-fractie systematisch ieder jaar één punt aan de orde gesteld heeft en met één notitie op emancipatiegebied gekomen is. In de afgelopen drie jaar ging het om de volgende drie nota's: positieve actie, prostitutie en seksueel geweld. Doet het CDA meer dan alleen maar het remmen van het emancipatiebeleid? Dat is de vraag die bij ons naar voren kwam naar aanleiding van de algemene beschouwingen. Waarom plotseling zo aanzetten dat het in het onderwijsveld te snel gaat wanneer er ein delijk een leuke nota ligt over onderwijs-emancipatie? Maar ook naar de VVD toe zijn wij in feite teleurgesteld op dit punt. In andere ge meenteraden trekt de VVD het emancipatieproces en komt men met leuke en creatieve voorstellen. Waarom is de liberale partij in deze raad daar niet mee bezig en doet zij als of de emancipatie al ongeveer voltooid is? Tenminste de emancipatie van de vrouw. Op het moment dat je zegt dat alle groepen moeten emanciperen zeg je tegelijkertijd dat de emancipatie van de vrouw wel wat minder aandacht kan krijgen. Een laatste algemeen punt is de herschikking van taken binnen het college. Wij heb ben de collegepartijen in overweging willen geven een aantal taken te herschikken, niet alleen om de ongelijke werkdruk glad te strijken maar ook omdat wij met name bij cultuur en emancipatie de indruk hebben gekregen dat de wethouder zich te snel neerlegt bij wat op het eerste gezicht onmogelijk lijkt. Wij vinden dat er wat meer elan moet komen en dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 35