88 werkzaamheid wij vervolgens bezuinigingen kunnen realiseren. Het zal voor bewoners en buurten aantrekkelijk moeten zijn, ook in financiële zin, om actief te participeren in het buurtbeheer zoals ons dat voor ogen staat. Tot slot. De motie van PAL komt op zich natuurlijk heel sympathiek over, maar er zijn denk ik toch vrij forse financiële consequenties mee annex. Ik zou graag van het college willen horen wat precies die financiële consequenties zijn en hoe het college die taxeert. De heer Boelens: Ook een korte reactie van onze fractie, mijnheer de voorzitter. Wij hebben onlangs, op 9 december, het definitieve rapport van het OSO aangeboden gekre gen. De problematiek die op ons afkomt is ook al in een eerder stadium geconstateerd. De bezuinigingen zijn voorgesteld in deze sector. Met betrekking tot de uitvoering van bepaalde werken in de stad - mevrouw Visscher heeft daar ook over gesproken en heeft met name de nota Verkeersluwe gebieden genoemd - zouden er eventueel combinatiemoge lijkheden kunnen zijn om bepaalde knelpunten eerder aan te pakken of zo aan te pakken dat het goedkoper kan. Wij kunnen op dit moment echter niet overzien welke financiële gevolgen het oplossen van de in die nota genoemde knelpunten heeft en of door middel van temporisering er bij wijze van spreken aan ontkomen kan worden om onze bezuiniging te halen. Wij wachten het antwoord van de wethouder af. De heer Burg: De stelling van de PAL-fractie en met haar het OSO is dat een beslis sing om verder te bezuinigen bij de DSO op het budget van het groenonderhoud onver antwoord is. Men stelt voor om, voordat een aantal van de speelvoorzieningen en groen gebieden compleet is verwaarloosd, in overleg met de betrokken wijken - het OSO haalt er ook nog het Bureau Dienstverlening bij - naar oplossingen te zoeken in de richting van samenwerking met en inschakeling van de wijken en het genoemde bureau. Ik wil in dit verband wijzen op het gedeelte van de algemene beschouwingen van de heer Dubbel boer waarin hij sprak over het schoonhouden en onderhouden van dit soort gebieden. Hij sprak over gerichte schoonmaakacties met inschakeling van jeugd en omwonenden, niet alleen wat betreft het groen maar ook wat betreft het verwijderen van zwerfvuil uit par ken en plantsoenen. Het zal u opvallen, mijnheer de voorzitter, dat ons een iets andere uitwerking voor ogen staat maar dat de intentie en het doel hetzelfde zijn. Hoewel de wethouder daar afwijzend op heeft gereageerd, zal het u niet verbazen dat het geclaimde punt van PAL ons aanspreekt en dat wij het daar in principe ook wel mee eens zijn. Ook de VVD-fractie vindt dat de grens van bezuinigingen op de plantsoenendienst dubbel en dwars is bereikt en dat er niet verder moet worden aangesnoerd wil men het groen niet laten verstikken. Maar dan komt het dilemma. Vorige sprekers hebben al ge sproken over een gat dat in de begroting zal worden geslagen. Daar zijn wij ook nog niet uit. Mijn eerste gedachte was ook: ga deze problemen eerst eens in overleg met het OSO in de commissie doornemen, kijk eens of er oplossingen zijn in die richting en be trek dat bij het overleg over het volgende beleidsplan. Voordat mijn fractie een beslissing neemt over de ingediende motie van PAL - wij staan daar zoals gezegd sympathiek tegenover, maar wij hebben de financiële vertaling niet goed op een rijtje - zou ik graag het antwoord van de wethouder willen horen. De heer RozemaDe inhoud van de motie komt mij bijzonder sympathiek voor. Ik wil mij aansluiten bij de vorige spreker. Het kardinale punt is natuurlijk ook hier weer de financiën. Voordat ik een definitieve beslissing over de motie neem wil ik graag eerst het standpunt van het college horen. De heer Timmermans (weth.): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik namens het col lege spreek als ik zeg dat wij erkennen dat de kwaliteit van speel- en groenvoorzienin gen onder druk staat. Er hoeft helemaal geen meningsverschil te zijn over een aantal constateringen die in het Groenboek van het OSO zijn aangegeven. De constatering die niet alleen voor deze sector maar ook voor andere sectoren geldt is dat de grenzen zijn bereikt. Nogmaals, dat geldt ook voor deze sector. Sinds 1982 zijn, inclusief de voorge stelde bezuiniging waarover toen al door de raad een beslissing is genomen, de bezuini gingen opgelopen tot 21 i% van het budget. Dat is natuurlijk nogal een forse ingreep die wij de afgelopen jaren hebben menen te moeten doen. De heer Van der Wal heeft een relatie gelegd tussen - de heer Ybema is daar ook op ingegaan; ik heb hierover overigens ook al in de afdelingsvergadering iets gezegd - de bezuinigingsvoorstellen die nu voor liggen en de gedachte die onder meer tot uitdrukking komt in de nota Bewonersparticipatie en buurtbeheer als zou er sprake zijn van een fi nancieel voordeel bij realisering van een aantal beheersexperimenten. Wij hebben die rela tie van onze kant een- en andermaal afgewezen. Wij gaan er vanuit dat er financieel geen voordeel is te behalen bij het ontwikkelen van een aantal beheersexperimenten, maar uit 89 eindelijk wel een kwalitatief voordeel. Over dat laatste hebben wij het echter niet als het gaat om de PAL-motie. Mevrouw Visscher heeft terecht aangegeven - ik heb dat gisteren ook bevestigd - dat er op korte termijn gezocht moet worden naar mogelijkheden om binnen het bestaande gekorte budget prioriteitsstellingen te gaan hanteren. Met andere woorden, de aanwen ding van budgetten toerekenen naar die buurten die gelet op de daar aanwezige bepaalde stedebouwkundige structuur meer onderhoud behoeven dan bepaalde nieuwere wijken, want daar komt het natuurlijk wel op neer. In grote lijnen is het beeld momenteel dat het aantal m2's openbaar groen in een wijk het aantal mensen dat wordt ingezet in de wijk bepaalt. De vraag is of toch niet een na drukkelijker prioriteitsstelling aan de oudere stadsvernieuwingswijken gegeven moet wor den. Dat geldt - zoals ook mevrouw Visscher heeft aangegeven - dan voor de naoorlogse meergezinswijken, althans voor die wijken waar in overwegende mate flatbebouwing aan wezig is. Het lijkt mij goed om dat punt in gedachten te nemen bij de invulling van deze laatste negen ton bezuiniging op de groensector. Het plaatje moet duidelijk voorstellen le veren hoe die invulling kan worden gemaakt en wel zodanig dat zo min mogelijk de conse quenties daarvan tot uitdrukking komen in deze veelal kwetsbare buurten. Ik denk niet dat de relatie naar de verkeersluwe gebieden zoals de heer Boelens dat heeft geformuleerd aanwezig is. Wij hebben in het beleid met betrekking tot de verkeers luwe gebieden in feite gekozen voor de meest minimale oplossing. De enige norm die wij daarbij hanteren is het verbeteren van de verkeersveiligheid. Ik vind dat wij niet goed bezig zijn om daar een groenonderhoudsaspect aan te koppelen, want dat zit er gewoon niet in. Het desbetreffende beleidsonderdeel is uitgeknepen. Je kunt dan niet in een keer verbeteringen aanbrengen in de problemen die hier worden voorgedragen. De financiële consequenties van een jaar uitstel lijken mij duidelijk. Dat betekent dat een bedrag van 9 ton niet wordt bezuinigd. Je moet daar dan een jaar langer de rente lasten van gaan dragen en dan praten wij over een bedrag van 70.000,— tot 80.000,— Dat is het gat dat je op basis van één jaar schiet. Ik denk wel, mijnheer de voorzitter, dat het gewenst is om de nota Bewonerspartici patie en buurtbeheer nu toch op niet al te lange termijn door de raad te laten vaststel len. Tot slot, ik ontraad de motie van PAL. De Voorzitter: Ik zou nu willen pauzeren tot vanavond half acht. Vanavond wil ik eerst de behandeling van de geclaimde punten afronden en dan overgaan tot de stemming over de ingediende moties. Het interesseert u misschien wat de totale spreektijd is geweest. De algemene be schouwingen zijn gehouden in een tijdsbestek van 7 uur en 47 minuten. De PvdA had in eerste termijn 45 minuten nodig en in tweede termijn 13 minuten, totaal 58 minuten. Het CDA in eerste termijn 31 minuten en in tweede termijn 10 minuten, totaal 41 minuten. De VVD in eerste termijn 26 minuten en in tweede termijn 28 minuten, totaal 54 minuten. PAL in eerste termijn 25 minuten en in tweede termijn 26 minuten, totaal 51 minuten. D66 in eerste termijn 28 minuten en in tweede termijn 24 minuten, totaal 52 minuten. GPV/ RPF/SGP in eerste termijn 24 minuten en in tweede termijn 8 minuten, totaal 32 minuten. Op de eregalerij prijken ook de leden van het college. De voorzitter had in eerste termijn 21 minuten nodig en in tweede termijn 10 minuten, totaal 31 minuten. Wethouder Kessler in eerste termijn 33 minuten en in tweede termijn 9 minuten, totaal 42 minuten. Wethou der Miedema in eerste termijn 22 minuten en in tweede termijn 8 minuten, totaal 30 minu ten. Wethouder Heere in eerste termijn 11 minuten en in tweede termijn 2 minuten, totaal 13 minuten. Wethouder Vlietstra in eerste termijn 26 minuten en in tweede termijn 10 mi nuten, totaal 36 minuten. Tot slot wethouder Timmermans, in eerste termijn 23 minuten en in tweede termijn 4 minuten, totaal 27 minuten. De eerste termijn duurde 4 uur en 48 minuten, de tweede termijn duurde 2 uur en 59 minuten. Ik schors de vergadering tot vanavond half acht. De Voorzitter schorst, om 17.30 uur, de vergadering tot 19.30 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 45