96 3-
dat een vertekening van de werkelijkheid. Wij hebben een nota over het homobeleid gehad,
terwijl de raad ook nogal intensief heeft gesproken over het Lesbisch Archief en daar ook de
nodige steun aan heeft gegeven. De suggestie alsof er dus niets gedaan zou zijn wordt door
ons dan ook van de hand gewezen. Voor ons is de centrale vraag of de gemeente harder moet
lopen dan op dit moment.
De discussie spitst zich wat onze fractie betreft toe op de opmerking zoals de heer Herre-
ma die al gemaakt heeft: als het maar niet meer geld en geen ambtelijke tijd kost. Mevrouw
Westra heeft in haar motie en in de toelichting niet aangegeven waar zij geld en ambtelijke
tijd vandaan wil halen. Wat dat betreft is het idee onuitvoerbaar.
De volgende vraag is of je als gemeente voor doelgroepen zoals door PAL verwoord con
gressen moet gaan organiseren. Ik heb al aangegeven dat wij vinden dat er het afgelopen
jaar nogal wat gedaan is aan dit deelbeleid, meer dan aan andere delen van beleid. Ik kan
mij vanuit de PAL-opstelling voorstellen dat er van die kant gezegd wordt dat er niet genoeg
gebeurt. Onze fractie is van mening dat er het afgelopen jaar nogal wat gebeurd is aan dit
deel van het beleid. Wij hebben dan ook geen behoefte om dit congres te organiseren, los van
de discussie of er wel of geen geld dan wel ambtelijke tijd voor beschikbaar zou zijn.
De hear Bilker: Op 8 septimber 1986 hawwe wy de nota oer it homobelied wiidweidich be-
sprutsen en oannommen. Yn de kommisje hat de fuortgongsrapportaazje oan de oarder west.
Dy hat yndied gjin nije ideeën opsmiten, mar joech wol de stan fan saken wat der op dat mo-
mint barde en wat der noch barre moast nei oanlieding fan de Homo-nota. Wy fine dat wy net
fan de flier op de souder stappe moatte.Boppedat fyn ik it op dit momint in bytsje te fier
gean om dizze hiele diskusje te keppeljen, ütmünjend yn in homokongres. Wy binne der op
foarhan net op tsjin, mar ik wol dan wol earst dat it kolleezje dat op syn merites beoardielet.
Wy bedoele dêrmei foaral te sizzen, ek nei oanlieding fan wat de hear Herrema sein hat, dat
it gjin jild en amtlike stipe kostje mei.Utfiering sil dan lykwols wol tige swierrich wurde. Ik
wol earst graach in reaksje fan it kolleezje, foardat wy üs stanpunt hjiroer fierder bekend
meitsje.
De heer Ybema: D66 is destijds mede-opsteller geweest van de nota die ten grondslag
ligt aan het vastgestelde homobeleid. Wij voelen ons alleen al daardoor verantwoordelijk voor
de voortgang van het beleid op dit terrein. Het lijkt er inderdaad op dat dat beleid wat stil
dreigt te vallen door een aantal ontwikkelingen die met name mevrouw Westra zojuist heeft
geschilderd. Ik kan mij heel goed voorstellen dat je gaat zoeken naar mogelijkheden om dat
beleid toch weer wat nieuwe impulsen te geven. Het idee dat in de motie wordt aangedragen
zou daar een belangrijke bijdrage toe kunnen leveren.
Mijn interpretatie van de motie is dat de PAL-fractie het college verzoekt om de haal
baarheid van een congres na te gaan. Er staat: "it idee fan in yntergemeentlik homokongres
fierder üt te wurkjen". Dat houdt niet in dat je nu al besluit tot het houden van een congres,
maar het betekent nagaan wat de consequenties zijn. Wie willen er aan meedoen, wat gaat het in
tijd kosten, in capaciteit, enz. Ik denk dat er met een beperkte inzet van ambtelijke capaci
teit - daar ontkomen wij natuurlijk niet aan en bovendien moet die flexibiliteit er altijd zijn -
op korte termijn een oordeel kan worden uitgesproken over het al of niet realiseerbaar zijn
van een dergelijk congres en wat de consequenties zijn. Als de motie in die zin bedoeld is,
dan wil D66 die graag ondersteunen.
De heer Kessler (weth.): Ik begin met de opmerkingen van mevrouw Westra. De toonzet
ting van haar inleiding is een beetje dat er niet zoveel gebeurt, dat er geen nieuwe ideeën
worden ontwikkeld, dat uitvoering door het gemeentelijk apparaat naar de letter gebeurt,
dat er geen "feeling" zou zijn omdat er overleg wordt gevoerd met het COC, enz. Ik ben het
met die toonzetting in het geheel niet eens. Het gaat goed met de uitvoering van het homo
beleid. Ongeveer een jaar geleden heeft de raad een nota aangenomen met daarin 20 activi
teiten waar op dit moment aan gewerkt wordt. Er is een voortgangsverslag besproken in de
Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden. Ik vind het ook wat flauw dat gezegd wordt:
omdat jullie overleg voeren met het COC blijkt dat jullie het zelf niet kunnen. Ik vind het al"
leen maar een goede zaak - het is natuurlijk ook voor de gemeente iets nieuws - dat je con
tact zoekt met die instanties die daar zinnige dingen over hebben te melden. Het lijkt mij al
leen maar goed dat je je in die zin breed oriënteert.
Een volgend punt van het betoog van mevrouw Westra is dat er geen nieuwe suggesties
worden aangedragen. Ik kan mij ook daar niet in vinden. In de voortgangsrapportage heb
ben wij in de eerste plaats verslag gedaan van de activiteiten die in de Homo-nota zijn ge
noemd en in de tweede plaats hebben wij een vijftal nieuwe punten aangegeven waarvan er
twee toch enige importantie hebben. In de eerste plaats het punt dat wij nog eens een keer
uitgebreid in Aan de Grote Klok aandacht besteden aan het gemeentelijk homobeleid en in de
tweede plaats het punt dat wij - daar wordt binnenkort ook aandacht besteed in het Bulletin
Ambtenaren Leeuwarden (BAL) - nagaan of er ook een gemeentelijk homo-overleg opgestart
kan worden. Het idee dat er dus in het geheel geen nieuwe suggesties aan de orde zijn wijs
ik af.
97
Er is gezegd dat de nieuwe beleidsmedewerkster/-medewerker emancipatie affiniteit moet
hebben met het homobeleid. Ik ben het daarmee eens en die affiniteit moet ook in de adver
tentie tot uiting worden gebracht.
Ik kom dan nu bij de motie die er op neerkomt dat er een congres gehouden zou moeten
worden over het homobeleid. Ik ben daar niet voor en heb dat in de Commissie voor Emanci
patie-aangelegenheden ook al naar voren gebracht. Het belangrijkste argument is - dat is in
de commissie ook gezegd - dat de werkdruk bij de afdeling Welzijn en in het bijzonder bij de
emancipatiemedewerksters heel erg groot is. Er is een lange lijst met onderwerpen die alle
maal behandeld moeten worden. Ik noem: prostitutie, sociale veiligheid, seksueel geweld, de
reorganisatie van het gemeentelijk apparaat, de sector welzijn zelf, de deelnota ruimtelijke
ordening en volkshuisvesting en emancipatie, alle lopende projecten op het gebied van on
derwijs, personeelsbeleid en werkgelegenheid en de 20 uitvoeringsmaatregelen naar aanlei
ding van de 20 activiteiten in het kader van het huidige homobeleid.
Kortomde werkdruk is op dit moment al zodanig groot dat wij moeten kiezen wat er het
eerst en het laatst moet gebeuren. Wij kunnen in ieder geval niet alles tegelijk. Alleen al op
grond van het element van de tijdsdruk wil ik de motie met klem ontraden. Het voldoen aan
het gevraagde in de motie kost simpelweg tijd en daardoor zal het lijstje van werkzaamheden
weer langer worden. Wij kunnen al met al die andere activiteiten toch ook al slechts met de
grootste moeite uitvoeren.
Een tweede argument dat ik wil noemen is dat ik deze zaak niet vind passen binnen de
prioriteitsstelling van het college. Emancipatiebeleid is hoofdprioriteit. En als wij ons al wat
meer zouden willen profileren dan zou het volgens mij veel eerder voor de hand liggen om
aan dat beleid aandacht te besteden. Bovendien hebben wij daar zo langzamerhand ook wel
wat over te melden. Maar ook als die suggestie gedaan zou worden dan zou ik zeggen: La
ten wij ons nu eerst beperken tot de dingen die allemaal op ons lijstje staan. Laten wij die
lijst niet zo groot maken dat wij op voorhand al weten dat wij het allemaal toch niet redden
Een derde argument dat ik wil noemen is dat er recentelijk door ik meen de universiteit
van Rotterdam een groot landelijk congres is georganiseerd over homovriendelijk personeels
beleid. Ambtenaren van onze afdeling Personeelzaken hebben dat congres bijgewoond. Boven
dien hebben wij zoals al is gememoreerd goede contacten met het COC. Kortom, voor de ei
gen beleidsontwikkeling komen er voldoende aangrijpingspunten en ideeën op ons af om daar
mee goed aan de slag te gaan.
Samenvattend, de motie zoals PAL die heeft ingediend wil ik ontraden.
De heer Herrema zegt dat het uitwerken van het idee van een homocongres geen extra
geld en geen extra tijd mag kosten en dat eens bekeken moet worden of in samenwerking met
andere gemeenten, het Ministerie van WVC, enz. iets dergelijks kan worden ópgezet. Ook al
wil je zo'n idee in samenwerking met anderen opzetten, je zult vooraf moeten weten wat je
wilt. Er moeten mensen over gaan nadenken en dat kost natuurlijk tijd. Er moeten contacten
worden gelegd, er moeten telefoontjes worden gepleegd, enz. Kortom, voordat je dat alle
maal geregeld hebt - wij moeten daar niet omheen draaien - heeft dat natuurlijk al een be
paalde hoeveelheid tijd gekost. Als je op een gegeven moment daar iemand voor kunt aantrek
ken dan ligt het wat anders, Maar hoe dan ook, het kost voor het gemeentelijk apparaat/de
emancipatiemedewerksters tijd.
Ik heb al gezegd dat wij een hele lijst hebben met allerlei werkzaamheden waarvan de
raad vindt dat die moeten worden uitgevoerd. Ik heb ook al gezegd dat het verschrikkelijk
moeilijk wordt om dat allemaal uit te voeren. De lijst wordt steeds langer. De capaciteit is
onlangs in het kader van nieuw beleid vergroot, maar daar komt natuurlijk op een gegeven
moment ook een eind aan. Wij kunnen op dit moment de zaken die op genoemde lijst staan
slechts met de grootste moeite aan. Ook vanuit die optiek zou ik de suggestie van de heer
Herrema willen ontraden.
Ik denk dat ik hiermee tevens antwoord heb gegeven op de vragen van de heren Dubbel
boer, Bilker en Ybema.
Mefrou Westra: Ik begryp dat der, ütsein de fraksje fan GPV/RFP/SGP, - want dy hat noch
gjin reaksje jün -, in riedsbrede stipe is foar üs idee fan in kongres, teminsten as it gjin
jild en tiid kostet. Dus as der gjin harsens foar yn it spier is, dan is eltsenien wol foar sa'n
kongres.
Ik wol earst yngean op de reaksjes fan de ferskillende fraksjes. De PvdA-fraksje seit dat
it har hielendal net raar foarkomt dat it aksent oant no ta op de ütfiering leit. Wy binné it
dêr op him seis wol mei iens. De suggest je hjir en dêr dat wy ek oer de ütfiering as sadanich
net tefreden binne klopt net. Wy moatte wol konstatearje dat it grutste part fan de maatre
gels dy't op de list stean öfwurke is. Folgjend jier krije wy in fuortgongsrapportaazje dêr't,
as wy sa trochgeane,üt blike sil dat it belied "op" is.
De PvdA-fraksje stipet üs idee en seit dat in kongres wis wol in funksje hat by dit nije
beliedsterrein. Ik fyn it wol teloarstellend dat daadlik sein wurdt dat it gjin jild kostje mei,