100 39
Wij willen het college dan ook verzoeken om ons omstreeks januari een voorbereidingsbe-
sluit voor te leggen en daarnaast begin 1988 te komen met een voorstel waarin staat op welke
wijze een bestemmingsplan voor dit gebied ontwikkeld moet worden met een daarbij behoren
de dekking.
De heer RozemaIk heb hetzelfde onderwerp aangesneden in de algemene beschouwingen,
Ik kan hierover kort zijn: ik wil mij volledig aansluiten bij wat de heer Ten Hoeve heeft ge
zegd.
De heer Ybema: De heer Ten Hoeve wees er op dat bij de behandeling in de afdelings
vergadering door verschillende fracties bij dit punt is aangedrongen op het treffen van een
voorbereidingsbesluit. Tot die fracties behoorde ook D66. De situatie in het gebied Schenken
schans en omgeving is uitgebreid aan de orde geweest bij de behandeling van de bezwaar
schriften tegen de bouwaanvraag van de Grontmij. Ik zal dat aspect niet gaan herhalen.
Onze argumenten om voor dat gebied toch een planologische maatregel te treffen zijn de
volgende. Je kunt inderdaad zeggen dat de thans spelende bouwaanvraag van de Grontmij
afgedaan moet worden aan de hand van de planologische omstandigheden zoals die golden
ten tijde van het indienen van de bouwaanvraag. De plannen van de Grontmij zijn echter
nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Het is mogelijk en misschien zelfs waarschijnlijk dat
nieuwe bouwaanvragen ingediend zullen worden. Het is absoluut noodzakelijk voor dit soort
bouwaanvragen een actueel toetsingskader te creëren.
Een tweede argument van D66. Op dit moment heeft de Grontmij nog niet daadwerkelijk
geïnvesteerd in het bedrijf. Het is nu nog mogelijk een signaal af te geven in de trant van:
Ook al gaan jullie daar zitten, dan nog hoeven jullie van onze gemeente geen medewerking te
verwachten. Dit kan de interne besluitvorming bij de Grontmij beïnvloeden. In dit stadium
is dat allemaal nog mogelijk. Als de investeringen eenmaal gepleegd zijn - na het afgeven van
de vergunning op grond van de Afvalstoffenwet door de provincie is dat toch weer een stapje
dichterbij gekomen - dan is er geen weg meer terug. Die gedane investeringen vormen een
punt van overweging voor de Raad van State bij het nemen van beslissingen. Het belang van
het bedrijf dat afgewogen moet worden tegen de belangen van omwonenden groeit namelijk
evenredig naarmate het bedrijf er al meer geld in heeft gestoken. Conclusie: het is nu het
beste moment om actief een signaal naar de Grontmij af te geven.
Wat betreft de problematiek van de dekking van de kosten voor het in het verlengde van
het treffen van een voorbereidingsbesluit op te stellen bestemmingsplan. Het kostenaspect
was voor de wethouder één van de argumenten om hier tegen te zijn. Het treffen van een
voorbereidingsbesluit op zich kost niets. Het verschaft ons op zijn minst de tijd om na te den
ken over de mogelijkheden van het dekken van de kosten die te maken hebben met het be
stemmingsplan dat voor dat gebied getroffen moet worden.
Voor D66 is het belang dat hierbij in het geding is zwaar genoeg om het voorstel van de
PvdA om een voorbereidingsbesluit voor dit gebied te treffen te ondersteunen.
De heer Dubbelboer: Met name de laatste opmerking van de heer Ten Hoeve om, zoals ik
begrepen hebin de maand januari te kijken of er een mogelijkheid bestaat om te komen tot
het treffen van een voorbereidingsbesluit spreekt mij aan. (De heer Ten Hoeve: Ik heb ge
zegd dat er omstreeks januari 1988 aan de raad een voorbereidingsvoorstel moet worden
voorgelegd en dat begin 1988 gekomen moet worden met een voorstel over het maken van een
bestemmingsplan en de dekking van de kosten daarvan. Het treffen van een voorbereidings
besluit zal dus al in januari gebeuren.) Akkoord, daar ben ik het mee eens.
De heer Ybema heeft al gezegd dat het treffen van een voorbereidingsbesluit ons niets
kost. Daarmee schep je de ruimte om in 1988 te kijken hoe je komt tot een goed sluitend be
stemmingsplan en de dekking van de kosten daarvan. Op zich lijkt ons dat een goede zaak.
Wij zullen het verzoek van de PvdA-fractie graag ondersteunen.
De heer Sijbesma: Op zich hebben wij er geen bezwaar tegen dat voor dit gebied een be
stemmingsplan wordt gemaakt dat duidelijker is dan het plan dat er nu ligt. Wij hebben er al
tijd wel wat bezwaar tegen gehad dat er een voorbereidingsbesluit genomen zou worden zon
der dat er zekerheid was dat daarna met een bestemmingsplan gekomen zou worden. Wij zijn
van mening dat die koppeling toch vastgehouden moet worden. Een ander bezwaar is dat wij
een bestemmingsplan voor dit gebied zullen maken, terwijl wij dat niet afwegen tegen het ma
ken van bestemmingsplannen voor andere gebieden in de stad die wij ook wel onder de loep
zouden willen nemen.
Tot zover onze reactie.
De heer Van der Wal: Ik ben het eens met het voorstel van de heer Ten Hoeve. Er is ge
zegd dat het treffen van een voorbereidingsbesluit niets kost. Dat is niet waar. Je kunt het
natuurlijk laten verlopen en dan kost het een paar kopietjes. Maar als je een voorbereidings
besluit neemt dan spreek je daar als raad formeel mee uit dat je een wijziging van het bestem
10100
mingsplan c.q een nieuw bestemmingsplan gaat voorbereiden. En dat kost wel wat. Maar
goed, dat horen wij in januari wel wanneer het voorstel waar de heer Ten Hoeve om heeft
gevraagd aan de orde komt. Er is hier sprake van een uitbreiding van het bestemmingsplan
Buitengebied. Wij horen in januari ook wel hoe die relatie tot stand komt. Een herziening
van het bestemmingsplan Buitengebied zou natuurlijk mooier zijn, maar dat drijft de kosten
alleen maar verder op
De heer Timmermans (weth.): In het verlengde van datgene wat besproken is in de afde
lingsvergadering hoeven wij mijns inziens nu niet te twisten over de vraag of het wenselijk
is om te komen tot een andere planologische regeling voor het voormalige grondgebied van
de Menaldumadeel en dan met name toegespitst op het terrein van de Schenkenschans en de
voormalige steenfabriek.
Er is al gezegd dat het nemen van een voorbereidingsbesluit op zich zelf niet zo'n kost
bare zaak is. Er moeten wel consequenties aan worden verbonden. Wil je echt zekerheid
hebben dat ongewenste ontwikkelingen niet tot stand komen - want dat is toch het uitgangs
punt - dan moet je binnen een jaar met een ontwerp-bestemmingsplan komen dat ter visie
heeft gelegen. Dan doe je datgene wat je wilt bereiken.
Ik heb in de afdelingsvergadering geen bezwaar gemaakt tegen de wenselijkheid van het
nemen van een voorbereidingsbesluit, maar ik heb slechts geconstateerd dat wij in de afge
lopen jaren tengevolge van bezuinigingen onder meer op het terrein van de ontwikkeling van
stedebouwkundige plannen nogal klem beginnen te raken. Als het gaat om het maken van be
stemmingsplannen dan kan er een aantal soorten bestemmingsplannen worden onderscheiden.
Er zijn bestemmingsplannen die ten laste komen van het Grondbedrijf. Dat zijn bestemmings
plannen waar door een eigen exploitatie de opbrengsten uit komen. De kosten van bijvoor
beeld het bestemmingsplan Camminghaburen kun je uit de grondverkoop weer terugkriigen.
Daarnaast is er een aantal bestemmingsplannen dat niet rendabel is en die worden betaald
uit het stadsvernieuwingsfonds. Dan zijn er ook nog bestemmingsplannen voor het buitenge
bied. Daar staan geen opbrengsten tegenover. Die bestemmingsplannen komen volledig ten
laste van de algemene dienst. Op dat terrein is er de laatste tijd gigantisch bezuinigd.
Ik had ten tijde van de afdelingsvergadering geen inzicht in de vraag of er ruimte was
voor wat betreft het maken van bestemmingsplannen. Momenteel beraden wij ons op die vraag.
Ik wil er op wijzen dat de raad voor de wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied ten
gevolge van de aanleg van Rijksweg 32 een apart krediet beschikbaar heeft gesteld, omdat
daarvoor in de lopende begroting geen ruimte meer was.
omdat daarvoor in de lopende begroting geen ruimte meer is.
Conclusie, mijnheer de voorzitter, is dat er geen bezwaar is om in januari een voorberei
dingsbesluit te nemen.Op dat moment kan door het college inzicht worden verschaft of en in
welke mate het maken van een bestemmingsplan al dan niet ten laste van bestaande budget
ten dan wel ten laste van een nader aan te geven krediet moet worden gebracht. Op dat mo
ment zal de raad een keuze moeten maken om daar al dan niet mee door te gaan.
Binnenkort is er een bespreking - dat is ook reeds toegezegd - over de bestemmings
plannen die in portefeuille zijn en de stand van zaken daaromtrent. In dat kader zal er voor
wat betreft de prioriteit in het maken van bestemmingsplannen een afweging moeten worden
gemaakt. De heer Sijbesma heeft terecht geconstateerd dat je, als je kiest voor het maken
van het onderhavige bestemmingsplan, dan wel moet weten welke andere bestemmingsplannen
daardoor worden uitgesteld. Op grond van betere informatie hebben wij binnenkort de ruimte
om die keuze te maken.
Ik kan de heer Ten Hoeve dus namens het college in positieve zin beantwoordenhet
geen ook geldt in de richting van de andere raadsleden.
De heer Rozema heeft gisteren tijdens de algemene beschouwingen een belangrijke op
merking gemaakt, namelijk of het niet wenselijk is te bezien of op of nabij de tijdelijke opslag
plaats realisatie van een verbrandingsoven mogelijk is. Ons uitgangspunt is dat er zo weinig
mogelijk binnen de bebouwde kom van Leeuwarden gesleept moet worden met vervuilde
grond. Dat is ook een van de argumenten waarom wij overwegende bezwaren hebben tegen
het maken van een verbrandingsoven op de Schenkenschans, want dat betekent dat de ver
vuilde grond van de tijdelijke opslagplaats door de bebouwde kom van de gemeente naar die
oven moet worden gereden. Het maken van een verbrandingsoven op het terrein van de tij
delijke opslagplaats hoeft daardoor niet te worden uitgesloten, integendeel. Een ander motief
is dat - ik denk dat dat het meest voor de hand liggend is-als je op het terrein van de
tijdelijke opslagplaats een verbrandingsinstallatie realiseert, dan de kosten voor ons voor
wat betreft de verwerking van de vervuilde grond het laagst zijn. Het criterium dat vol
strekt bovenaan moet staan is dat een en ander zodanig milieu-technisch veilig en zonder ge
varen en overlast is dat er geen bezwaren meer aan kleven. Dat is de lijn die wij willen vol
gen.
De heer Rozema: Zou de wethouder deze zaak met de Grontmij willen bespreken?