102 De heer Timmermans (weth.): Wij hoeven die zaak niet met de Grontmij te bespreken, want dat ligt meer op de weg van de provincie. De provincie heeft namelijk een relatie naar de Grontmij toe als het gaat om het verbranden van de grond. De gedachte zoals ik die heb geformuleerd is natuurlijk in het overleg met de provincie al lang eens naar voren gebracht. De Voorzitter: De discussie over dit punt is gesloten. Punt la (vervolg). De Voorzitter: Ik wil dan nu, voordat wij overgaan tot een wat vroege pauze, de overge bleven moties van de algemene beschouwingen in stemming brengen. Aan de orde is de stemming over motie 1 met betrekking tot het hbo-convenant. Motie 1 van mevrouw De Haan-Laagland en de heer Ten Hoeve wordt aangenomen met al gemene stemmen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over motie 3 met betrekking tot het Princes- sehof Motie 3 van mevrouw De Haan-Laagland en de heer Ten Hoeve wordt aangenomen met al gemene stemmen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over motie 6 met betrekking tot de F-16. Motie 6 van de heer Duijvendak en mevrouw Westra wordt aangenomen met 19 tegen 13 stemmen (Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van CDA, VVD, D66 en GPV/RPF/SGP.) De heer Dubbelboer: Het is in onze raad een goede gewoonte om bij het ter kennis bren gen van aangenomen moties aan iedereen die daar kennis van zou moeten nemen ook de tegen stemmers te vermelden. Ik zou dat ook graag in dit geval willen. De Voorzitter: Ik herinner mij deze gang van zaken. Wij gaan vroeg aan de koffie en dat betekent dat wij ook weer vroeg kunnen beginnen. Ik schors de vergadering. De Voorzitter schorst, om 20.40 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 20.55 uur, de vergadering. De heer Pruiksma is inmiddels ter vergadering gekomen. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 1b (vervolg). De Voorzitter: Aan de orde is de tweede termijn van het geclaimde punt met betrekking tot de verdere uitbouw van het homobeleid. Wethouder Kessler heeft het woord. De heer Kessler (weth.): Voorafgaande aan het bespreken van de motie wil ik nog enke le opmerkingen maken. Mevrouw Westra heeft gezegd dat het artikel in BAL onder andere door hetgeen uit het overleg met het COC naar voren is gekomen wat voorzichtiger en om zichtiger is gemaakt. Ik vind dat een prima zaak. Ik wist niet dat dat zo gespeeld had, maar het lijkt mij ook goed dat dit soort overleg dergelijke conclusies oplevert want daar doen wij het ook voor. Er is ook gevraagd in hoeverre het niet vervullen van de vacature emancipatiemedewerk ster uitstel kan lijden. Daar is nog geen beslissing over genomen. Deze zaak komt vrijdag a.s. in de vacaturecommissie. Maar gelet op de prioriteitsstelling binnen dit hele werkveld denk ik dat wij er niet aan ontkomen om de desbetreffende medewerkster te vervangen. Dan de motie. Wij hebben daar tijdens de pauze in het college over gesproken. De uit komst is als volgt. De heer Herrema heeft gewezen op het feit dat wij toch wat vriendelijker tegenover het idee van een homocongres moeten staan. Andere fracties hebben dat ook on derstreept. Het college staat daar zeer vriendelijk tegen over. Alleen de tijd en het geld wa ren een probleem. De tijd was nog wel het grootste probleem. Het college heeft daar het 103 volgende op gevonden. Wij zijn bereid om globaal te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor een congres ook qua tijd en geld. De vraag zal moeten worden toegespitst op de kosten die wij moeten dragen en op wat wij door middel van subsidies binnen kunnen krijgen. De uitkomst daarvan presenteren wij in de loop van 1988 aan de raad, inclusief de prioriteiten die daardoor mogelijk verschoven zullen moeten worden. De mate waarin prioriteiten verschoven zullen moeten worden hangt weer af van de vraag hoeveel subsidie je krijgt en hoeveel externe krachten je kunt inscha kelen. Op basis daarvan lijkt het ons mogelijk om in de loop van 1988 te beslissen of wij wel of niet zo'n congres organiseren. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie. Mefrou Westra: De strekking fan de moasje is troch it kolleezje oernommen. Wy lüke üs moasje dêrom yn. De Voorzitter: De motie is ingetrokken. De discussie over dit punt is gesloten. Wij gaan over naar het volgende agendapunt. Punt 1c (bijlage nr. 265). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de aangenomen moties en de door het college gedane toezeggingen. Punt ld. De Voorzitter: Aan de orde zijn de voorstellen voor herwaardering en nieuw beleid 1988- 1992. Mefrou Westra: Even koart om de hoeke oer it ütstel nij belied foar it Koördinaasjepunt Tuskenskoalse Opfang. Wy wolle hjiroer de folgjende moasje yntsjinje. "De gemeenteried fan Ljouwert, gearkommende op 15 desimber 1987, lezen it ütstel fan b. en w. om yn it ramt fan nij belied f. 35.000, te besteegjen oan it Koördinaasjepunt Tuskenskoalse Opfang, betinkende - dat de kosten fan it koördinaasjepunt begrutte binne op f.43. 000, - dat it net winsklik is dat it tal oeren ütfierend wurk werom brocht wurdt of dat de administrative of begeliedende stipe fanüt de SKL ferfalt beslüt f. 43.000,beskikber te stellen foar it Koördinaasjepunt Tuskenskoalse Opfang." De moasje is mei-ündertekene troch Jan Willem Duijvendak. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagin gen. Wenst iemand van de overige raadsleden over dit agendapunt het woord? De heer Ybema: Ik wil ook een opmerking maken over de coördinatie van de tussenschool- se opvang. Dit punt is uitgebreid in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden aan de orde geweest. Toen heb ik al verklaard dat mijn standpunt is dat het college de f. 43.000,die is aangevraagd als subsidie voor het hele jaar 1988 zal moeten geven en dat het niet aangaat om dat bedrag nu verder af te knijpen tot f. 35.000,--. De discussie is toen wat voortijdig afgekapt, omdat die werd doorverwezen naar de Commissie voor het Onderwijs. Zoals wij in tussen weten heeft de discussie daar niet plaatsgevonden en daarom komen wij er nu in deze vergadering op terug. Het is bekend dat het Coördinatiepunt Tussenschoolse Opvang per 1 september van dit jaar is ingesteld. Voor de resterende vier maanden van 1987 is een subsidie verstrekt van f. 15.000, Er is ook al beslist dat het coördinatiepunt toch nog vier jaar in stand zal moe ten blijven om met name de tussenschoolse opvang goed van de grond te krijgen. De subsi die voor 1987 voor vier maanden zou omgerekend voor een heel jaar uitkomen op f. 45.000, Die rekensom is gemakkelijk te maken. De Stichting Kinderopvang Leeuwarden heeft nog kans gezien om het budget dat voor dit coördinatiepunt nodig is te beperken tot f. 43.000, Ik denk dat daarmee toch wel alle mogelijkheden zijn benut om de kosten tot het uiterste terug te brengen. Een verdere verla ging van de subsidie op dit onderdeel zal volgens D66 de voortgang van het werk van de coördinatrice tussenschoolse opvang onnodig in gevaar brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 52