1-04 /OS
Wij hebben ook gehoord via de begeleidingscommissie dat er de eerste vier maanden
heel goed werk is verricht. Dat betekent dat er belangrijke aanzetten zijn gegeven om die
tussenschoolse opvang ook inderdaad van de grond te krijgen. Mijn fractie is van mening
dat wij dat werk niet in gevaar moeten brengen door nu nog een keer een paar duizend gul
den te knijpen op een budget waar het gewoon niet inzit.
Mevrouw De Haan-Laagland: Ik heb begrepen dat er nader overleg is geweest met be
trokkenen en dat het college naar aanleiding van dat overleg ook zelf een standpunt zou for
muleren. Ik wil graag dat standpunt van het college horen en ik zal dan in tweede instantie
ons standpunt over de motie meedelen.
De heer Krol: Ik sluit mij daarbij aan.
De heer RozemaWij zijn tegen deze motie. Mijn fractie is van mening dat ouders zelf
zullen moeten zorgen voor deze opvang. Uit de praktijk weet ik dat dit ook mogelijk is.
Mevrouw VIietstra (weth.): Ik wil eerst het collegestandpunt meedelen en daarbij tege
lijk de voorgeschiedenis vertellen. Wij hebben in april van dit jaar besloten om eenmalig
f.13. 000,beschikbaar te stellen uit middelen die voor de tussenschoolse opvang bestemd
waren. Naderhand hebben wij daar uit de onderwijsmiddelen nog f.2. 000,aan toegevoegd
voor te maken huisvestingskosten en ondersteuning door de Stichting Kinderopvang. Daar
naast is in het voorjaar in het kader van de voorstellen nieuw beleid een voorstel ingediend
om voor vier jaar de steunfunctie voort te zetten met een bedrag van f. 35.000,per jaar.
Enige tijd geleden is er een brief van de begeleidingscommissie binnengekomen waarin staat
dat het bedrag van f. 35.000,te weinig zou zijn. Naar aanleiding daarvan hebben wij een
gesprek gehad met de begeleidingscommissie en hebben wij de begroting doorgelopen. Voor
een heel groot deel kunnen wij meegaan met de posten zoals die in de begroting zijn opgeno
men. Dat betreft dan met name de organisatiekosten, zoals administratieve steun, porti, te
lefoon, vergaderkostenenz.
Voor een deel kunnen wij niet met de begroting meegaan en dat betreft het bedrag dat is
opgevoerd voor de wekelijkse werkbegeleiding vanuit de Stichting Kinderopvang. Wij vinden
het terecht dat dat de eerste vier maanden heeft plaatsgevonden. Die vier maanden zijn nu
achter de rug. In de begeleidingscommissie heeft onder andere ook de Stichting Kindercentra
Friesland (SKF) zitting, die als steunfunctie fungeert voor het kinderopvangwerk. De Stich
ting Kinderopvang Leeuwarden is een uitvoerende organisatie en heeft geen steunfunctie.
Wij denken dat voldoende in de begeleiding kan worden voorzien door middel van begelei
dingscommissie en SKF. In die zin hebben wij dus gemeend die post te moeten schrappen.
Dat betekent dat wij niet, zoals de heer Ybema suggereert, het bedrag hebben afgekne
pen. Integendeel, wij hebben het bedrag dat aanvankelijk was geraamd op f. 35.000,ver
hoogd met een bedrag van f. 4.864, Daarmee blijft het aantal uren in stand en kan admi
nistratieve ondersteuning geraliseerd worden. Bovendien is er wat geld gereserveerd voor
overleg en is er een klein potje gemaakt ten behoeve van het TVJ-project. Ik denk dat wij
daarmee het project alle kans geven om zich verder te ontwikkelen. Wel wil ik nadrukkelijk
opmerken dat wij ook dit een heel belangrijk project vinden en dat wij de indruk hebben, op
basis van wat er de afgelopen vier maanden is gebeurd, dat er goed werk wordt verzet dat
in een duidelijke behoefte voorziet.
Het aanvullend bedrag komt overigens niet uit de middelen voor nieuw beleid, maar uit
het fonds onderwijs-emancipatie. Voor een periode van vier jaar wordt er vanuit dat fonds
een bedrag toegevoegd van jaarlijks f. 4.864,
Ik wil het hierbij laten.
Mefrou WestraWy kinne achteröf fêststelle dat it sa gek noch net west hie om hjir wol yn
de kommisje diskusje oer te fieren en dat it ek net sa gek west hie as wy fantefoaren oanfol-
gjende ynformaasje han hienen dat der no dochs ekstra jild komt. Wy moatte üs moasje tink ik
even oanpasse wat it bedrach oanbelanget, want it kolleezje wol no sawat f. 39.000,beskik-
ber stelle.
Wy hanthavenje de moasje noch wol foar it léste part, nammentlik de ynhaldlike stipe fan-
üt de SKL. Wy hawwe de earste fjouwer moannen dy ynhaldlike stipe ek honorearre. Wy haw-
we ek net foar neat dit koördinaasjepunt ünderbrocht by de SKL, omdat ek wy wol seagen dat
it nochal in ienfrouspost is, in net ienfaldige wurksoart om dingen fan de grün te krijen.
Stipe by dit wurk is dus wol nedich.
It is wat lestich om te beoardieljen dat de SKF dy stipefunksje ütfiere moatte soe omdat
dy dér foar is tsjinoer de ütspraak fan de wurkster seis dat hja wol behoechte hat oan bege-
lieding ien kear yn de wike. Wy kinne dat op dit momint net goed ófweagje. It giet lykwols
ek noch mar om in hiel lyts bytsje jild foar dy twa oeren ynhaldlike stipe. Wy fine it allegear-
re in bytsje "ipekniperich" dat it kolleezje krekt dér net foar oer de brêge kommen is. Wy
105
miene dat it koördinaasjepunt wol tsjinne is mei ek dat léste ferskil tusken it kolleezje-ütstel
en itjinge yn de begrutting frege is.
De heer Ybema: De discussie spitst zich kennelijk nu toe op de laatste f. 3.000,Het
is allemaal vreselijk "trekkerig", maar het kan niet anders. Het gaat dan om de inhoudelijke
begeleiding van twee uur in de week van de coördinatrice. De taxatie van D66 is dat die in
houdelijke begeleiding van de coördinatrice erg belangrijk is. Als wij de subsidie die daar
voor nodig is niet verlenen, dan lopen wij het risico dat de coördinatrice toch wat komt te
hangen, omdat de begeleiding door middel van de begeleidingscommissie - ik heb mij laten
vertellen dat het gaat om een begeleiding van één keer in de drie of vier weken - toch een be
geleiding op afstand is. Juist die wekelijkse inhoudelijke begeleiding, waarbij allerlei zaken
die toch vrij acuut aan de orde zijn worden besproken, is erg belangrijk voor de hele voort
gang van het project. Ons oordeel is dat het belang van de twee uur inhoudelijke begeleiding
in de week zo groot is dat wij graag die f. 3.100,die daarvoor nodig is daar voor over
hebben. Ik zou een beroep op het college willen doen om op dat punt toch eens te kijken of
dat niet echt mogelijk is. Het zijn kleine bedragen waar het om gaat. Wij moeten dit project,
dat toch zo breed door de raad wordt gewild en ondersteund, niet onnodig in gevaar brengen.
Mevrouw De Haan-Laagland: Ik wil mij aansluiten bij de woorden van wethouder Vlietstra,
hoewel ik mij best realiseer dat de ondersteuning zoals die kennelijk de afgelopen vier maan
den heeft plaatsgevonden heel plezierig heeft gewerkt en dat het jammer is om dat dan af te
breken. Dat aspect weegt mijns inziens niet op tegen het feit dat je de steunfunctie op de
langere termijn toch niet bij de Stichting Kinderdagverblijven moet leggen. In die zin onder
steunen wij de woorden van de wethouder en zullen wij de motie van mevrouw Westra niet
steunen.
De heer Krol: Wij zijn blij dat de bijdrage met ongeveer f. 5.000,is verhoogd. Wij
waarderen het dat het college zich er voor heeft ingespannen om het nog zover te krijgen.
Er is niet voor niets denk ik een begeleidingscommissie in het leven geroepen die breed is
samengesteld uit alle betrokkenen. Wat dat betreft is er niet zozeer sprake van een één-
vrouwspost. Zij hoeft zich in het geheel niet alleen te voelen. De begeleiding kan dus opti
maal plaatsvinden. Als nu ook nog om die f. 3.000,-- wordt gevraagd dan is het spreek
woord "wie het onderste uit de kan wil hebbenvan toepassing. Wij zijn tegen de motie
van PAL.
De heer Dubbelboer: Na de toelichting van de wethouder hebben wij geen behoefte aan
de motie.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Het eerder verstrekken van informatie lijkt mij wat moeilijk.
Vanmorgen is het voorstel in b. en w. geweest juist met de bedoeling om nog voor vanavond
daar een standpunt over in te nemen. In die zin is de raad dus heel snel geïnformeerd.
Het is mijns inziens prima dat de begeleiding de afgelopen vier maanden wel is gegeven.
De medewerkster heeft alle kans gehad om daar gebruik van te maken. Ik heb zelf de indruk
dat zij nu aardig is ingewerkt. Mevrouw Westra zegt "Wat is nu f. 3.000,Die f. 3.000,
gaat natuurlijk wel af van andere activiteiten die wij ook in het kader van het onderwijs-
emencipatiebeleid willen uitvoeren. Wij hebben hier trouwens wel eens over nog geringere be
dragen discussie gevoerd. Ik vind dat dus een beetje een flauw argument. Je moet reëel be
kijken wat een begroting inhoudt en op welke posten je het verantwoord vindt om wat extra
toe te voegen.
Als de heer Ybema zegt dat wij dit project niet in gevaar moeten brengen dan gaat mij
dat echt te ver. De medewerkster is mijns inziens uitstekend in staat om het werk op een
heel goede manier te verrichten, ook zonder die werkbegeleiding.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie van PAL.
De motie van mevrouw Westra en de heer Duijvendak wordt verworpen met 29 tegen 4
stemmen
(Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PAL en D66.)
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt ld.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Mefrou Westra: Ik hie ferwachte dat de GPV/RPF/SGP-fraksje tsjin dit koördinaasjepunt
stimme soe, mar dat is dus net sa.
De Voorzitter: Wij laten dat gewoon aan de leden van de raad zelf over.