J06 Punt 1e. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 2. Rondgezonden mededelingen. De Voorzitter: Aan de mededelingenlijst moeten worden toegevoegd de brieven die ge noemd zijn op de lijst van 14 december 1987 en alle andere brieven die op uw tafels zijn neer gelegd. Ik stel u voor deze brieven te betrekken bij de desbetreffende punten die nog aan de orde komen en deze mededeling op dit moment voor kennisgeving aan te nemen. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzitter. De Voorzitter: Ik vraag mij af of het ook logischer is om agendapunt 15a eerst aan de orde te stellen en dan agendapunt 3. Of zeggen wij: het is lood om oud ijzer, laten wij maar gewoon de reeks blijven volgen? Ik heb de indruk dat het een het ander helemaal niet hoeft te bijten. Ik constateer dat de raad het daarmee eens is. Wij handelen dan eerst agendapunt 3 af. Punt 3 (bijlage nr. 393). De Voorzitter: Dit punt luidt: Stand van zaken aanvullende herwaardering 1987-1991. Mefrou WestraIk wol eat sizze oer it Natuer Edukatyf Sintrum. Wy hawwe eartiids yn- stimd mei de taakstelling fan f. 30.000,foar it Natuer Edukatyf Sintrum en üs ek akkoart ferklearre mei in gefolch fan dat beslüt nammentlik dat de natueredukative funksje earne oars ünderbrocht wurde moatte soe. Der wie doe al hiel gjin sprake fan dat it natueredukatyf wurk in hiel skoft stil lizze soe. Oer kontinuïteit is doe neat sein, omdat de ünderstelling wie dat ien en oar op inoar oanslüte soe. Wy fine it eigenaardich dat it kolleezje folslein ün- bekommentariearre lit it feit dat der no wol in gat fait. Ik kolleezje skriuwt yn de riedsbrief: "Teneinde continuïteit van het ondersteuningsaanbod voor het onderwijs te garanderen, wordt gestreefd naar een hervatting van de werkzaamheden op het gebied van de natuuredu- catie per 1 september 1988." Wy stelle üt dat it kolleezje it begryp "continuïteit" reservear- ret foar saken dy't sünder ünderbrekking trochrinne en net tapast by in ütstel dêr't in gat fan njoggen moannen yn fait. Wy hawwe by it kolleezje net murken dat it der mei oan is dat de saken no sa ütpakke dat de skoallen it de rest fan dit skoaljier sünder in oanbod fan it Natuer Edukatyf Sintrum stelle moatte. Ut de grutte stream brieven fan skoallen docht bliken dat it ünderwiis dêr be paald net wiis mei is. PAL is dat ek net. Doe't it der noch op liek - ik rin dan wol even foar- üt op agindapunt 15a - dat de Bernebuorkerij net privatisearre wurde soe, stienen wy yn öfwiking fan it ütstel fan it kolleezje op it stanpunt dat it Natuer Edukatyf Sintrum dit skoal jier üt gewoan by de Bernebuorkerij ünderbrocht bliuwe moast. Mar ündertusken is düdlik dat per 1 april 1988 de Bernebuorkerij yn private hannen oergiet. Fan't maaitiid - foar de na- tueredukaasje krekt it nijsgjirrigste seizoen - kin der dochs al gjin oanbod fan aktiviteiten foar de skoallen wêze. Dêrmei hat it ek gjin sin mear om it sintrum de kommende wintermoan- nen iepen te halden. Wat kinne wy oars dwaan as üs der dus mar by dellizze dat pas wer fan septimber öf it natueredukative wurk fuortset wurdt? Is der trouwens al sicht op dat dy da tum fan 1 septimber helle wurde sil? En giet it dan om in oanfang fan de aktiviteiten of is it dan noch mar it begjin fan in ynwurkperioade? Oer de finansjele kant fan de saak wol ik it folgjende sizze. It fernuveret üs dat yn de riedsbrief de finansjele tafaller net fermeld wurdt, nammentlik de finansjele tafaller dy't ünt- stiet no't dizze funksje mear as in healjier net ferfolle wurdt. Op jierbasis is der in ton be- skikber. Lük dêr acht moannen óf, dan haldt men dochs sa'n f. 65.000,oer. Bliuwt dizze ynstruii'ng reservearre foar it natueredukatieve wurk of ferdwynt it jild nei de algemiene reserve? (De hear Ten Hoeve: It jild ferdwynt dan net, want dan dogge wy der ek wol goede dingen mei.) Goed, it jild ferdwynt net mar it bliuwt yn elts gefal net foar dit wurk bewarre. En dat hie dan wel fermeld wurde moatten. Ta beslüt noch eat oer de ófbou fan it Natuer Edukatyf Sintrum. By de stikken oer de Bernebuorkerij stiet dêr wol wat oer fermeld. Oangeande it Natuer Edukatyf Sintrum wurdt neat sein oer de ófbou. Wy hawwe üs fertelle litten dat de meiwurker fan it Natuer Edukatyf Sintrum noch net dien krigen hat en dat wy, foardat de üntslachproseduere öfrün is, twa a trije moannen fierder binne. It lean sil dan yn elts gefal oan de meiwurker trochbetelle wurde moatte. De heer Ybema: Ik heb een paar raadsvergaderingen geleden bij een ingekomen brief op 1-07 ibis, de mededelingenlijst het punt van de continuïteit van de natuureducatieve functie aangekaart. De wethouder heeft toen terecht die discussie verwezen naar de nadere rapportage op dat punt en die is vanavond aan de orde. Ik heb toen al gezegd - vanavond wil ik dat herhalen - dat wij, gelet op de beslissing die is genomen, wel de situatie voor het Natuur Educatief Cen trum en de natuureducatieve functie voor de periode van 1 januari 1988 tot september 1988 onder ogen moeten zien. In het voorstel zoals dat er nu ligt lijkt het dat er dan gewoon geen natuureducatieve functie meer is. Bovendien gaan wij er vanuit dat het inderdaad lukt om per 1 september 1988 bij het Fries Natuurmuseum de natuureducatieve functie al onderge bracht te hebben en te continueren. Dat zou nog wel eens meer voeten in de aarde kunnen hebben dan wij misschien nu voorzien en daardoor zou de natuureducatieve functie zelfs voor een veel langere tijd niet beschikbaar zijn voor de scholen. Ik vind dat toch een heel kwalijke ontwikkeling. Meestal word je bij dit soort zaken onmiddellijk voor de voeten geworpen waar je het dan door wilt dekken. Wij hebben hier niet te maken met een echte financiële problematiek. Er is eerder een ton gereserveerd voor de natuureducatieve functie. Die ton is beschikbaar voor geheel 1988 en dat had onder andere kunnen betekenen - ik noem maar een mogelijkheid - dat bij de beoordeling van de situatie rond de Kinderboerderij en de voorstellen daarover heel nadrukkelijk bekeken had kunnen worden wat er in die combinatie nog mogelijk was ge weest voor het Natuur Educatief Centrum. Het is iedereen bekend dat D66 tegenstander is van privatisering van de Kinderboerde rij. Het lijkt toch de kant van privatisering uit te gaan. Ik had mij kunnen voorstellen dat het college een geschikte datum had gezocht voor de privatisering van de Kinderboerderij, bijvoorbeeld 1 april 1988, om op die manier ook zo lang mogelijk de natuureducatieve functie - dus ook tot 1 april 1988 - bij de Kinderboerderij te laten bestaan. Daardoor zou je een heel groot deel van het schooljaar 1987 - 1988 hebben kunnen redden. Het lijkt mij dat dat meer een kwestie is van organisatie. De financiën zijn wel beschikbaar. Ik zou graag van het college een reactie willen hebben waarom nu zo abrupt voor het be ëindigen van de functie van het Natuur Educatief Centrum per 1 januari wordt gekozen en waarom niet gekeken is naar het continueren van deze functie tot bijvoorbeeld 1 april. De heer Heidstra: Ik wil even reageren op de woorden van de heer Ybema. Hij zegt dat het nogal abrupt is om het Natuur Educatief Centrum per 1 januari te sluiten of althans de subsidie te beëindigen. Ik denk dat dat helemaal niet zo abrupt is, want daar is in verschil lende commissievergaderingen - vooral in de commissie voor het Onderwijs - nogal eens over gesproken. Ik verwonder mij een beetje over zijn uitspraak nu dat het Natuur Educatief Cen trum zou moeten blijven bestaan tot september, terwijl hij in de vergadering van 28 april jl. in een motie heeft verwoord dat het college in overleg zou moeten treden met het bestuur van de Kinderboerderij om een ton te bezuinigen op de functie van het Natuur Educatief Centrum. Ik snap zijn redenering van dit moment niet helemaal. De heer Krol: Ik heb één vraag aan de wethouder. Het is al weer een poosje geleden dat wij dit onderwerp hebben besproken in de Commissie voor het Onderwijs. Daarom vraag ik hoe op dit moment de stand van zaken is met betrekking tot de besprekingen met het Fries Natuurmuseum Mevrouw Vlietstra (weth.): Ik begin met de reactie van mevrouw Westra. Zij memoreert dat de PAL-fractie akkoord was met enerzijds f. 30.000,bezuinigen en anderzijds een andere opzet van het Natuur Educatief Centrum. Toen deze hele discussie in de commissie plaatsvond waren de fracties die daarin zitting hebben - D66 heeft geen zitting in die com missie en heeft toen dus geen standpunt kunnen innemen - unaniem van mening dat het on derzoeken van de mogelijkheden voor aansluiting bij het Fries Natuurmuseum een goede weg zou zijn voor de natuureducatie. Op dat moment is mij niet gebleken dat mevrouw Westra van mening was dat dus de zaak gewoon tot 1 september 1988 door zou moeten lopen. Ik moet zeg gen dat ik daar hogelijk verbaasd over ben. (Mefrouw Westra: It is yndied sa dat ik my yn earste ynstansje yn de kommisje akkoart ferklearre haw mei it ütstel. Mar ik haw ek düdlik blike litten nei dy gearkomste en yn de folgjende gearkomste dat wy by neier ynsjen it net iens wienen mei it gat dat foei. Wy hawwe dat dus wol blike litten, mar net op it alderearste mo- mint.) Dat is dan een kwestie van hoe je luistert, mijnheer de voorzitter. Het was mij in ieder geval niet duidelijk dat mevrouw Westra er automatisch vanuit gegaan is dat tot 1 septem ber de zaak ondergebracht zou blijven bij de Kinderboerderij. Maar goed dat even ter zijde. Ik begrijp dat mevrouw Westra zegt dat er niets anders overblijft dan zich neer te leggen bij de situatie. Ik neem dat voor kennisgeving aan. Mevrouw Westra heeft gevraagd of er al zicht is of de datum van 1 september gehaald wordt. Ook de heer Krol heeft daar naar gevraagd. In oktober hebben wij een eerste gesprek gehad met het bestuur van het Fries Natuurmuseum. Vervolgens heeft dat bestuur zich bera den en ons eind november laten weten dat het positief staat tegenover samenwerking. Het bestuur van het Fries Museum wil graag met ons onderzoeken op welke wijze de functie na-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 54