U&/0 den het bedrag van f. 106.000,een zuiver incidenteel begrotingstekort dat niet voorzien is en dat ook niet in een andere richting gedekt kan worden. Daarom deze motie. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadsla gingen. De heer RozemaBehalve de VVD, mijnheer de voorzitter hebben ook wij bezwaren te gen het afwentelen van de f. 106.000,naar eigenaren door een extra verhoging van het rioolrecht. Daarin gaan wij dus mee met de VVD-motie. Het geld moet echter wel opgebracht worden. Dan kom je op het punt hoe het gedekt moet worden. Het nemen van het geld uit de algemene reserve vinden wij ook niet geweldig en zeker niet nu die reserve zich op een vrij laag niveau bevindt. Dan moet je kiezen. Wij kiezen daarom de minst slechte oplossing en volgen hierin het collegevoorstel. De heer Mink: De heer Bijkersma heeft gezegd dat er al uitgebreid gesproken is over dit voorstel in met name de Commissie voor de Financiën. Het ging daarbij vooral om het compensatie-voorstel onroerend goedbelastingen. Ook wij hebben toen een voorbehoud ge maakt, niet met betrekking tot de extra verhoging niet-woningen ad f. 106.000,maar met betrekking tot de extra verhoging van de afvalstoffenheffing. Wij zijn van mening dat wij niet vooruit moeten lopen op de resultaten van de mee- en tegenvallers die wij het komend jaar kunnen verwachten. Wij zullen de actuele financiële situatie afwachten zoals die wordt geschetst in de voorjaarsnota. Tot slot nog een opmerking over de motie van de VVD. Het is wel opmerkelijk dat het met name de VVD is die nu opeens met een motie komt om iets te dekken uit de algemene re serve. Ik heb altijd begrepen dat de VVD er voor pleit om de algemene reserve op een hoger niveau te houden dan nu het geval is. Nu komt juist de VVD met deze motie. Mijn fractie heeft geen behoefte aan de motie en zal die derhalve niet steunen. De heer Ybema: In de eerste plaats wil ik ingaan op de motie van de VVD. In de commis sie heb ik het standpunt ingenomen dat het niet zo'n fraaie oplossing is die het college voor stelt voor het vinden van de compensatie van de f. 106.000,voor niet-woningen. Het voor stel dat de VVD nu doet vind ik eigenlijk nog slechter. De dekking ten laste van de algeme ne reserve komt juist in een jaar dat die algemene reserve op een heel laag niveau staat. Het lijkt mij vanuit een gezond financieel beleid gezien geen goede zaak om het bedrag van f. 106.000,nu ten laste van die algemene reserve te brengen. Ik stem dus niet in met de motie. Een andere opmerking die ik wil maken kan worden beschouwd als een stemverklaring. In het voorstel van het college is ook opgenomen de fasegewijze verhoging van de afvalstof fenheffing tot het kostendekkende niveau.Het zal u ongetwijfeld nog bekend zijn dat D66 eind april toen dat punt ten principale aan de orde was, zich daartegen heeft uitgesproken, met name met als argument dat de belastingdruk voor de inwoners in Leeuwarden niet verder zou moeten worden vergroot. Ik heb daar ook in deze algemene beschouwingen opnieuw naar verwezen. Wij hechten er aan om deze keer op dat punt een aantekening te claimen dat wij geacht willen worden daartegen te hebben gestemd. De heer Van der Wal: De wethouder heeft in de commissie ook al aangegeven dat dit voor stel niet bepaald de schoonheidsprijs verdient. Het is een noodmaatregel om de tijdelijke te rugloop van de limieten op te vangen. Ook mijn fractie vindt het geen geweldig voorstel. Wij kunnen met het voorstel akkoord gaan onder de restrictie dat het hier gaat om een strikt tijdelijke maatregel die weer rechtgetrokken wordt zodra de limieten worden verruimd. De motie van de VVD. Ik zal de verleiding weerstaan om een persiflage te geven van som mige gedeelten van de vorige algemene beschouwingen van vorig jaar op het punt van de al gemene reserve. Wij kunnen nu een vrij grote beleidsommezwaai van de VVD constateren. De VVD-fractie heeft jaren geschreeuwd dat de algemene reserve hoger moest, zonder daar overigens ooit één constructief voorstel voor in te dienen. Op zich kan ik de redenering van de VVD wel volgen, al vind ik die op dit punt wel een beetje dik aangezet. Maar goed, dat recht heeft men. Om het bedrag van f. 106.000,echter uit de algemene reserve te dekken is saillant te noemen. Laat ik het daar maar even op houden. De heer Pruiksma: Mijn fractie heeft geen bezwaar tegen het voorstel bijlage nr. 407 en zal daar mee instemmen. Over de motie van de VVD wil ik een paar opmerkingen maken. Als je mijnheer Bijkers ma hoort praten dan zou je bijna denken dat hij het heeft over een retributie. Voor zover ook mijnheer Bijkersma dat zou vinden, dan moet voor de volledigheid worden opgemerkt dat ook rioolrecht een doodgewone, ik zou bijna zeggen een ordinaire belasting is en geen retri butie. In zoverre is voor zijn standpunt niet steeds grond te vinden. Als vervolgens in de motie wordt geconstateerd dat het wezensvreemd is om de ene cate KWD gorie te verschuiven naar de andere dan lijkt dat strikt principieel juridisch wel juist, alleen de kans is groot dat dan over het hoofd wordt gezien dat een eigenaar/bewoner evenzeer ge bruiker is in de zin van artikel 5 van het Besluit gemeentelijke onroerend goedbelastingen. In zoverre zou de compensatie in de ogen van de VVD op een ander bedrag dan f.106. 000, betrekking moeten hebben, maar die specificatie mis ik in de motie. De motie ontbeert voldoende feitelijke grondslag naar onze mening om er mee te kunnen instemmen Ik zal mij niet voegen in het koor van critici in de richting van de heer Bijkersma wat de algemene reserve betreft. Een algemene reserve is een eenmaal bestaand instrument om ge bruik van te maken De heer Kessler (weth.): Het is waar, zoals de heer Van der Wal zegt - dat is ook al in de commissie gezegd -, dat dit voorstel niet de schoonheidsprijs verdient. Er zijn vier cate gorieën belastingen aan de orde die tijdelijk toegedeeld moeten worden naar andere belastin gen. Voor drie categorieën belastingen was dat relatief gemakkelijk, voor de vierde catego rie, waarbij het gaat om een bedrag van f. 106.000, ligt dat wat moeilijker. Het college heeft alles afwegende dezelfde afweging gemaakt zoals de meerderheid van de raad nu maakt, namelijk toevoegen aan het rioolrecht voor eigenaren. Ik heb ook al in de commissie gezegd dat wij er vanuit gaan dat het hier gaat om een eenmalige zaak die alleen voor 1988 geldt. Zodra de mogelijkheden zich in 1989 voordoen om deze maatregel ongedaan te maken doordat de limietverruiming er is zullen wij dat doen en zullen wij ons weer richten op de onroerend goedbelastingen. Voor wat betreft de dekking ten laste van de algemene reserve kan ik mij aansluiten bij wat enkele andere fracties daarover hebben gezegd, namelijk dat je dat niet moet doen gelet op de financiële positie van de gemeente. De heer Bijkersma: Ik wil in tweede instantie graag een reactie geven in de richting van die fracties die gemeend hebben de VVD-fractie te moeten kapittelen over het gebruik van de algemene reserve in deze. De algemene reserve, ingesteld door de raad, is bedoeld ter dekking van incidentele begrotingstekorten. In het voorliggende voorstel is sprake van een zuiver incidenteel begrotingstekort waarvan wij vinden dat dat best uit de algemene reserve gedekt mag worden. Als gezegd wordt dat de VVD-fractie er steeds op aandringt dat de al gemene reserve op peil moet blijven, dan wil dat natuurlijk niet zeggen dat je er nimmer aan mag komen want dan had je die reserve helemaal niet hoeven in te stellen. De argumenten van de andere fracties omtrent het gebruik van de algemene reserve in onze richting wijs ik totaal van de hand. Ik wil tot slot iets zeggen in de richting van de heer Pruiksma, want die meent mij te moeten kapittelen over het taalgebruik dat ik hier bezig. Ik heb geprobeerd datgene wat de VVD-fractie wil in eenvoudige woorden weer te geven. Ik weet wel dat de heer Pruiksma al tijd moeilijke woorden gebruikt, maar dat komt waarschijnlijk door de studie die hij in het verleden heeft gevolgd. (Gelach) Toch denk ik, mijnheer Pruiksma, dat u zich een beetje moet matigen wat dat betreft, want u maakt zich daardoor niet sterk en u verdoezelt daar door een aantal zaken. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Voelt de wethouder zich nog aangesproken om te reageren? Als dat niet zo is dan is de stemming aan de orde. Ik breng in stemming de motie van de heer Bijkersma. De motie van de heren Bijkersma en Dubbelboer wordt verworpen met 29 tegen 4 stem men. (Voor de motie stemmen de leden van de VVD-fractie.) De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 4. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. met inachtneming van de door de heer Ybema gewenste aantekening. Punt 15a (bijlage nr. 413). De Voorzitter: Aan de orde is thans Rapportage omtrent de mogelijkheden om een bespa ring op de gemeentelijke uitgaven ten behoeve van de Kinderboerderij te realiseren. De heer Herrema: Bij de definitieve beslissing over de Kinderboerderij stond de PvdA- fractie voor een moeilijke keus. Een keus tussen twee lijnen, de privatiseringslijn die voldoet aan de financiële doelstelling die wij in april hebben verwoord en het alternatief van het stichtingsbestuur dat daar minder aan voldoet. Tegelijk is er sprake van een moeilijke keus omdat het uiteindelijke voorstel van het college ook nogal wat gevolgen heeft voor de betrok-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 56