jis tn te zeggen. Er staat een woning op het terrein, er kan een gezinslid aan het werk, en de heer Bergsma kan daar voor een deel ook eigen beesten stallen. Dat zijn heel concrete mate riële belangen die er voor de heer Bergsma aan zitten. Ons geeft dat het vertrouwen dat het de heer Bergsma niet te doen is om er geld uit te halen. Voor mijn fractie is er voldoende garantie voor continuïteit. Daarnaast vind ik het van belang om nu uit te spreken, gelet op brieven van mensen waarin zij schrijven dat privatisering het einde betekent van de Kinderboerderij, dat daar geen sprake van kan zijn. Op het moment dat het mis gaat, ligt ten eerste de verplichting op de schouders van de heer Bergsma om de Kinderboerderij met dezelfde voorzieningen aan de gemeente terug te geven. Op de tweede plaats is het dan weer een verantwoordelijkheid van de gemeenteraad en moeten wij opnieuw bekijken wat wij er mee gaan doen. Maar omdat wij met elkaar steeds hebben uitgesproken dat wij de Kinderboerderij overeind willen houden zal er dan, neem ik aan, een initiatief van onze gemeente uitgaan om dat dan eventueel op een andere manier te gaan doen. Er is echter nu noch in de toekomst sprake van het einde van de Kinderboerderij. De motie. Ik moet zeggen dat ik wat verbaasd ben over het antwoord van de wethouder en wat teleurgesteld over de houding van de PvdA-fractie. Als je naar de huidige prijzen kijkt en constateert dat iedereen voortdurend beklemtoont dat de Kinderboerderij voor de minima een belangrijke voorziening is, dan kun je eigenlijk nu al vaststellen dat die prijzen bijna niet omhoog kunnen omdat een kleine prijsstijging al een grote drempel verhoging in houdt. Ik begrijp dan ook niet erg goed waarom b. en w. dit punt niet hebben "uitonderhan deld" met de heer Bergsma. Wij hebben in de commissie uitdrukkelijk aan de wethouder ge vraagd om dit punt in te brengen, daarbij een termijn te noemen en duidelijk te maken dat de raad vindt dat er sprake moet zijn van bevriezing van de entreeprijzen. De wethouder wordt in zijn antwoord nog onduidelijker want hij zegt dat dit punt niet in de onderhandelingen met de heer Bergsma is besproken en dat het college dus ook niet goed weet wat hij daar van vindt. Dan krijg je dus wantrouwen, want het zou kunnen zijn dat de heer Bergsma blijkbaar wel van plan is om prijsverhogingen door te voeren want anders zou de wethouder met een gerust hart kunnen zeggen: Goed, wij hebben ook de indruk dat de heer Bergsma dat niet vindt. Ik vind dat hij van tevoren moet weten dat de meerderheid van de raad vindt dat de komende jaren de prijzen niet omhoog gaan. Het lijkt mij uitermate nut tig om dat vanavond als raad klip en klaar uit te spreken, want dan weet de heer Bergsma dat van tevoren. Blijkt dat de heer Bergsma dat niet accepteert dan is dat in ieder geval voor mijn fractie reden om nog eens na te denken over de vraag of hij wel de geschikte kandidaat is. Het moet duidelijk zijn dat er voor de heer Bergsma geen financieel perspectief in zit en dat hij niet moet denken dat hij de financiële problemen als die eventueel ontstaan kan ver halen op een verhoging van de entreeprijzen. Ik neem aan dat de PvdA-fractie dat ook vindt, want die heeft duidelijk uitgesproken dat in principe de entreeprijzen niet omhoog kunnen. Wel, daar dringt onze motie op aan. Het is wel zo dat b. en w. de bevoegdheid houden om toegangsprijsverhogingen tegen te houden. Als er een uitzonderingssituatie ontstaat dan moet het college natuurlijk naar de raad komen. Het is nu echter het moment voor de raad om uit te spreken dat hij vindt dat de komende vier jaar de entreeprijzen niet omhoog moe ten. De hear Bilker: Ik hie ferwachte dat PAL nei it goede antwurd fan de wethalder de moas- je ynlüke soe. It stelt my wat teloar dat dat net bard is. Wy alteast stelle üs achter de wur- den fan it kolleezje, benammen omdat noch ris düdlik ünderstreke wurdt lykas ek yn de kom- misje dien is dat by elke feroaring fan de betingsten de ried dêr oer mei kedize kin. De ta- ryfstelling heart dêr ek by. Wy hawwe sein dat de taryfstelling net drompelferheegjend wurk- je mei en dêr bliuwe wy ek achter stean. Boppedat hawwe wy wat muoite mei it tiidrek fan fjouwer jieromdat men noait wit hoe't it priispeil is. Mar nochris, it wichtigste is dat elke feroaring fan hokker betingst ek yn de kommisje c.q. de ried komt. Wy sille de moasje net stypje. De heer Dubbelboer: In eerste instantie heb ik mijn mening reeds gegeven over de motie. Met name ook gelet op de toelichting van de wethouder daarop - voor mijn gevoel ligt die in het verlengde van mijn opmerkingen - bestaat er voor mij op dit moment geen aanleiding om een ander standpunt in te nemen. In zijn algemeenheid zou ik in de richting van de wethou der willen zeggen dat ik de haiku "de haan gaapt, sprak de dove man" graag als volgt zou willen vertalen: de VVD-fractie hoopt dat de horende de haan nog lang mag horen kraaien in de Kinderboerderij. Wij zullen dit voorstel dan ook graag steunen. De heer Ybema: De wethouder heeft goed gereageerd op de punten die ik heb ingebracht. Dank daarvoor. Ik moet constateren dat eigenlijk alleen de PAL-fractie zich duidelijk heeft uitgesproken over het punt van het rendabel maken van de voorziening. PAL heeft gezegd dat het niet 11 -9" mogelijk is dat betrokkene daar een bestaan aan kan ontlenen. Op zich is dat natuurlijk toch een heel kromme constructie. Vooraf kan eigenlijk al worden geconstateerd dat de betrokken particulier daar zelf geld in moet steken. (De heer Ten Hoeve: Dat doet die mijnheer zelf al.) Het is een constatering die ik zelf doe op grond van een aantal argumenten die ik al een aan tal keren heb genoemd. Het is ook een constatering die door de PAL-fractie naar voren is ge bracht. De argumenten zijn herhaaldelijk genoemd. De zaak is zo vastgespijkerd dat het vol strekt duidelijk is dat er commercieel geen bestaan in te vinden is. Ik heb de tegenargumen ten nog niet gehoord. (De heer Herrema: Ik wil toch even interrumperen. Ik heb namelijk de indruk dat D66 steeds moeilijker kan beargumenteren waarom privatisering onmogelijk is. Er is nu een constructie gekozen waarbij alle door het stichtingsbestuur gevraagde garanties zijn ingevuld en toch blijft D66 tegen deze variant. Blijkbaar vindt D66 het steeds moeilijker om argumenten te vinden om tegen een constructie te zijn waarbij alle waarborgen min of meer zijn gerealiseerd.) Het is natuurlijk uiteindelijk een inschatting van de hele situatie zoals die is neergelegd in en bekrachtigd met de concept-huurovereenkomst. Onze politieke beoordeling van die si tuatie is dat wij met die constructie een risico aangaan dat wij niet willen lopen. Je loopt een risico met die constructie, dat heeft de wethouder in de commissie ook met zoveel woorden bevestigd. Het is gewoon een politieke weging van het risico. Buiten D66 vinden de andere partijen in de raad dat acceptabel. D66 vindt dat risico niet acceptabel en dat is gewoon een politieke keuze. Ik wilde dit even zeggen als reactie op de vraag van de heer Herrema. De horecafunctie. Ik heb nadrukkelijk gevraagd wat die functie precies inhoudt, omdat ik dat ook in het belang van de betrokkene vindt. Er moet op dat punt volledige duidelijk heid zijn in de richting van de betrokken particulier. De motie van PAL heeft betrekking op de privatiseringsvariant. Het zal het college dui delijk zijn dat D66 niet meegaat met die variant en deze motie dus niet kan ondersteunen. Wij betreuren de beslissing en vinden het jammer dat deze beslissing over de Kinderboer derij is genomen. De heer Rozema: Ik wil nog even terugkomen op de PAL-motie. Gelet op het antwoord van de wethouder heeft mijn fractie voldoende vertrouwen in het college dat in deze een verstandig beleid wordt gevoerd. Ik heb geen behoefte aan deze motie. De Voorzitter: Wethouder Heere heeft het slotwoord. De heer Heere (weth.): Ik wil het maar laten bij mijn antwoord in eerste termijn. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng in stemming de motie die is inge diend door de heer Duijvendak. De motie van de heren Duijvendak en Van der Wal wordt verworpen met 30 tegen 3 stem men. (Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie.) De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 15a. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder en met aantekening dat de fractie van D66 wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 16 (bijlage nr. 401). De Voorzitter: Aan de orde is Privatisering kampeerterrein Kleine Wielen c.a. Mevrouw Van der Kloet: Mijn fractie kan akkoord gaan met dit voorstel om te komen tot privatisering van het kampeerterrein Kleine Wielen en het bijliggende bungalowpark. On danks het feit dat er voor ons na twee besprekingen in de Commissie voor Sport en Recre atie geen vraagtekens overgebleven zijn en ondanks het feit dat wij al een lange zitting ach ter de rug hebben, hebben wij er toch behoefte aan om nog iets te zeggen over dit punt. Het gaat hier immers om het eerste voorstel tot echte privatisering dat in het kader van de herwaardering aan de raad wordt voorgelegd. In het verkiezingsprogramma van de PvdA staat privatisering bepaald niet bovenaan in het rijtje van mogelijkheden om financiële ruimte te creëren. Bovendien wordt daar ook nog bij gezegd dat alleen onder bepaalde voorwaarden tot privatisering overgegaan zou moeten worden. Voor ons is namelijk niet alleen het kostenaspect belangrijk, maar bijvoorbeeld ook het sociale aspect, het werkgelegenheidsaspect en de continuïteit van de voorziening. In dat kader willen wij dus alle privatiseringsvoorstellen bekijken. Daarom vinden wij het ook

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 60