12 vierde nota op de Ruimtelijke Ordening en de herijking van het regionaal sociaal-econo misch beleid. Geluiden die rond de discussie over de samenstelling van die nota worden gehoord en die ten nadele van Leeuwarden uitvallen dienen tijdig en met kracht van ar gumenten te worden weerlegd. Ook het rapport inzake Leeuwarden als vestigingsplaats voor bedrijven bevat waarde volle en goeddeels objectieve en positieve informatie. Natuurlijk, op een aantal punten kunnen verbeteringen tot stand worden gebracht. Ik kom daar zo meteen op terug. Eerst een aantal opmerkingen in het algemeen. Uit de thans voorhanden zijnde stukken blijkt nu eens duidelijk datgene waarvan ie dere Leeuwarder reeds overtuigd was, namelijk dat onze gemeente er één is met vele mo gelijkheden. De problemen die zich momenteel voordoen en die voor een groot deel struc tureel zijn, moeten naar de mening van onze fractie vanuit een positieve grondhouding worden aangepakt. Een positieve grondhouding, omdat wij wellicht niet geheel meer weten wat wij allemaal hebben en kunnen. Wij zullen ons naar de mening van onze fractie moeten opstellen vanuit onze positie als hoofdstad van onze provincie. Een hoofdstad die niet slechts hoofdstad is omdat het provinciaal bestuur er is gevestigd, maar die ook hoofdstad is omdat daar het industriële en dienstverlenende centrum van Friesland is gevestigd, die zelfs een bovenprovinciale positie heeft als het gaat om commerciële dienstverlening en een landsdelige positie in neemt als het gaat om hbo-onderwijs. Bij een optreden vanuit die positie past niet geweeklaag als het provinciaal bestuur een beslissing neemt, die niet geheel naar de wens van het gemeentebestuur is. Veel meer past daarbij een houding zo in de trant van: Leeuwarden is de hoofdstad in de meest ruime zin van het woord en daaromheen willen of kunnen is slechts mogelijk in zeer bijzondere gevallen dan wel tengevolge van verkeerde keuzes. Overigens, voorzitter, nog zeer onlangs heb ik gedeputeerde Van der Til op een bij eenkomst van de_ afdeling Friesland van de VNG horen verkondigen „dat wat goed voor Leeuwarden is goed voor Friesland is". En eveneens gedeputeerde Van der Horst sprak zeer onlangs van prioriteit verlenen aan de verdere uitbouw van het stadsgewest Leeu warden. Bij alle tegenvallers derhalve een positieve uitgangspositie en politieke consensus tussen de verschillende overheden. Een prachtig uitgangspunt voor een zelfbewuste start! Mijnheer de voorzitter, in dit kader wil ik nog een enkele opmerking maken over een aantal aspecten die nauw samenhangen met het promoten van onze gemeente. Voor een deel zijn het kanttekeningen op commentaar van het college van b. en w. als het gaat om de uitkomsten van het onderzoek naar de vestiging van bedrijven. In het algemeen wor den door mijn fractie de beleidsvoornemens die het college presenteert onderschreven. Een van de zaken waarvoor mijn fractie aandacht wil vragen is het volgende. Een klacht is dat de gemeente zich niet altijd even bedrijfsvriendelijk opstelt. Uit bezoeken die onze fractie de afgelopen tijd aan een aantal bedrijven heeft gebracht, is ons hetzelf de gebleken. Met name de kleinere bedrijven gewagen van weinig begrip bij de gemeente voor hun problemen. Overigens wordt er veelal bij gezegd dat de laatste tijd de gemeen telijke houding verbetert. Toch, voorzitter, een reden om in alle geledingen van het ge meentelijk apparaat nog eens het belang van een bedrijfsvriendelijke houding te onder strepen. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat hetgeen wij hebben als het enigszins kan moet worden vastgehouden. Wij denken dat daar het uitgangspunt van het beleid terzake moet liggen. De verhouding van de lokale overheid ten aanzien van het bedrijfsleven dient in één woord goed te zijn. Zo goed dat het een factor van betekenis gaat worden bij de afwe ging van bedrijven om uit te zien naar een andere vestigingsplaats dan wel om zich in de Friese hoofdstad te vestigen. Want, voorzitter, met een variant op de uitspraak van ge deputeerde Van der Til: Wat goed is voor de Leeuwarder bedrijven is goed voor Leeuwar den. Voor een goed begrip, voorzitter, het vorenstaande betekent niet dat in de ogen van onze fractie nu maar alles kan. Maar, voorzitter, dat hoeft ook niet. Naar ons is ge bleken, is er bij het Leeuwarder bedrijfsleven genoeg redelijkheid en begrip voor de ge- meenteproblematiek te onderkennen. Mijnheer de voorzitter, ik sta zo lang stil bij deze zaak omdat mijn fractie meent dat een ombuiging van de slechte economische situatie van onze gemeente grotendeels door ons zelf moet gebeuren. Natuurlijk moeten wij alert zijn als er iets wordt gedaan aan spreiding of uitbreiding van rijksdiensten; moeten wij alert zijn als er steun van het rijk in welke vorm dan ook verkegen kan worden. In dit verband lijkt het binnenhalen van de Registratiekamer succesvol! Voor het college een gelukwens! Maar anderzijds toont dit ook aan dat wij via die weg niet al te hoge verwachtingen moeten hebben. En dat betekent, voorzitter, dat wij zelf de handen uit de mouwen moeten steken. Zoals gesteld vanuit een helemaal niet slechte uitgangspositie gelet op de rapportages. Er zal gestreefd moeten worden naar de nodige inventiviteit en innovatie bij het bedrijfs leven. Dat dient te worden gestimuleerd. Ook door de lokale overheid. In dit verband dient met kracht de vestiging van een Innovatie Advies Centrum in Leeuwarden te worden 13 bepleit. Dit centrum dient nieuwe impulsen te geven aan de economische bedrijvigheid in de ruimste zin binnen onze provincie. Een goed samenspel met de Kamer van Koophandel en Fabrieken en de betrokken onderwijsinstellingen in Leeuwarden is daarbij van groot belang. En dan kan de lokale overheid het bedrijfsleven voor een goed deel stimuleren door een voorwaardenscheppend beleid. Een dergelijk beleid dient naar de mening van mijn fractie tot uitdrukking te komen door gemeentelijk beleid dat uitmunt in duidelijkheid en bedrijfsvriendelijkheid. Ook met betrekking tot de infrastructuur ten behoeve van het be drijfsleven dient er naar onze mening duidelijkheid te zijn. Wij denken in dit verband aan de voorwaarden waaronder industrieën en andere bedrijven zich in onze gemeente kunnen vestigen. Wat denkt het college te doen met de kortingen die thans nog gelden voor de aankoop van het industrieterrein? Wij wachten het antwoord terzake van het college af. Zonodig komen wij op dit punt met een motie. Overigens, voorzitter, in de uitgebrachte rapporten over de Leeuwarder situatie is ook gewag gemaakt van inventariseren van eventuele mogelijkheden die de vliegbasis biedt voor burgerluchtvaart. Mijn fractie wil in dit verband weten of het college er aan gedacht heeft een industrieterrein dicht tegen de basis te situeren! Wellicht kan dit voor het be drijfsleven aantrekkelijke kanten hebben. Natuurlijk past in een dergelijk beleid ook een goede promotie van de gemeente. Heeft het college op dit punt reeds concrete plannen? Reeds nu wil mijn fractie uitspreken tegenover eventuele extra uitgaven voor dit doel po sitief te staan. Een ander aspect dat zeker nauwe relaties heeft met het scheppen van gunstige ves tigingsvoorwaarden is de woningbouw. Hoewel regelmatig wordt gesteld van de kant van het college dat onze gemeente een zeer gevarieerd aanbod heeft in woningen, zitten niet alle rapporten op dit spoor. Met name hetgeen het provinciale rapport terzake meldt liegt er niet om. In dit verband achten wij de berekening van de kwalitatieve woningbehoefte, voor wat betreft de ongesubsidieerde vrije sector, te laag, gelet op de opleving die zich in deze sector voordoet en die daarin de komende jaren is te verwachten. Eerder is door onze fractie aangegeven dat ons voor 1988 en 1989 een jaarlijks contingent in de orde van grootte van 80 voor ogen staat. Zulks in verband met het bieden van huisvestingsmoge lijkheden aan met name leidinggevende functionarissen uit het bedrijfsleven. Wij denken daarbij in het bijzonder ten behoeve van nieuwe bedrijven. Ook op dit punt zijn wij erg benieuwd naar op welke termijn het college concrete plannen aan de raad zal voorleggen. Zint ons het antwoord niet, dan zullen wij ook op dit punt met een motie komen. Bij het maken van bouwplannen als hier bedoeld meent onze fractie dat eveneens gelet moet worden op de situatie en positie van een wijk als geheel! Aan het wervend karakter dat steeds is toegeschreven aan de wijk Camminghaburen zal bijvoorbeeld naar onze me ning ernstig afbreuk worden gedaan, als de ontsluiting van de wijk niet optimaal blijft. Wij hebben dan ook ernstige bezwaren tegen het sluiten van de tunnel. Ook de bestaande wijken blijven aandacht vragen. Onze fractie is benieuwd naar het onderzoek over de wenselijkheid tot het uitvoeren van stadsvernieuwingsprojecten in na oorlogse wijken. Onlangs is er tijdens een hoorzitting, georganiseerd door de DSO, een voorstel be sproken om te komen tot een beperkte afsluiting van onder andere Nieuwestad en Wirdu- merdijk. Evenals vorig jaar willen wij erop wijzen dat een dergelijk voorstel in overleg en/of na overleg met alle betrokkenen, te denken valt in dit verband aan zowel consu menten alsmede de belanghebbende ondernemers van voornoemde straten, tot stand zou moeten komen. Ook hier geldt dat wij bedrijfsvriendelijk moeten zijn. Wij hebben begre pen, naar aanleiding van voornoemde hoorzitting, dat het de bedoeling is het gesprek aangaande de afsluiting, met in ieder geval de belanghebbende ondernemers, voort te zetten in januari. Eveneens zal dan een en ander nog moeten worden besproken in de Overlegcommissie voor het midden- en kleinbedrijf. De CDA-fractie wacht voornoemd overleg af, voordat naar onze mening kan worden overgegaan tot definitieve besluitvor ming. Het is verheugend te constateren dat door het organiseren van beurzen, tentoonstel lingen en andere evenementen in eigen beheer, bereikt wordt dat in 1988 het exploitatie tekort van de Evenementenhal zal gaan verminderen. Een inspanning die waardering ver dient! Tevens bevestigt de toenemende publieke belangstelling voor dergelijke evenemen ten de centrumpositie van Leeuwarden. Aansluitend op hetgeen ik zojuist heb gezegd over de realisering van de centrum functie van onze stad, wil ik nog op een ander aspect wijzen. Een aspect dat direct te maken heeft met de rol die Leeuwarden als centrum heeft. Ik doel dan op de openbare orde in onze stad. Wie acht slaat op de kranteberichten over straatschendingen en mis handelingen, die met de regelmaat van de klok plaatsvinden in deze stad, zal zeker tot de conclusie komen dat zulke zaken niet in het voordeel werken van de goede naam van Leeuwarden. Het is mijn fractie opgevallen dat er in het beleidsplan over deze zaken met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 7