14
geen woord wordt gerept. Betekent zulks dat het college op dit punt geen initiatieven
neemt? Dat zou naar onze mening een uiterst slechte zaak zijn. Er zijn op het gebied van
de openbare orde bepaalde grenzen overschreden! En daar moet met spoed iets aan wor
den gedaan. Overigens, tal van kwalijke zaken waarover wij in de krant lezen worden
veroorzaakt door relatief kleine groepen jongeren. Met gecoördineerd optreden van politie
en justitie moet daar toch adequaat tegen opgetreden kunnen worden.
Naar het antwoord van het college op dit punt zijn wij zeer benieuwd. Wij achten het
een goede zaak dat het college initiatieven neemt om de oudejaarsviering in goede banen
te leiden.
Het afgelopen jaar heeft zich onder andere gekenmerkt door het verschijnen van nog
al wat beleidsnota's aangaande het onderwijs, zoals de nota Onderwijs en Emancipatie en
de nota Vredesonderwijswaarbij voorgenomen beleid werd geconcretiseerd. Op zich een
verheugende zaak! Wij moeten evenwel oppassen dat wij met name het basisonderwijs niet
al te zwaar belasten, omdat naast „eigen" beleidsvoornemens men binnen dit onderwijs ook
te maken heeft met maatregelen van het ministerie en de voortdurende ontwikkeling van
het schoolwerkplan gebaseerd op de uiteindelijk inhoudelijke totstandkoming van de basis
school. Voorwaar geen eenvoudige zaak!
Tevens willen wij waarschuwen voor al te hoge verwachtingen op korte termijn naar
aanleiding van voornoemde nota's. Hierdoor zou men binnen het onderwijs onder druk ko
men te staan, wat een negatieve uitwerking zou kunnen hebben op het werk van alledag.
Eveneens willen wij nog opmerken dat het niet altijd mogelijk is, wellicht soms niet wense
lijk, om elke maatschappijverandering via het onderwijs tot stand te laten komen.
In het voortgezet onderwijs zal met name de invoering van de basisvorming aller aan
dacht vragen. Een belangrijk punt van kritiek in de concept-voorstellen betreft het
handhaven van de bestaande structuren. Hierdoor zal in de praktijk samenwerking even
tueel fusie in het openbaar voortgezet onderwijs wenselijk c.q. noodzakelijk zijn. De CDA-
fractie vindt het daarom wenselijk, vooruitlopend op definitieve besluitvorming omtrent de
basisvorming, die initiatieven te ontwikkelen die in dit stadium wenselijk en noodzakelijk
zijn.
Een ander beleidsvoornemen van de minister van Onderwijs is de sectorvorming en
vernieuwing in het middelbaar beroepsonderwijs, met als hoofddoelstelling het versterken
en vernieuwen van het beroepsonderwijs teneinde op die manier een bijdrage te leveren
aan economisch herstel en vernieuwing. Belangrijk voor de gemeente Leeuwarden bij dit
proces is op z'n minst handhaving van de bestaande instituten voor mbo, zo mogelijk uit
breiding. Aanvragen voor uitbreiding zullen dan ook positief moeten worden beoordeeld
en eventueel daadwerkelijk moeten worden ondersteund. De door ons voorgestane cen
trumpositie van Leeuwarden vereist een grote inzet, ook op het gebied van de onderwijs
voorzieningen. Wellicht kan het college terzake de nodige initiatieven ontwikkelen.
Naast vreugde en voldoening omtrent het vrij uitgebreide scala van hbo-instituten in
Leeuwarden, mede gelet ook op z'n economische effecten, is er ook een gevoelen van
zorg. Zorg voor met name die instituten die te maken krijgen met een proces van taak
verdeling en concentratie in het kunstonderwijs. Wij denken dan met name aan de Akade-
mie voor Beeldende Kunst, de Akademie voor Expressie en Kommunikatie en het Conser
vatorium. 1988 zal voor dit proces van doorslaggevend belang worden. Overeenkomstig
afspraken hierover in het overig hoger beroepsonderwijs (convenant hbo) zal het college
er bij de minister op aan moeten dringen de bestaande instituten in Leeuwarden te hand
haven c.q. te versterken. Daarbij zou ten aanzien van het Conservatorium een voorziening
zoals een concertzaal weieens een beslissende factor kunnen zijn.
Ook hecht de CDA-fractie aan het tot stand komen van de noodzakelijke studenten
voorzieningen in onze stad. Met belangstelling wachten wij de nota Studentenvoorzienin
gen af, die in het vroege voorjaar zal verschijnen. Wij gaan er vanuit dat de in de nota
aangegeven beleidsvoornemens, vastgesteld door de gemeenteraad, zo spoedig mogelijk
zullen worden uitgevoerd. Wat ons betreft met ingang van het cursusjaar 1988/1989.
Onlangs is aan de Tweede Kamer een notitie toegezonden door de minister van Onder
wijs betreffende de budgetten basiseducatie. Hiermede wordt beoogd een evenwichtiger
spreiding van het rijksbudget voor de basiseducatie over de gemeenten en regio's. Het
eventueel nieuw in te voeren systeem is er op gericht een einde te maken aan de histo
risch gegroeide onevenwichtige spreiding van voorzieningen voor de doelgroep van de ba
siseducatie. Eveneens biedt dit mogelijkheden om een door ons voorgestane regionale sa
menwerking tot stand te brengen. In dit verband willen wij er bij het college op aandrin
gen om op basis van de voornoemde notitie, uiteraard na besluitvorming in de Tweede
Kamer, in regioverband in overleg te treden met andere gemeenten betreffende de basis
educatie en de eventueel daaruit voortvloeiende financiële consequenties zo spoedig moge
lijk in kaart te brengen.
Met veel instemming heeft onze fractie kennis genomen van de bijdrage van de rijks
overheid voor het Princessehof ten bedrage van 5 ton. Minder gelukkig zijn wij met het
uitblijven van de status van rijksmuseum. Er moet met veel kracht gestreefd blijven wor
15
den naar het verkrijgen van die status. Onze fractie zal daarin het college volledig steu
nen.
Met betrekking tot het Frysk Orkest gloort er wellicht enige hoop nu de regerings
fracties in de Tweede Kamer zich sterk maken voor het behoud van onder meer het Frysk
Orkest. Ook op dit punt zullen wij alert moeten blijven. Daarbij aansluitend moet, zoals
zoëven ook reeds gesteld, alles in het werk worden gesteld om het Conservatorium voor
Leeuwarden te behouden. Dit omdat een dergelijk instituut naar onze mening niet gemist
kan worden in het geheel van de concentratie van hbo-vestigingen in Leeuwarden.
Onze fractie vraagt zich af of er met de provincie Friesland niet een vorm van sa
menwerking moet worden gevonden met betrekking tot het stichten van een museum voor
moderne beeldende kunst, bijvoorbeeld in de voorwaardenscheppende sfeer. De gemeente
bezit zelf een waardevolle collectie moderne kunst, die ingebracht kan worden. In ieder
geval menen wij dat als er in onze provincie een museum voor moderne kunst wordt ge
sticht, dat museum in Leeuwarden gevestigd moet worden. Wellicht is de Westerkerk als
zodanig te bestemmen. Overigens, voorzitter, is onze fractie van oordeel dat de discus
sies over deze onderwerpen met leden van gedeputeerde staten niet altijd op een voor
Leeuwarden vruchtbare wijze worden gevoerd.
Met betrekking tot de Harmonie meent onze fractie dat in principe gekozen moet wor
den voor een nieuwe accommodatie. Natuurlijk zijn wij ons ervan bewust dat daarmee gro
te bedragen gemoeid zijn. Er zal dan ook moeten worden getracht hiervoor middelen te
verkrijgen. Te denken valt aan het gebruik maken van de zogenaamde terugploegregelin-
gen en aan middelen uit de sector van het hoger onderwijs. Uit onze contacten op rijks
niveau is ons gebleken dat dergelijke initiatieven bepaald niet bij voorbaat kansloos zijn.
Wij achten een goede eigentijdse en adequate voorziening op dit gebied van groot belang
voor de vervulling van de centrumfunctie van onze gemeente.
Een punt van beleid waarvoor mijn fractie zeker met klem aandacht wil vragen is de
benadering van de Fryske taal en cultuur. In de partijprogramma's van de beide college
partijen staan daarover behartigenswaardige zaken. Ook in het collegeprogram worden
daarover de nodige zaken naar voren gebracht. Er zal door het college een actief beleid
worden gevoerd om de Fryske taal en cultuur te bevorderen en de bedreigingen daarvan
te keren. Het spijt mijn fractie te moeten constateren dat er in de thans verstreken be
leidsperiode van het college op dit punt erg weinig is gebeurd. Mijn fractie acht dit niet
acceptabel. Als wij spreken over de positie van Leeuwarden als hoofdstad van Friesland
dienen ook deze aspecten daarbij tot uiting te komen. Tenslotte is Leeuwarden de hoofd
stad van de provincie waar de Fryske taal een uiterst belangrijke plaats inneemt. Een
provincie, waarin tal van gemeenten ons op dit terrein ver vooruit zijn. Mijn fractie wil
op dit punt dan ook de volgende motie indienen:
Motie 4.
„De gemeenterie fan Ljouwert, yn gearsit op 14 en 15 desimber
1987,
konkludearret
a. - dat yn it kolleezjeprogram 1986-1990 ütsprutsen wurdt dat it
Néderlansk sa njonkenlytsen in dominante rol spilet en dat
dat in bedriging foarmet foar it Frysk;
- dat it Frysk, mei it Ljouwters, in maatskiplike funksje en in
wichtich kultuerbesit is en dat it rjocht fan bestean hat;
b. dat Ljouwert as haadstêd fan'e provinsje Fryslan düdlik in ei
gen taak oangeande it Fryske taal- en kultuerbelied hat;
c. dat de gemeente Ljouwert as wurkjouwer, as tsjinstferliener en
as subsydzjeferliener in soad te krijen hat mei aspekten fan
neamd belied,
beslüt
a. dat yn'e earste helte fan 1988 in koarte beliedsnotysje opsteld
wurdt oer in aktyf Fryske taal- en kultuerbelied;
b. dat yn neamde notysje oanbefellings dien wurde oer:
1. de rjochtsposysje fan it Frysk yn it offisjele ferkear binnen
de gemeente;
2. it brüken fan it Frysk troch amtners yn'e ferslachjouwing
en yn kontakten mei de boargers;
3. de mooglikheden foar it Frysk yn'e gemeentlike foarljoch-
ting;
4. it Frysk op it mêd fan kultuer, ünderwiis, sosjaal-kultureel
wurk en de lokale omrop;
5. de plaknammen, benammen fan'e doarpen;
6. it stribjen mei oare oerheden en ynstansjes wat it realisear-
jen fan Fryske tillevyzje oanbelanget,
en giet oer ta de oarder fan'e dei."