16 De moasje is mei-ündertekene troch fraksjegenoat B. Bilker. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. Wij hebben kennis genomen van het voornemen van het college om te komen met een beleidsnotitie over het zogenaamd flankerend ouderenbeleid. Met veel belangstelling wach ten wij die af. Op voorhand willen wij stellen dat alles gedaan moet worden om te komen tot een goed, de behoeften dekkend ouderenbeleid. In dit verband zijn wij het eens met het voornemen een extra contingent zogenaamde ouderenwoningen aan te vragen. Nog steeds is onze fractie bezorgd over de financiële mogelijkheden die de MADI ge boden worden. April jl. hebben wij zelfs om 50.000 extra voor de MADI gevraagd. Met instemming begroeten wij het voornemen van het college om de 4% korting die op het MADI-budget zou worden toegepast voor het komend jaar op te schorten. Dat in afwach ting op de uitkomsten omtrent de voorwaarden waaronder de AWBZ de financiering van deze voorziening overneemt. De langdurige werkloosheid is een maatschappelijk en persoonlijk probleem van eerste orde. Mijnheer de voorzitter, het is in de ogen van mijn fractie onaanvaardbaar om daar aan niet het uiterste te doen. Op rijksniveau zijn de laatste maanden een aantal construc tieve maatregelen getroffen tot oplossing van dit vraagstuk. Ik noem scholingsprogram ma's, jeugdwerkgarantieplan, Wet Vermeend/Moor, reorganisatie arbeidsvoorziening, inten sivering samenwerking GSD/GAB, etc. Vooral ook de gemeente moet maximale inzet plegen om met behulp van de aangereikte instrumenten te komen tot het bieden van perspectief aan deze groep. Een samenhangend beleid van diepgaande heroriënteringsgesprekken, motivering, scholing, begeleiding en inpassing in bestaande of nog tot stand te brengen regelingen is daarbij een vereiste. Evenals een optimaal overleg met sociale partners. Wij willen het col lege vragen om terzake op korte termijn met een uitgewerkte opzet te komen en frequent te rapporteren over de resultaten en de knelpunten. Met voldoening heeft de CDA-fractie kennis genomen van de toezegging door het col lege tijdens de afdelingsvergadering om te komen tot een rookverbod voor alle voor het publiek toegankelijke ruimten onder beheer van de gemeente Leeuwarden. Tegen de achtergrond van de oplopende tekorten op de exploitatie van de Leeuwarder zwembaden is naar onze mening een ingrijpende verbetering van de situatie hard nodig. In het onlangs verschenen rapport over de toekomst van de zwembaden wordt een ingrij pende vernieuwing van het zwembad Nijlan en de aanleg van een lig- en speelweide bij het zwembad Kalverdijkje, naast sluiting van het zwembad aan het Jacob Catsplein en het zwembad De Kleine Wielen, aanbevolen als de meest geschikte variant om de gewenste verbetering te effectueren. In eerste instantie spreken ons de resultaten van het inge stelde onderzoek aan. Wij dringen er op aan dat in deze op korte termijn tot een gedegen besluitvorming in de raad kan worden overgegaan. Met betrekking tot de financiële paragraaf wil ik nog het volgende opmerken. Het col lege begint met de stelling dat het perspectief voor de jaren 1988 en 1989 somber blijft. Dat neemt echter, getuige ook de redactie van het tekstuele deel van het beleidsplan, niet weg dat langzamerhand sprake is van een draaglijke situatie, die weliswaar door nie mand in deze raad als ideaal zal worden beschouwd maar die er wel toe leidt dat het lage re bestedingenniveau dan gewenst verdergaande lastenverzwaring voor de burger ver mijdbaar maakt. Met die constatering kan echter niet worden volstaan: niemand kan de ogen sluiten voor het feit dat lastenverzwaring de afgelopen jaren is opgetreden, alle Til- burgse onderzoeken ten spijt. Nog daar gelaten dat aan de selectie van criteria zoals op gesomd in het beleidsplan enige willekeur niet kan worden ontzegd. Voor het maken van een woonplaatskeuze tussen Oenkerk en Leeuwarden is de hoogte van het tarief onroerend goedbelastingen van Zaanstad volmaakt oninteressant. Het is mede op die grond dat de CDA-fractie reeds thans het standpunt inneemt dat toekomstige en op dit moment zichtba re meevallers in beginsel dienen te worden aangewend voor lastenverlichting voor de bur gers, waarbij aan die lastenverlichting in veel gevallen een hogere prioriteit toekomt dan aan nieuw beleid. Het college is terecht verheugd over de gedeeltelijke deregulering van het tarieven- beleid. De politieke effecten daarvan mogen echter niet worden overschat, zolang de wet geving in formele zin achter de coulissen begrenzingen aan dat tarievenbeleid stelt. Daar bij passen van onze kant twee opmerkingen: 1. Gemeentelijk tarievenbeleid mag niet leiden tot inkomenspolitiek op lokaal niveau; met een beroep op de tekst van de wet zouden dan immers doel en strekking van opvatting van wetgever en hoogste belastingrechter worden gefrustreerd. 2. Bij de beoordeling van collegevoorstellen terzake zal de CDA-fractie handelen in het besef dat naast strikt politieke ook andere aspecten zoals economische, sociale en werkge legenheidsaspecten een rol spelen bij tarifering van belastingen en retributies. Met voldoening constateren wij dat de reorganisatie van de afdeling Financiën en Be lastingen vruchten afwerpt: versnelling van financiële rapportage blijkt mogelijk, terwijl een gekwalificeerde staffunctionaris zich fulltime kan bezighouden met bestudering van en 17 advisering rond oplossing van knelpunten. Wij hebben de stellige indruk dat onze financi ële beleidsplanning daarbij gebaat is. Hier geldt het gelijk van Multatuli: Niet in het snij den der padi is de vreugde, de vreugde is in het snijden der padi die men zelf geplant heeft. Als eerste oogst is wellicht de omstandigheid te beschouwen dat, anders dan in de laatste jaren, herwaardering als geïntegreerd onderdeel van de begrotingsbehandeling de presentatie van een nieuwe serie ad hoc-voorstellen tot bezuiniging overbodig heeft ge maakt. Voorzitter, voordat ik mijn betoog afsluit wil ik van de gelegenheid gebruik maken om alle medewerkers van onze gemeente dank te zeggen voor de verrichte werkzaamheden in het afgelopen jaar. Het is ons bekend dat die werkzaamheden mede door de bezuinigingen onder vaak moeilijke omstandigheden moeten worden verricht. Mijnheer de voorzitter, ik kom aan het eind van de bijdrage van mijn fractie aan deze algemene beschouwingen. Zij zijn minder lang als een jaar geleden. Laat er geen twijfel over bestaan dat dit niet is omdat er geen grote problemen zijn. Neen, veel meer heeft mijn fractie gekozen voor het thema Leeuwarden centrumpositie en hoe dit te beschouwen. Daarvoor zal, het zij herhaald, veel inzet van raad, college en burgerij nodig zijn. Moge de Here God ons daartoe de kracht geven. De heer Dubbelboer: Mijnheer de voorzitter. Bij de presentatie van het verkiezings programma van de VVD, afdeling Leeuwarden, voor de beleidsperiode 1982 tot 1986 con stateerde de toenmalige lijstaanvoerder van de PvdA dat duidelijk was dat de VVD een behoudende partij was die uitsluitend het oog had op het verleden en ook van daaruit haar politiek bedreef. Hij leidde dat af uit de illustratie op de omslag van dat toenmalige VVD-programma Ik heb die mening toen aangehoord en eruit begrepen dat de beoordeling van beleid binnen de PvdA kennelijk slechts op deze wijze plaats vindt. Ik vond dat op dat moment een politiek-intellectueel hoogstandje... De PvdA had toen overigens niet - en naar de mening van mijn fractie gelukkig nog niet - een meerderheid in de raad. Wie schetst ech ter mijn verbazing dat een college, waarin de PvdA wel een meerderheid heeft, nu meer dan zes jaar later een beleidsplan uitbrengt met exact dezelfde omslag. Als het standpunt van de PvdA met betrekking tot de omslag nog steeds hetzelfde is en wij die denkwijze zouden moeten volgen, dan pakken zich naar de mening van mijn fractie donkere wolken samen boven de Leeuwarder gemeenschap. Wij zouden immers dan een beieid gaan krijgen gebaseerd op ongewijzigde situaties uit het verleden. Overigens, volledigheidshalve, mis ik bij de omslagweergave van het beleidsplan de bronvermelding: het gemeentearchief met een tekening uit 1664. (De Voorzitter: Dat kunt u terugvinden in de notulen van deze vergadering.) Die omissie is bij deze rechtgezet. Mijnheer de voorzitter, u zult uit mijn inleidende woorden al begrepen hebben dat mijn fractie in tegenstelling tot de PvdA verder wil kijken dan naar uiterlijkheden. Het gaat er ons om wat het college ons precies te zeggen heeft. De brede samenstelling, de afspiegeling van de Leeuwarder bevolking bestaat in dit college niet. In plaats daarvan is er twee jaar geleden een college gekomen dat enerzijds bestaat uit politici die zeggen de zwakken in de samenleving te willen beschermen en an derzijds uit politici die een zorgzame samenleving voorstaan. U zult begrijpen dat dat ons als VVD niet ver genoeg gaat. Naast deze mooie doelstellingen staan wij voor dat Leeu warden een gemeentebestuur dient te hebben dat niet alleen oog heeft voor de zwakken en voor het vrijwilligerswerk, maar het belang van iedereen wil dienen. Iedereen moet hier immers goed kunnen wonen, werken en zich vermaken. Het welzijn, het welbevinden van iedereen zou in onze ogen het uitgangspunt van beleid moeten zijn. Maar houden wij de uitgangspunten van PvdA en CDA toch nog even voor ogen. Ook dan nog kunnen wij niet anders constateren dan dat zij in het beleidsplan weinig van hun eigen doelstellingen ten toon spreiden. Integendeel zelfs. Het beleidsplan 1988 tot 1992 hebben mijn fractie en ik ervaren als een koud en kil stuk, weliswaar van beschrijvende aard, maar weinig visie tonend. Verschuilen achter anderen. Zelfs constateren wij dat op zeer belangrijke hoofdpunten van beleid het college zich verschuilt achter de provincie en het rijk. Wij kunnen die afwachtende houding moeilijk een eigen beleid noemen. Verwonderlijk voor zich idealistische politici noemende bestuur ders, die regelmatig juist naar die beide richtingen wijzen met een afkeurend vingertje. Om over schuttersputjes nog maar even te zwijgen. Was het echt niet mogelijk om eigen initiatieven aan te kondigen op het gebied van de werkgelegenheid, de stadsvernieuwing en de emancipatie? Want dat zijn de drie hoofduitgangspunten van beleid. Mijnheer de voorzitter, laten wij dit rijtje eens afgaan. Ten aanzien van de werkgele genheid neemt Leeuwarden in het Noorden een bijzondere plaats in. Het is dan ook geen wonder dat het Besturenoverleg Noorden des Lands (BON), waarin naast de politieke be stuurders juist de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven - werkgevers en werkne-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 9