34
De Voorzitter schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.20 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het antwoord in tweede
termijn ten aanzien van agendapunt 13.
Het CDA heeft in tweede instantie een motie ingediend. Het college heeft zich daar
nog eens nadrukkelijk op beraden. Wij zijn van mening dat de formulering van ons voor
stel duidelijk is en ruimte geeft aan een interpretatie per geval, waarbij de politieke op
vattingen van de raad zoals die zijn geformuleerd c.q. zoals die worden geformuleerd tot
gelding gebracht kunnen worden. Wij hebben geen behoefte aan de CD A-motie. Het gaat
daarbij om een afweging van de gelijke omstandigheden. Ook ten aanzien van de aanneem-
sommen, dat wil zeggen dat dat een van de omstandigheden kan zijn die in de beschou
wingen wordt betrokken. Maar ook andere omstandigheden kunnen daarbij in het geding
komen
De heer Duijvendak maakt een onderscheid tussen de verhouding lagere en hogere
overheid en de verhouding markt en moraal. Ik kan mij bij dit onderscheid een heleboel
voorstellen, maar ik geloof dat je aan de hand van de praktijk nog maar eens moet bekij
ken hoe dat uitwerkt. Ik wil een voorbeeld noemen. Het is denkbaar bij aanbesteding van
schoonmaakwerkzaamheden dat ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden waaronder mensen
te werk gesteld worden voorwaarden gesteld worden. Een volstrekt legitieme eis. Dat
komt in je uitnodiging naar bedrijven te staan en dat gebeurt op tal van plaatsen in het
land. Dat betreft - maar dat is een open deur intrappen - het naleven van een cao die
op dat gebied geldt.
Mevrouw De Haan heeft nog weer eens geattendeerd op de noodzaak om zorgvuldig om
te gaan met informatie die over betrokkenen wordt verkregen. Ik wil beklemtonen dat dat
nodig zal zijn.
Het komt mij voor dat wij nog heel lang met elkaar kunnen discussiëren, maar dat wij
evengoed eens kunnen kijken hoe de meningen liggen in de raad. Als wij dat doen dan
komen wij tot besluitvorming.
De heer Duijvendak: Ik wil namens de PAL-fractie onze motie intrekken. Onze inten
tie van de toevoeging van de woorden „min of meer" was dat de financiële kant van de
zaak slechts één van de elementen is die een rol zal spelen. De voorzitter is daar op in
gegaan, hoewel hij een wat andere formulering gebruikte. Dat betekent dat politieke fac
toren niet pas eerst gaan spelen nadat de financiële factoren bekeken zijn, maar dat bei
de gelijktijdig in ogenschouw genomen worden. En dat is precies wat wij beoogd hebben.
Onze motie wordt hierbij dus ingetrokken. Er is van alle kanten op gewezen dat dat be
tekent dat wij duurdere solidariteitskoffie kunnen blijven drinken.
De Voorzitter: Als u dat op prijs stelt, dan is daar geen bezwaar tegen. Ik consta
teer dat de motie van PAL is ingetrokken.
Ik stel aan de orde de stemming, waarbij ik eerst de motie van het CDA in stemming
breng.
De motie van de heren Koopmans en Pruiksma wordt verworpen met 20 tegen 13 stem
men
(Voor de motie stemmen van de fractie van het CDA de heren Bilker, Boelens, Koopmans,
Krol, Pruiksma en Sijbesma, alsmede de leden van de fracties van VVD, D66 en GPV/
RPF/SGP.)
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel van b. en w.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat
van de CD A-fractie de heren Bilker, Boelens, Koopmans, Krol, Pruiksma en Sijbesma,
alsmede de leden van de fracties van VVD, D66 en GPV/RPF/SGP wensen te worden ge
acht tegen te hebben gestemd.
Punten 14 t.e.m. 17 (bijlagen nrs. 1, 2, 17 en 3).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 18.
De Voorzitter: Aan de orde is thans Onderzoek geloofsbrief van de heer P. Meerdink.
35
De heer Koopmans: „Aan de gemeenteraad. Krachtens aanwijzing van de voorzitter
van uw vergadering hebben ondergetekenden: H.J. de Haan-Laagland, M.F. Koopmans en
J.R. Bijkersma de geloofsbrief onderzocht van het nieuw benoemde raadslid, de heer P.
Meerdink. De heer Meerdink is bij besluit van 16 december 1987 van de voorzitter van
het centraal stembureau ter verkiezing van de leden van de gemeenteraad benoemd ver
klaard tot lid van de raad. De geloofsbrief met bijbehorende stukken is door de benoemd-
verklaarde binnen de door de wet gestelde termijn ingezonden. Uit de ingezonden verkla
ring of op andere wijze is ons niet gebleken, dat de benoemdverklaarde op het tijdstip,
waarop over de toelating moet worden beslist, een met het raadslidmaatschap onverenig
bare betrekking bekleedt. Voorts heeft de burgemeester aan uw raad een uittreksel uit
het bevolkingsregister overgelegd, waaruit blijkt, dat de benoemdverklaarde zijn werkelij
ke woonplaats in de gemeente heeft. Wij kunnen uw vergadering derhalve rapporteren,
dat wij de geloofsbrief met bijbehorende stukken in orde hebben bevonden. Daar overi
gens geen omstandigheden bekend zijn, op grond waarvan de benoemde niet zou kunnen
worden toegelaten, mogen wij u adviseren, de heer P. Meerdink toe te laten als lid van
de raad van de gemeente Leeuwarden."
Aldus gerapporteerd in de vergadering van de raad van de gemeente Leeuwarden op
11 januari 1988 en ondertekend door mevrouw De Haan-Laagland en de heren Koopmans en
Bijkersma.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Commissie voor het onder
zoek van de geloofsbrieven.
De Voorzitter: Dat betekent dat wij afscheid gaan nemen van de heer Duijvendak.
Het is altijd de gewoonte dat ik een lijstje krijg aangereikt van de commissies waarin ver
trekkende raadsleden zitting hebben gehad. De heer Duijvendak heeft zitting gehad in de
Commissie voor Algemene Zaken, de Commissie voor Openbare Orde, de Commissie voor
Organisatie-, Personeels- en Informatiezaken, de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden,
de Overlegcommissie ontwikkelingssamenwerking, de Overlegcommissie etnische groepen en
de Commissie voor Georganiseerd Overleg. Bovendien was de heer Duijvendak nog lid van
de raad van de Regio Friesland-Noord.
Wel, dat is allemaal heel boeiend, maar wat veel belangrijker is, is dat wij de heer
Duijvendak hebben leren kennen als een bijzonder hardwerkend raadslid. Wij hebben in
het begin even moeten wennen aan zijn snelheid van spreken, want wij verstonden hem
niet. Naar gelang hij echter langer deel uit maakte van de raad werd dat beduidend be
ter. Wij hebben hem vandaag uitstekend verstaan, hoewel wij dat al een poos doen.
Ik hecht er aan de heer Duijvendak te bedanken voor de bijzonder constructieve ma
nier waarop hij in deze raad heeft gefunctioneerd. Hij had een duidelijk bestuurlijk in
voelingsvermogen, maar hij was tegelijkertijd een even duidelijke exponent van zijn poli
tieke denkrichting. Voor zover ik als buitenstaander dat kan waarnemen en daar een oor
deel over zou mogen hebben, heb ik de indruk gekregen dat hij ook op een voortreffelij
ke manier zijn fractie leiding heeft gegeven.
Wij moeten het betreuren wanneer raadsleden van het niveau van de heer Duijvendak
deze raad gaan verlaten, maar wij hebben begrepen dat andere perspectieven voor hem
wenken en dat hij op het pad van de wetenschap verder wil werken. Hij heeft mij verze
kerd dat hij het best rustig vindt om eens een poosje van het raadswerk bevrijd te zijn.
Ik heb de neiging daar toch een vraagteken achter te zetten. Ach, in 1990 zijn ook in
Amsterdam weer verkiezingen.
Wel bedankt voor de ondervonden inbreng. Het ga u erg goed. Ik kom nu bij u met
het bekende boek van Eekhof. Mocht u het al hebben, dan kunt u het ruilen voor een
dunner boek van Eekhof.
De heer Duijvendak komt het laatste woord toe.
De heer Duijvendak: Ik wil u allereerst bedanken voor uw lovende woorden. Al eer
der is gebleken dat, wanneer lovende woorden gesproken worden, ik dan wat verlegen
word en dat dat dan helaas bij mij ook nogal zichtbaar wordt. Maar ik zal vanavond geen
verhaal houden over wat het betekent om „kleur" te bekennen. Ik wil het over iets an
ders hebben.
U heeft gememoreerd dat het waarschijnlijk moeilijk voor mij zal zijn om helemaal af
scheid te nemen van de politiek. Dat zal ik ook niet doen. Het is meer een overgang van
wat je misschien zou kunnen noemen van een lokaal politicus naar het zijn van een politi
coloog. Ik ben namelijk aangesteld bij de Universiteit van Amsterdam bij de Vakgroep Po
liticologie. Dat betekent een andere verhouding tot de politiek.
Ik heb mij zitten afvragen wat die overgang betekent. Het betekent dat ik niet lan
ger werkzaam zal zijn als vertegenwoordiger. Wat betekent het om volksvertegenwoordiger
te zijn? Wie vertegenwoordig je, wat vertegenwoordig je en hoe doe je dat? Veel twijfels
over mijn eigen functioneren in deze raad, over de rol van PAL in deze gemeenteraad en