16 Wij hebben ons - ik wil deze mededeling best voor mijn rekening nemen - in de aanvankelijke cijfers vergist en als wij alles hadden geweten dan waren wij wellicht niet tot het oorspronke lijke besluit gekomen. Maar omdat dat nu eenmaal zo is, hebben wij besloten om het zo door te laten gaan en de raad dit voorstel te doenDe reacties daarop heb ik gehoordde raad heeft nu mijn verklaring gehoord. De heer Kessler (weth.): Wat betreft het Lesbisch Archief het volgende. Er is meerdere keren mondeling overleg gevoerd over de huisvestingslasten. Het Lesbisch Archief zit nog niet zolang in het pand en er moest een aantal dingen worden uitgezocht. Tijdens de commis sievergadering bleek dat er op een aantal punten nog onduidelijkheden waren. Met name van de kant van het college werd van andere gegevens uitgegaan dan door het Lesbisch Archief. Je kunt dan zeggen: Word dan kwaad. Ik ben niet kwaad geworden, maar ik heb gezegd dat het beter is dat wij de zaak eens goed uitzoeken en met een voorstel bij de raad komen. Dat is gebeurd en vandaar dat dit voorstel er ligt. De heer IJestra heeft gevraagd wat de kosten zijn van de houtwerkplaats. Ik heb dat na gegaan. De subsidie bedraagt f. 46.292,en is opgenomen in het voorliggende sociaal-cul tureel programma. Daarnaast is er een bedrag van f. 10.000,aan eigen inkomsten. De to tale kosten zijn dus ongeveer f. 56.000, Mevrouw VIietstra (weth.): De heer IJestra heeft een opmerking gemaakt waar ik toch even op wil reageren. Hij zegt namelijk dat zijn fractie, net als in november, om procedurele redenen tegen het desbetreffende voorstel is. Ik vind dat wat merkwaardig want in november ging het om een nagekomen subsidieverzoek, terwijl het nu gaat om een regulier subsidiever zoek. Dit subsidieverzoek is weliswaar te laat ingediend, maar dat is met meer verzoeken in dit programma het geval. Ik vind het dan ook vreemd dat de heer IJestra zegt dat zijn frac tie op dit punt meent tegen te moeten stemmen, terwijl ik hem dat op andere punten niet heb horen zeggen. De heer E.M. Janssen: Ik wil de volgende motie indienen. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 januari 1988, besluit bij de vaststelling van het Programma Sociaal-cultureel Werk 1988 ten behoeve van een mogelijk project voor langdurig werkloze vrouwen f. 75.000,te reserveren en deze extra uitgave te dekken door het bedrag dat in het kader van het programma terugvloeit naar de algemene middelen te verlagen tot f. 112.394, De motie is mede-ondertekend door de heer Ten Hoeve. De Voorzitter: Wij moeten de zaak toespitsen op de motie want anders wordt het een "con tinuing story". De wethouder geeft een standpunt over de motie. De heer Kessler (weth.): Ik heb in eerste termijn al gezegd dat het college achter deze verhoging staat. De raad kan dus vrijelijk voor de motie stemmen. De Voorzitter: De heer Janssen kan natuurlijk ook de motie intrekken en genoegen ne men met de toezegging! De heer Kessler (weth.): Ja, maar het punt is dat er van het bedrag van f. 127.000, dat naar de algemene dienst terugvloeit f. 15.000,af moet. Daarover moet nu expliciet wor den besloten. Dat was mijns inziens ook de reden van de heer Janssen om de motie in te die nen De Voorzitter: De motie staat dus nog overeind. Wij gaan over tot de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie die is ingediend door de heer Janssen. De motie van de heren E.M. Janssen en Ten Hoeve wordt aangenomen met algemene stem men De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 14 met inbegrip van de door mij aangebrachte aanvulling van het besluit. De heer IJestra: Ik heb de onderdelen genoemd waar mijn fractie tegen is. Wij willen graag een aantekening. 17 Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde voor stel van b. en w. met inachtneming van de toezeggingen van het college en de door de heer IJestra gewenste aantekening. Punten 15, 16 en 17 (bijlagen nrs. 25, 19 en 38). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. De Voorzitter: Wij gaan eerst koffie drinken! De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.15 uur, de vergadering. De heer Pruiksma heeft inmiddels de vergadering verlaten. Punt 18 (bijlage nr. 31). De Voorzitter: Dit punt luidt: Instandhouding openbare scholen. De heer Heidstra: Het feit dat er een wettelijke grondslag moet bestaan voor de instand houding van basisscholen vindt mijn fractie begrijpelijk. Echter dat deze instandhouding is gebaseerd op normen die in veel gevallen weinig oog hebben voor plaatselijke situaties wordt door ons betreurd. In dat geval hebben wij meer waardering voor het standpunt in deze van het college van gedeputeerde staten van de provincie Friesland. Dit college heeft tenminste door het vormen van eigen provinciale criteria blijk gegeven meer oog te hebben voor plaatse lijke situaties. Wat dat betreft valt er hier nog overleg te voeren tussen gemeente en provin cie. Ook onze gemeente wordt geconfronteerd met de instandhoudingscriteria voor basisscho len en wel in het bijzonder met de instandhouding van de scholen in Hempens en Lekkum. Voor wat betreft Hempens zijn er gezien het voldoen aan het afstandscriterium geen pro blemen. Anders is het met de basisschool te Lekkum. Ten aanzien van de instandhouding van de ze school is mijn fractie met het college van mening dat de school van groot belang is voor het dorp maar in de eerste plaats voor de leerlingen. Men zou in deze kunnen zeggen dat een dorp zonder school een dood dorp is. De school speelt een belangrijke rol in het sociaal-cul turele leven in Lekkum. Instandhouding van deze school is mogelijk wanneer de gemeente vol doet aan een drietal criteria die gesteld worden door gedeputeerde staten. In dit raadsvoorstel wijkt het college van b. en w. op één onderdeel af van deze voor waarden, te weten het uitspreken van de intentie om voor 1 augustus 1989 eventueel een tweede school op te heffen. Wij zijn het eens met dat standpunt van het college om de inten tie uit te spreken om voor 1 augustus 1991 een tweede school op te heffen of te fuseren. Wel wil ik het college vragen hoe hard het uitspreken van deze intentie is wanneer mocht blijken dat het beleid van gedeputeerde staten op dit gebied wijzigt. Ook willen wij benadrukken dat wij ten aanzien van de toekomstige fusering van de Floris Versterschool en de Ferdinand Bolschool het van het grootste belang achten dat deze scholen moeten kunnen rekenen op een goede begeleiding van de gemeente. Wij gaan er echter vanuit dat het college hier in zijn voorstel tot opheffing van de Floris Versterschool op terug zal ko men en in de tussenliggende tijd de Commissie voor het Onderwijs op de hoogte zal houden van de gang van zaken hieromtrent. Wij staan ook positief ten opzichte van het voorstel om te komen tot het vaststellen van een spreidingsplan. Een dergelijk plan kan een goed beeld geven van een verantwoord en ge zond scholenbestand in onze gemeente. Wij willen hierbij de nadruk er op leggen en er bij het college op aandringen dat in een dergelijk spreidingsplan bij eventuele toekomstige fusering van basisscholen niet alleen wordt gekeken naar de afstand tussen de scholen maar ook naar onderwijshoudelijke aspecten. Voorzitter, mijn fractie kan akkoord gaan met het voorstel van b. en w. en spreekt daar bij eveneens waardering uit over de wijze waarop het college deze moeilijke kwestie heeft we ten op te lossen. Ten slotte nog dit. De leden van de Commissie voor het Onderwijs hebben kennis kunnen nemen van het standpunt van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in deze kwestie. Deze medezeggenschapsraad zegt dat het naar zijn mening bepaald niet relevant is en juri disch volstrekt niet nodig is om nu reeds één of meer basisscholen voor opheffing voor te dragen. Mijn fractie betreurt dit nogal formele standpunt. Wij hadden de verwachting gehad dat de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, die kennis hebben kunnen nemen van het standpunt van gedeputeerde staten omtrent de instandhouding van de school in Lekkum, meer oog zouden hebben gehad voor bestuurlijke verhoudingen en zich niet al leen zouden laten leiden door de juridische kant van deze zaak. Ik dank u wel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 9