De conclusie van de commissie lijkt mij in feite overbodig. De eerste conclusie is dat b. en w. wordt opgedragen binnen twee maanden na het raadsbesluit de instantie aan te wijzen die een verklaring moet afgeven met betrekking tot het Tastabouwsysteem. In feite is dat gebeurd. Er is opdracht gegeven aan Ingenieursbureau Het Noorden om een derge lijk onderzoek uit te voeren. Ik heb zojuist al gezegd dat de resultaten daarvan waar schijnlijk in mei zullen kunnen worden aangeboden. Punt 2 van de conclusie is daarmee ook overbodig. Punt 3 van de conclusie betreft de schriftelijke verklaring die als enige constructief- technische toetsingsmogelijkheid geldt. Dit punt is reeds afgesproken; er zijn geen moei lijkheden over en dat is akkoord. Punt 4 van de conclusie luidt: „De beslissing op het beroepschrift wordt aangehouden totdat de resultaten van het onder de vorige punten genoemde bekend is en de commissie terzake een definitief advies aan de Raad heeft kunnen uitbrengen." Binnen mijn fractie is hierover gediscussieerd. Er is een bezwaarschrift ingediend waarover de gemeenteraad naar ons idee een besluit dient te nemen. Wij menen dat de beslissing op het beroep schrift niet zonder meer aangehouden kan worden. Stel dat er straks op grond van het rapport een bouwvergunning kan worden afgegeven. Dan zegt dat op zichzelf nog niets over het feit of b. en w. in dit geval terecht of onterecht hebben geweigerd. Wij vinden dat dit bezwaarschrift door de raad afgehandeld moet worden en dat wij dit niet kunnen uitstellen naar het moment waarop de resultaten bekend zijn. Wij willen vanavond toch nog geen beslissing nemen over het al dan niet gegrond verklaren van het bezwaarschrift. U heeft begrepen, mijnheer de voorzitter, dat wij op grond van onze in formatie tot tegenovergestelde conclusies zijn gekomen. Tegelijkertijd vragen wij ons af of de commissie over alle informatie beschikte om tot een andere conclusie te kunnen komen. Om die reden willen wij de commissie opdragen de zaak opnieuw te bekijken en tot een nieuw advies te komen. Uiteraard moeten daar dan alle gegevens aanwezig zijn. Ik wil daarom de volgende motie indienen. „De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 februari 1988, gelezen het advies van de Raadsadviescommissie voor de Beroep en Bezwaarschriften d.d. 6 januari 1988 met betrekking tot het beroepschrift van mr. W. Voorthuijsen namens Bouwbedrijf Tadema BV, overwegende: - dat uit nadere gegevens blijkt dat de hiervoor bedoelde com missie onvoldoende van gemeentewege is geïnformeerd over fei ten en omstandigheden, die voor de beoordeling van het voor liggende beroepschrift zeer relevant zijn; - dat het advies van deze commissie dus is gebaseerd op onvol doende informatie en om die reden diverse lacunes dan wel on juistheden bevat, draagt de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaar schriften op om op grond van alle beschikbare - en door het col lege beschikbaar te stellen - informatie een nieuw advies aan de gemeenteraad uit te brengen." De motie is mede-ondertekend door de heer Ten Hoeve. (De Voorzitter: De motie is vol doende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) De heer Koopmans: Voorzitter, over de vraag: Voldoet het Tastabouwsysteem aan de eisen van de Bouwverordening?, bestaat al lang verschil van mening. Nog steeds houdt het college van b. en w. staande dat de deugdelijkheid niet is aangetoond. In een aantal gevallen heeft dat geleid tot weigering van een bouwvergunning, met name als het gaat om bouwwerken met meer dan twee lagen. Voor een dergelijke aanvraag ligt nu een be roepschrift voor. Overeenkomstig de daartoe gestelde verordening heeft de Raadsadvies commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften ter zake een advies uitgebracht. In de overwegingen gaat de commissie onder meer in op het volgende. Het besluit wordt niet gedragen door zijn motivering, zegt de commissie, omdat het college niet heeft aangegeven waarom c.q. op welke onderdelen de overgelegde gegevens niet toereikend zijn. Voorts acht de commissie de gang van zaken rond de kwestie Tasta zeer onbevredi gend, omdat de gemeente niet aangeeft aan welke eisen met betrekking tot stijfheid, sta biliteit, etc. het Tastasysteem moet voldoen. Daardoor kan Tasta gedurende een aantal ja ren het systeem niet in volle omvang toepassen, aldus de commissie. Ten aanzien van het vorenstaande willen wij het volgende opmerken. In de eerste plaats moet de vraag beantwoord worden wie moet aantonen of een be paald systeem voldoet aan de eisen van de Bouwverordening. Naar onze mening moet dat door de aanvrager geschieden, terwijl omtrent de vraag waaraan materialen moeten vol 5 Y doen naar ons idee ook niet zoveel verschil van mening bestaat. Een aantal criteria wor den genoemd te weten: stijfheid, stabiliteit, duurzaamheid en veiligheid. Nu kan men na tuurlijk twisten over de vraag in welke mate de materialen daaraan moeten voldoen. Maar ook dan zijn er ijkpunten, te weten de normen die ter zake bij andere materialen worden gebruikt. Bovendien kan op dit punt gebruik worden gemaakt van de deskundigheid van een bepaald bureau. Overigens, uit de stukken en uit nadere informatie is ons gebleken dat het college inmiddels heeft aangegeven welke eigenschappen onderzocht moeten worden en hoe tot de vereiste verklaringen kan worden gekomen in overleg met de raadsman van Bouwbedrijf Tadema. Dit alles op een rij zettend komen wij tot de volgende conclusie. Het is van belang voor het Bouwbedrijf Tadema op zo kort mogelijke termijn een standpunt over het Tastabouwsysteem in te nemen gebaseerd op een deugdelijk onder zoek. Met een dergelijk onderzoek is - blijkens onze informatie - het college van b. en w. in samenwerking met het Bouwbedrijf Tadema volop bezig. Derhalve is er op dat punt geen enkele reden het college opdrachten te verstrekken. Een beslissing gebaseerd op de uitkomsten van het onderzoek kan op dit moment niet worden genomen. Daarom is mijn fractie van mening dat een beslissing op dit bezwaarschrift moeten worden uitgesteld c.q. aangehouden totdat er wel beschikt kan worden over de benodigde gegevens. Natuurlijk moet zulks binnen een redelijke termijn gerealiseerd zijn. Wij denken daarbij evenals de commissie aan enkele maanden. Ik zou mij kunnen voorstellen dat via de Commissie voor Openbare Werken en Milieu de raad op de hoogte blijft van de vorderingen van de stand van zaken van het onderzoek. Voorzitter, ik dien namens mijn fractie de volgende motie in. „De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 februari 1988, behandelende het beroepschrift van Bouwbedrijf Tadema inge diend tegen de weigering van een bouwvergunning voor het op richten van een kantoorpand aan de Orionweg 3 te Leeuwarden, gehoord de beraadslagingen, overwegende: - dat het college van b. en w. in overleg met Bouwbedrijf Tadema tracht te komen tot een oplossing met betrekking tot het ver krijgen van een deugdelijkheidscertificaat voor het Tastabouw systeem; - dat het niet zinvol is zolang de uitkomst van dit onderzoek niet bekend is een beslissing op het beroepschrift te nemen, besluit - een beslissing op het bezwaarschrift van Bouwbedrijf Tadema BV aan te houden; - de raad via de Commissie Openbare Werken op de hoogte te stellen van de vorderingen ter zake, en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door de heer Bilker. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) De heer Rozema: Voorzitter, mijn fractie heeft bezwaren tegen de afwijzing door b. en w. van de bouwvergunning aan Bouwbedrijf Tadema. Reeds in de eerste alinea van de raadsbrief staat dat de overgelegde gegevens niet toereikend waren voor de beoordeling van de constructieve eisen. Wanneer dit zo is, dan hadden b. en w. de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk moeten verklaren. Een aanvraag moet immers beoordeeld wor den op inhoudelijke gronden. Indien geconstateerd wordt dat de gegevens niet toereikend zijn kunnen b. en w. de aanvraag niet behandelen. Het college komt desondanks toch tot een besluit en wel met een afwijzing. Een besluit dat niet gemotiveerd is. Terecht maakt de raadsadviescommissie daar bezwaar tegen. Indien een besluit niet gedragen wordt door zijn motivering behoort het te worden vernietigd wegens strijd met het motiveringsbegin sel. Mijn fractie begrijpt daarom niet waarom de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften niet voorstelt het besluit van b. en w. te vernietigen. B. en w. dienen iedere aanvraag inhoudelijk te beoordelen aan de hand van harde criteria. Echter het probleem is dat de criteria ontbreken en de gemeente kan blijkbaar het nieuwe Tastasysteem niet beoordelen. Dan worden de rollen omgedraaid en moet Tasta zelf voor harde toetsingscriteria zorgen en vervolgens aantonen dat men daaraan voldoet. Terecht merkt voornoemde raadsadviescommissie op dat het college hier in gebreke blijft. B. en w. moeten zelf het toetsingskader aanschaffen en aan de hand daarvan de aanvraag beoordelen. Door een attest van KOMO of wat voor instantie dan ook te vragen over het Tastasysteem wordt de zaak mijns inziens omgedraaid. De constatering van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 3