16 van het college over het onlangs opgerichte Netwerk voor Lagere Overheden tegen Apart heid. Krijgen wij nog iets te horen van wat daar besproken wordt, in de vorm van bij voorbeeld een verslag, of komt die zaak ook in de Commissie voor Welzijnsaangelegenhe- den aan de orde? De heer Krol heeft inmiddels de vergadering verlaten. De heer Heere (weth.): De heer Meerdink heeft gevraagd of het college het antwoord nog een keer wil heroverwegen. Hij heeft ook gezegd dat in het antwoord niets staat over het exposeren van voorlichtingsmateriaal. In het antwoord van b. en w. wordt ver wezen naar de mogelijkheden die ontstaan in verband met het onlangs opgerichte Netwerk voor Lagere Overheden tegen Apartheid. Ik kan mij voorstellen dat dit soort zaken ook in de activiteiten van Netwerk meegenomen had kunnen worden. Met andere woorden, het feit dat wij er niet over spreken betekent niet dat wij het niet hadden zullen doen, maar in dat kader hadden willen bespreken. Haast is in ieder geval niet het motief geweest om het niet te doen. Mevrouw Doevendans heeft gezegd dat het college niet expliciet antwoord heeft gege ven op de thee-kwestie. Dat is juist, hoewel er in het antwoord staat dat wij er toch de voorkeur aan geven om niet al te veel te versnipperen. Wij steunen al twee projecten in ontwikkelingslanden en wij drinken al solidariteitskoffie. Het geld is ook een keer op. Mevrouw Doevendans heeft daar overigens ook op gewezen. Als je weet wat deze koffie meer kostdan ga ik er vanuit dat de thee ook een aantal duizenden guldens meer zal kosten. Bovendien zullen wij daarover ook nog met de medezeggenschapscommissie moeten praten, want die heeft zich met betrekking tot de koffie al enigermate geroerd. Het komt er dus op neer dat de vraag van de heer Meerdink om nog eens een keer opnieuw te bekijken wat er te doen is kan worden uitgevoerd. Dat betekent wel - ik kom dan op die haast terug - dat dat enige tijd kan duren om de reden die ik zojuist heb ge noemd. (Mevrouw Doevendans: Ik heb een vraag over de koffie. Het is natuurlijk zo dat over smaak niet valt te twisten, maar is het het college bekend dat er mogelijkheden zijn om in overleg met SOS-Wereldhandel - dat is ook in de Tweede Kamer gebeurd - de me lange te wijzigen zodat een andere smaak ontstaat? Er kunnen proeven mee gedaan wor den. Heeft de wethouder voorts enige onderbouwing...) (De Voorzitter: Dat is geen on derdeel meer van de interruptie. U stelt die vraag maar in tweede termijn.) Bij het over wegen en heroverwegen kan die kwestie wellicht ook worden betrokken. Als wij toch gaan onderzoeken dan kan daar ook wel een onderzoek naar gedaan worden. Voor wat betreft de vraag over het Netwerk voor Lagere Overheden tegen Apartheid het volgende. Ik heb een paar dagen geleden brieven gezien waaruit blijkt dat het Net werk inmiddels formeel bestaat en rechtspersoon is en dat men nu bezig is om organisa tie, werkwijze en bezetting van het bestuur te regelen. Ik heb de indruk dat dat binnen afzienbare tijd - wellicht binnen een paar maanden - is gerealiseerd. Netwerk zal dan met voorstellen naar de aangesloten gemeenten toe komen. Indien er voorstellen komen dan zullen wij daar natuurlijk in overleg met de betrokken commissie(s) over gaan praten en tot besluitvorming kunnen komen. Mevrouw Doevendans: De wethouder zei dat hij er vanuit gaat dat de thee aanmerke lijk duurder zal zijn. Is dat zo? Heeft hij daar enige onderbouwing voor? De heer Heere (weth.): Ik heb niet gezegd dat dat zo is. Ik heb alleen gezegd dat, als ik naga dat de koffie iets in de orde van 10.000,duurder is, ik aanneem dat ook de thee duurder is en dat ik dan geld moet zien te vinden. Ik heb toegezegd dat ik daar naar zal kijken. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Sub G. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 3 (bijlage nr. 56). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt la (bijlage nr. 61). Benoeming in diverse commissies en in de raad van de Regio Friesland-Noord. 17 Aanbeveling van burgemeester en wethouders: - de Commissie voor Algemene Zaken - de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Informatiezaken: - de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden - de Commissie voor Georganiseerd Overleg - de Overlegcommissie voor Ontwikkelingssamenwerking - de Overlegcommissie voor Etnische Groepen lid van de raad van de Regio Friesland-Noord Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. Punt Ub (bijlage nr. 62). Benoeming leden Bestuurscommissie Centrum voor Beroepsoriëntatie en Beroepsoefening (CBB Voordracht van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: - de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau of diens plaatsvervanger. Voordracht van de Vereniging van Friese Gemeenten: - mevrouw N. van Zandbergen-SchefferSt. Nicolaasga. Voordracht van de Bestuurscommissie Centrum voor Beroepsoriëntatie en Beroepsoefening: - mevrouw T. Wielinga-Graansma, Leeuwarden; - de heer F,F. Rijpstra, Heerenveen. Benoemd worden de voorgedragenen met algemene stemmen. De heren Sijbesma en Van der Wal vormden met de voorzitter het stembureau. Punten 5, 6 en 7 (bijlagen nrs. 60, 50 en 52). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. De Voorzitter schorst, om 21.30 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.50 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 8 (bijlage nr. 64). De Voorzitter: Dit punt luidt: Beschikbaar stellen krediet voor het aanbrengen van een lift in de fietsenkelder van het pleinafsluitend gebouw op het Mercuriusplein. De heer Burg: Bij de behandeling van dit voorstel in de commissie heb ik een aantal kanttekeningen geplaatst voor wat betreft de procedure en de economische haalbaarheid. Onze fractie is van mening dat deze lift reeds in het ontwerp voor het pleinafsluitend ge bouw meegenomen had moeten worden. Bouwkundig maar met name ook financieel was dit beter en ongetwijfeld goedkoper geweest dan achteraf het bouwplan te moeten inpassen in een al panklaar ontwerp waarvoor alle offertes al zijn afgewerkt. Bovendien zou er in combinatie met liften voor het woongedeelte en de roltrappen ongetwijfeld veel scherper gecalculeerd zijn. Als ik nu constateer dat het college en/of de desbetreffende dienst zich eerder had moeten realiseren dat de fietsenkelder zonder lift voor een deel van de bevolking praktisch onbruikbaar is, dan moet ik er meteen bij zeggen dat ook de commis sieleden en de raad daar niet eerder op hebben aangedrongen. De kelder zonder lift zal voor de door het college genoemde categorieën gebruikers moeilijk toegankelijk zijn. U zult dan ook begrijpen, mijnheer de voorzitter, dat wij, ondanks mijn gepruttel in de commissie, toch akkoord gaan met het voorliggende voorstel. De kelder kost ons geld. Ik kom dan bij ons tweede bezwaar. In de raadsbrief stelt het college - ik citeer -: „Bij de bepaling van de met de toekomstige exploitant van de fietsenkelder overeen te komen huurprijs, zal rekening worden gehouden met de onderha vige investering." Dat klinkt natuurlijk prachtig, maar het is wel een doekje voor het bloeden. Deze fietsenstalling wordt één van de duurste en misschien wel de duurste fiet senstalling van Nederland. De gemeente geeft een bijdrage van 700.000,voor de bouw van de kelder en 156.000,voor de lift. Voor de daadwerkelijke inrichting van de fiet senstalling zullen er nog wel wat „snypsnaren" bijkomen. Al met al zal de stalling zo'n 9 de heer P. Meerdink; de heer P. Meerdink; de heer P. Meerdink; de heer P. Meerdink; de heer P. Meerdink; de heer P. Meerdink; de heer P. Meerdink.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 9