die men ontwikkelt en niet zozeer om de club zelve. Ik ben dus van mening dat de argu
mentatie op grond waarvan beide raadsleden menen dit verzoek te moeten afwijzen niet
deugdelijk is.
De heer Meerdink: Ik had gehoopt dat de wethouder gelijk zou hebben dat er in het
stuk inderdaad een onderbouwing staat. De zin die hij voorleest heeft echter betrekking
op een ander onderdeel van de subsidie-aanvraag en niet op de begeleidingskosten van de
gespreksgroepen. In het programma wordt in feite gezegd: wij willen ons niet in de me-
thodenstrijd mengen. Aan de andere kant wordt een financiële grens gesteld die evenwel
niet wordt onderbouwd. De motie is wat dat betreft heel erg licht. Het college wordt
slechts uitgenodigd om een onderbouwing te geven zodat de raad kan beoordelen waarom
deze financiële grens gesteld moet worden. Wij kunnen daar dan op een ander moment een
beslissing over nemen. Dat is eigenlijk de strekking van de motie. Ik zie niet in waarom
iemand in deze raad daar tegen zou kunnen zijn.
De heer Ybema: Ik heb ook bedoeld te spreken over het subsidiëren van een activi
teit. Een activiteit die aan de ene kant wordt georganiseerd door het COSBO en aan de
andere kant door een politieke partij. Welke partij dat is doet er voor mij helemaal niet
toe. Wij hebben daarbij toch te maken met het criterium dat de activiteit niet door een
andere voorziening ter plaatse reeds dient te worden aangeboden. Het blijft natuurlijk een
inschatting in hoeverre de activiteiten dan doublures zijn of in eikaars verlengde liggen.
Ik vind het een activiteit die qua karakter helemaal thuishoort bij de ouderenbond. Uit
het voorstel van de ouderenbond begrijp ik dat er ook sprake is van een aanzet om tot
die activiteit te komen.
In het voorstel onder punt II.7 heb ik gelezen dat het programma al verder is inge
vuld met een aantal themabijeenkomsten. Dat laat althans voor mij onverlet dat het een
activiteit is die qua karakter helemaal thuishoort bij ouderenbonden die nu juist bedoeld
zijn om de belangenbehartiging voor ouderen gestalte te geven. In het proces van opbouw
waarin wij op dit moment zitten wat de ouderen betreft vind ik het heel belangrijk dat de
ouderenbonden alle kans daartoe krijgen. Dat proces moet zoveel mogelijk worden gestimu
leerd. Ik handhaaf wat dat betreft mijn standpunt.
Wat betreft de door de PAL-fractie ingediende motie heb ik de neiging om de redene
ring van de wethouder te volgen. Ik vind het eerlijk gezegd wat moeilijk om nu heel snel
te zeggen wat de portee van deze motie is. Wat voor mij de doorslag geeft is dat wij voor
1988 hebben te maken met een overgangssituatie. Wat dat betreft zitten wij niet voor de
eeuwigheid vast aan de regeling. Mede op grond daarvan steun ik de redenering van de
wethouder en zal ik de motie niet steunen. (De heer Meerdink: Ik wil u de portee van de
motie wel uitleggen.) (De Voorzitter: Ik begrijp dat daar niet zoveel behoefte aan be
staat.) (De heer Meerdink: De heer Ybema geeft aan dat hij de portee niet vat. Ik bied
hem aan die nog een keer uit te leggen.) (De Voorzitter: Hij heeft er al een conclusie
aan verbonden.)
De heer E.M. Janssen: De heer Ybema heeft denk ik de portee van de motie wel be
grepen, maar hij vraagt zich mijns inziens af of wij nu moeten gaan discussiëren over de
hoogte van het bedrag in de wetenschap dat er een nota zit aan te komen waarin wellicht
uitgebreid op al dit soort zaken wordt ingegaan. Ook wij vinden het beter om daar op te
wachten. Een aspect dat ook een rol speelt is dat 1988 al in een zodanig vergevorderd
stadium is dat het niet zinvol is om nu nog te praten over activiteiten voor dit jaar.
Mijn tweede opmerking gaat over de subsidie voor de PvdA. Ik vind het heel plezierig
om achterover ^geleund wethouder Heere daarop te horen antwoorden. Ik wil dat zo maar
laten
De hear Bilker: Ik wol yngean op de moasje fan PAL oer de SBL. De wethalder seit
dat it kolleezje in öfweaging makke hat. Op under oaren side 9 fan it programma is yn-
died sprake fan in ófweaging, benammen ek - de hear Janssen doelt dêr ek op - sjoen it
belied dat kommendewei is yn in notysje dy't üs te wachtsjen stiet. My tinkt dat wy dan
dy ófweaging mar meitsje moatte. Wy steane achter it kolleezje. Boppedat steane wy ach
ter alle subsydzjetakennings yn it ramt fan it Programma Flankearjend Aldereinbelied.
De heer IJestra: Gehoord de reactie van de wethouder zal mijn fractie de motie van
PAL niet steunen.
De heer RozemaIk kan de redenering van de heer Bilker volgen en ik steun de mo
tie niet.
De heer Heere (weth.): Ik zal mij in mijn houding in zoverre bij de heer Janssen aan
sluiten dat ik nu niet zal gaan staan.
19
In de richting van de heer Meerdink zou ik nog het volgende willen zeggen. Als het
gaat om de omvang van het bedrag per gespreksgroep, per tijdseenheid, enz. dan - dat
staat inderdaad niet zo expliciet in de raadsbrief, maar dat punt is ook wel eens in de
commissie ter sprake geweest - is daarbij aansluiting gezocht bij de lijn die zowel bij het
sociaal-cultureel programma als bij het Vormings- en Ontwikkelingswerk voor Volwassenen
en de emancipatie-activiteiten wordt gevolgd, namelijk een aantal guldens per dagdeel. Wij
vinden dat ook in dit geval een redelijk bedrag. Maar - dat is in aansluiting op opmer
kingen die ook door andere raadsleden zijn gemaakt - wij gaan nu van start met iets wat
later nog zijn wat definitievere onderbouwing via de notitie over het ouderenbeleid moet
krijgen. Mocht in de praktijk blijken dat men hier per se niet mee uit de voeten kan en
men kan dat goed beargumenteren, dan ben ik best bereid om nog eens na te denken
over een andere aanpak.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie die
is ingediend door de heer Meerdink.
De motie van de heer Meerdink en mevrouw Westra wordt verworpen met 31 tegen 2
stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie.)
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 17.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat
de PAL-fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen onderdeel 1.4 van het
programma en de fracties van D66 en GPV/RPF/SGP tegen onderdeel II.7 van het pro
gramma.
De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering.
Punt 18 (bijlage nr. 96).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Opvang asielzoekers in Leeuwarden.
De heer E.M. Janssen: Bij dit punt willen wij niet zozeer het woord voeren om kritiek
op het voorstel te uiten maar meer om de vrijwilligers die zich in Leeuwarden inzetten
voor de opvang en huisvesting van asielzoekers in het zonnetje te zetten. Niet alleen
wordt hun vrijwillige werk bemoeilijkt door taalproblemen en culturele verschillen van de
asielzoekers, maar ook door het vluchtelingenbeleid van het huidige kabinet. Zo lang een
asielzoeker niet de status van vluchteling heeft moet hij of zij zo ver mogelijk van onze
samenleving gehouden worden, volgens het kabinet.
In de Rijksregeling Opvang Asielzoekers (ROA) is dan ook geen ruimte voor taalon
derwijs en sociaal-culturele activiteiten voor asielzoekers. Op creatieve wijze stellen bur
gemeester en wethouders ons nu voor om toch iets aan taalonderwijs voor asielzoekers te
doen. Professioneel onderwijs kan pas na een wachttijd van 6 maanden. De eerste 6 maan
den, zo stellen b. en w., zou dat met vrijwilligers kunnen. Onze vraag aan b. en w. is:
Gaat de gemeente nog op een of andere manier stimuleren dat dit taalonderwijs door vrij
willigers er komt?
Rest mij nog de vrijwilligers van de Stichting Huisvesting Asielzoekers en de Stich
ting Vluchtelingenwerk Leeuwarden (SVL) te bedanken voor het vele werk dat zij bij de
opvang van asielzoekers verrichten. Je moet maar enthousiast blijven met zo'n rijksbeleid.
Ik dank u wel.
De hear Bilker: De regeling foar opfang asylsikers jout net dy rümte kwa belied en
kwa budzjet dy't wy graach foar üs bütenlanske gasten sjoen hiene. Yn'e kommisje hat de
CDA-fraksje al ferskate punten ynbrocht. It liket my net nedich dat nochris te dwaan.
Wy hawwe lykwols wol wat fraachtekens pleatst by it taalünderwys. Wy hiene op him-
sels wat mear ferbreding sjen wollen.
Ek by de wat ik dan no mar neam de 5,ekstra neist de 200,yntroduksjesub-
sydzje foar rekreative en üntspanningsdoeleinden pleatse wy fraachtekens. Mar dy
200,is foar harren dy't harren rjochtstreeks melde as asylsiker en dan is 5,foar
de oaren in te leech bedrach. Der skynt fierder gjin romte te wêzen; dit bedrach is win-
liken der al boppe oerhinne.
Lykas de hear Janssen wolle wy ek üs wurdearring ütsprekke foar dy frijwilligers
dy't harren skouders der under setten hawwe. Sünder harren soe it net slagje. En as wy
ütsprekke dat wy wol 2%0 asylsikers opnimme wolle - dat hat üs fraksje ek ütsprutsen -