20 Punt 23 (bijlage nr. 127). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 24 (bijlage nr. 131). De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanbieding Beleidsplan Gemeentepolitie Leeuwarden 1 Ü07 Mevrouw De Haan-Laagland: Mijnheer de voorzitter, wij vinden het een goede zaak dat het beleidsplan van de politie ook in de raad besproken wordt al nemen wij dan van avond niet zelf een beslissing over dit beleid. Het beleidsplan spreekt immers over een open oog voor de signalen uit de samenleving en over het dichter bij de burger functio neren. De gemeenteraad vertegenwoordigt de plaatselijke bevolking en staat over het al gemeen dicht bij de burgers. Wij horen veel verhalen, ook over de politie, en hebben daar een mening over. Bovendien behoort de burgemeester verantwoording af te leggen aan de raad over het beleid van de politie. Daarom ook vinden wij dat een dergelijk be langrijk beleidsstuk in de raad zelf aan de orde moet kunnen komen. Een commissieverga dering leent zich in het algemeen meer voor het doorvragen op onderdelen. Oordelen en meningen hebben daar vaak nog een wat voorlopig karakter. Een meer afgewogen oordeel over het totale stuk. door een hele fractie en in dit geval meerdere fracties komt beter tot uitdrukking in de raad zelf. Onze mening over het Beleidsplan Gemeentepolitie Leeuwarden 1987 valt zeker positief uit. Wij vinden het een gedegen, helder geformuleerd beleidsplan. Het biedt zeker aan knopingspunten om het werk van de Leeuwarder politie beter te stroomlijnen en ook beter in te spelen op de veranderende samenleving. Er worden prioriteiten gesteld al komen de posterioriteiten niet erg goed uit de verf. Het beleidsplan is gepresenteerd als een raam- beleid waarbinnen specifieke onderdelen nadere uitwerking behoeven. Om het concreet te houden lijkt het mij gewenst te weten of er een planning is voor het uitwerken van de deelonderwerpen en zo ja of de politie daarmee op schema is. Wij kunnen ons in het algemeen vinden in de taakomschrijving, de doelstellingen en de conclusies van het beleidsplan. Ik vind bovendien dat het stuk nadat de inspraak heeft plaatsgevonden en formuleringen zijn aangepast actueler is geworden. Nog een opmerking van algemene aard. Hoe gaat het nu verder? Het beleidsplan is geschreven voor de periode 1986-1989. Is het de bedoeling dat het plan jaarlijks via een jaarverslag geëvalueerd en bijgesteld wordt? Blijft dit beleidsplan de komende jaren uit gangspunt van beleid of wil men iedere vier jaar een nieuw plan maken? Dan nog een laatste vraag. Waarom krijgt de raad pas in april dit plan ter behande ling, terwijl het al in septerpber vorig jaar officieel is vastgesteld door het tripartite overleg? Ik wil dan nu een paar specifiekere opmerkingen maken. De reservepolitie. Ik heb begrepen dat er intern een discussie is ontstaan over de taak van de reservepolitie. In het beleidsplan staat op pagina 29 dat de reservepolitie be wapend is met pistool en wapenstok en ingezet wordt bij bijvoorbeeld voetbalwedstrijden, bloemencorso's, enz. Wij vragen ons af of dat een verantwoorde zaak is. Heeft deze inter ne discussie al tot standpunten geleid? Zo ja, kunt u ons daar dan iets over meedelen? Zo nee, wilt u ons dan in de Commissie Openbare Orde bij deze discussie betrekken? Personeelsbeleid. In hoeverre wijkt het personeelsbeleid bij de politie af van het door de raad vastgestelde gemeentelijke personeelsbeleid? Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de voorkeursbehandeling van vrouwen en de positie van etnische minderheden. Doet u een serieuze poging om die zaken op elkaar af te stemmen en wat zijn daarbij dan knelpunten? Ik had ook een paar opmerkingen willen maken over de wijkagent. Voordat ik naar deze vergadering ging las ik echter in de krant dat er in de discussie die intern gaande is over de wijkagent een compromis is bereikt. Ik laat dat punt dan nu ook maar buiten beschouwing. Automatisering. Ik heb begrepen dat bij de politie is gekozen voor een voorzichtige aanpak voor wat betreft de automatisering: stap voor stap uitbreiden. Dat houdt de zaak overzichtelijk en daarmee kom je niet voor onoverkomelijke problemen te staan. Het lijkt ons een verstandige keus. Wel vraag ik mij af wanneer dat leidt tot positieve effecten in de zin dat dat ook aantoonbaar meer tijd of uren oplevert ten gunste van het uitvoerend politiewerk. Ik vraag mij dat vooral ook af omdat de ministers Korthals Altes en Van Dijk er blij kens recente beleidsvoornemens vanuit gaan dat de politie met maar liefst 3.000 mensen minder toe moet kunnen als de automatisering goed op gang komt. Wij maken geld vrij voor automatisering ten koste van de sterkte van het politie-apparaat. Dat betekent dat de politie met minder mensen het werk moet doen. Als wij het beleidsplan goed lezen dan kan het zelfs wel leiden tot meer werk met minder mensen. Ik citeer wat dat betreft uit de Nieuwjaarstoespraak van de heer Van Heiten waarin hij onder andere heeft uitgespro 21 ken: „De politie staat van vele kanten onder druk. Haar effectiviteit en haar efficiency moeten worden vergroot. Zij moet haar taak dichter bij de burger uitoefenen, zij moet haar budget toesnijden op haar opnieuw bepaalde taken en doelen. Zij moet meer samen werken op regionaal niveau, zij moet meer en beter werk doen met minder mensen en meer automatisering. Maar politiewerk blijft mensenwerk." Het is begrijpelijk dat deze bezuini ging geleid heeft tot felle protesten van politiemensen zelf, want zij ervaren immers de werkdruk aan den lijve. Het ziekteverzuim is zorgwekkend, zegt commissaris Van Heiten in dezelfde Nieuwjaarstoespraak. Wij willen vanavond graag uitspreken dat wij het niet verantwoord vinden te bezuinigen op de politiesterkte. Als wij kijken naar dit beleidsplan maar ook naar andere plannen, bijvoorbeeld het plan Samenleving en Criminaliteit, dan is het niet geloofwaardig om uit te spreken wat je allemaal van de politie verwacht en daar dan niet de mensen bij te leveren die dat moeten uitvoeren. Van zo'n bezuiniging is de burger uiteindelijk de dupe. Wat ons dan in het bijzonder steekt is dat de regering bij het verdelen van de bezui- nigingspijn bij de politie alleen kijkt naar het inwonertal van een bepaalde gemeente. Uit onderzoek van een adviesbureau naar de sterkte van 21 politiekorpsen in ons land blijkt dat de sterkteverdeling tussen de korpsen uiterst onevenwichtig is. Heel wat gemeenten zijn gezien de werkdruk en de lokale criminaliteit onderbezet. Het inwonertal zegt op zich zelf niets over de werkdruk van de politie. Het maakt bijvoorbeeld nogal wat uit of een stad wel of geen centrumfunctie heeft. Het is bekend dat een stad als Apeldoorn que in wonertal recht heeft op een redelijk groot politie-apparaat, maar dat daar in verhouding tot Leeuwarden of Deventer de werkdruk van de politie niet zo groot is. Wij vinden het te gemakkelijk en geen recht doen aan het werk van de politie om alleen te kijken naar een criterium als inwonertal. Om die reden wil ik graag een motie indienen die ik niet meer zal indienen namens de PvdA-fractie maar inmiddels namens de gehele raad. Alle fractievoorzitters hebben de motie ondertekend. De motie luidt als volgt. „De gemeenteraad van Leeuwarden, bijeen op 18 april 1988, overwegende: - dat hij in hoofdlijnen kan instemmen met het beleidsplan over de gemeentepolitie van Leeuwarden; - dat dit beleidsplan onder andere beoogt door stroomlijning en automatisering van administratieve procedures het hoofd te bie den aan de toenemende werkdruk van de politie en daardoor meer tijd vrij te maken voor de directe politiezorg; - dat een van de voorwaarden voor effectuering van dit beleid is dat het politie-apparaat van Leeuwarden op voldoende sterkte blijft om de veelheid aan politietaken op een efficiënte en effec tieve wijze te kunnen uitoefenen; - dat de ministers Van Dijk en Korthals Altes recentelijk als hun voornemen kenbaar hebben gemaakt dat door een herschikking van middelen geld ten behoeve van automatisering moet worden vrijgemaakt ten koste van de personele sterkte; - dat het streven naar een efficiëntere en effectievere bedrijfs voering op zichzelf gedeeld wordt; - dat evenwel moet worden geconstateerd dat met het inkrimpen van de landelijke politiesterkte met bijna 3.000 mensen het even tueel met automatisering te behalen rendement onmiddellijk wordt afgeroomd; - dat een dergelijke afroming niet stimulerend werkt op vergro ting van efficiency en effectiviteit in de bedrijfsvoering van de politie - dat bedoelde beleidsvoornemens evenmin rekening houden met de toenemende werkdruk waaraan de politie wordt blootgesteld; - dat bovendien sterk betwijfeld moet worden of via automatise ring reeds op korte termijn het verlies aan menskracht zal wor den gecompenseerd; - dat geconcludeerd kan worden dat de uitvoering van het Be leidsplan Gemeentepolitie Leeuwarden door de voorgenomen re ductie van de politiesterkte ernstig zal worden bemoeilijkt; - dat daar nog bij komt dat blijkens landelijk onderzoek de sterk teverdeling tussen de politiekorpsen uiterst onevenwichtig is; - dat blijkens bedoeld onderzoek naar 21 politiekorpsen vele ge meenten, gezien werkdruk en criminaliteit onderbezet zijn; - dat daarmee duidelijk is aangetoond dat het hanteren van het inwonertal als criterium nog weinig zegt over de werkdruk en de hoogte van de lokale criminaliteit; - dat er bij de toedeling van de politiesterkte per gemeente meer

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 11