26 ben dan ook wel opmerkingen gehoord als: Ik kom aan mijn eigen werk niet meer toe, terwijl wij zeggen dat hetgeen wij gesteld hebben nu juist primair is: namelijk zichtbaar op straat zijn; daar, in de eerste lijn, veel breedschaliger aanwezig zijn om daarmee te tonen dat er politie is. Dat betekent wel dat er in de hele cultuur van de beleving van de individuele politieman en -vrouw natuurlijk noodzakelijkerwijs veranderingen moeten worden aangebracht. Ik moet zeggen dat wij toch wel blij zijn met de positieve respons die wij vanuit het korps hebben gekregen. Natuurlijk zijn er rimpels geweest. Velen uwer hebben het insti tuut van de wijkagent genoemd, ten aanzien waarvan in eerste opzet de schaal toch wel wat erg in de andere richting doorsloeg. Er was een 30-70 verhouding in tijdsbesteding. De wijkagent kwam eigenlijk voor wat de typische wijkgerichte activiteiten betreft niet veel verder dan ongeveer 30% van zijn tijd. Wij hebben daarvan gezegd dat dat niet goed is en dat er bijgestuurd moet worden. Het is nu omgekeerd. Er wordt naar gewerkt om in ieder geval zo'n 70% van de tijd vooral te richten op het wijkgerichte werk. Dat neemt niet weg dat er toch een stuk flexibiliteit moet worden opgebracht. Een dergelijk verhaal kan ik ook houden met betrekking tot de recherche die nu ook weer het uniform aantrekt en waarneembaar en zichtbaar op straat verblijft. Mevrouw De Haan heeft gevraagd naar de reservepolitie. Zij heeft geconstateerd dat er in het beleidsplan een hoofdstuk aan is gewijd en dat er een kwestie over is. Er is een verschil van inzicht tussen de dienstcommissie en de korpschef over de inzetbaarheid van de reservepolitie. In zo'n geval wordt de zaak voorgelegd aan de Commissie van Ad vies, een onafhankelijke commissie die daarover een oordeel moet geven. Het advies van deze commissie - ik heb begrepen dat dat zeer binnenkort geformuleerd gaat worden - is de bouwsteen voor mij als korpsbeheerder om een beslissing te nemen. Ik wil deze kwestie nog even buiten beeld houden, maar ik houd de Commissie Openbare Orde er wel van op de hoogte. Zij heeft daarnaast de vraag gesteld of het wel helemaal verantwoord is om de reser vepolitie de straat op te sturen. Gelet op de wijze waarop wij dat doen is dat mijns in ziens alleszins verantwoord. Er wordt op een heel nuttige wijze gebruik gemaakt van de inzet van de reservepolitie. Je moet je natuurlijk wel realiseren dat deze mensen een op leiding hebben gehad die niet tot in alle consequenties vergelijkbaar is met die van de professionele politiemensen. Als je dat in de gaten houdt weet je ook wat de beperkingen en begrenzingen zijn in het inzetten van de reservepolitie. De inzet gebeurt bij voetbal wedstrijden, bij grootschalige gebeurtenissen, enz. U hebt daar ook het een en ander van kunnen lezen. Voor wat het personeelsbeleid betreft heeft mevrouw De Haan met name gevraagd of er ook gekeken wordt naar het inzetten van vrouwen. Ik kan u daar cijfermatig iets over zeggen. 5 jaar geleden waren er bij het Leeuwarder politiekorps 3 vrouwen in de uitvoe rende dienst werkzaam. Op het ogenblik is dat aantal 11. Per 1 april zijn twee vrouwen in deeltijd gaan werken. Wij zijn daar eigenlijk best gelukkig mee. Ook hier werkt de be zuinigingsoperatie eigenlijk net het tegendeel in de hand. Wij hebben namelijk toen wij in eens 16 politiefunctionarissen extra mochten aanstellen met name de werving gericht op vrouwen. Er is toen een aantal vrouwen in opleiding genomen. Eén ervan heeft kortgele den een aanstelling gekregen bij het korps in Zoetermeer, omdat, doordat wij in bezetting terug moesten, het aantal beschikbare formatieplaatsen lager lag dan wij aanvankelijk meenden te mogen veronderstellen. De bewuste mevrouw is door ons met de bedoeling om haar in ons korps aan te stellen naar de opleiding gestuurd. Door de teruggang moest er voor haar een alternatief gezocht worden en dat is het korps in Zoetermeer geworden. Zo'n situatie kan zich in de toekomst nog wel vaker gaan voordoen wanneer de verdere teruggang wordt geëffectueerd. Het ge volg daarvan is dat ook de normale doorstroming naar andere korpsen natuurlijk op slot komt te staan en dat is erg betreurenswaardig. Ik ben namelijk van mening - ik heb dat in de Commissie Openbare Orde ook gezegd - dat wij behoefte hebben aan beduidend meer vrouwen binnen het korps ook in verband met onder andere specifieke zaken die worden aangedragen. Ik verwijs naar verkrachtingszaken ten aanzien waarvan met name de vrou welijke leden van ons korps heel belangrijke rollen hebben gespeeld bij het opnemen van aangiften. Dat is ook te begrijpen. Mevrouw De Haan heeft ook gesproken over automatisering. Een voorzichtige aanpak, step-by-stepWij zijn ook een beetje afhankelijk van wat de hogere overheid ons aan mo gelijkheden biedt. Op de vraag wanneer positieve effecten gesorteerd worden kan ik ant woorden dat die eigenlijk nu al gesorteerd worden. Ik denk dan even aan het bekeurings- afhandelingssysteem dat een geautomatiseerde verwerking mogelijk maakt. Het is dan ook erg te betreuren dat de bewindslieden bij herhaling doen alsof er ineens iets heel nieuws is ontdekt en zeggen: Wij gaan bezuinigen, maar dat hoeft de inzetbaarheid van de politie niet wezenlijk aan te tasten want je kunt via automatisering nog een heleboel bewerkstelli gen. Dat is natuurlijk in die algemene zin niet waar, omdat er in het verleden al het no dige is gedaan. 27 Er is ook nog iets anders. Automatisering moet ook nog een keer mogelijk zijn, want bij het aandragen van zaken bij het Openbaar Ministerie worden ook eisen gesteld. Er is il een heleboel gedaan in het afslanken van processen-verbaal, bijvoorbeeld het invoeren an imprimés, voorgedrukte formulierachtige stukken waardoor je vrij snel tot een afhan deling kunt komen. Er wordt elke keer gezegd dat er nu eens iets gedaan wordt aan het erugdringen van administratief werk, terwijl daar al een aantal jaren het nodige aan ge beurt. Mevrouw De Haan heeft het ook over de centrumfunctie gehad. Ik ben het daar volle- lig mee eens. Ik heb ook geen enkele moeite om de raad zeer van harte aan te bevelen )m de door haar namens alle fracties ingediende motie met overweldigende meerderheid aan e nemen. Het zal mij een vreugde zijn om op de deur die zoals u uit de stukken hebt cunnen merken min of meer gesloten is te blijven kloppen en te blijven aandringen op het ekening houden met specifieke eisen waar je in een centrumgemeente als Leeuwarden, /aar bovendien toch wel het een en ander plaatsvindt, mee te maken hebt. De bevoegdhedentoedeling is door een aantal uwer aan de orde gesteld. De heren oopmans, Dubbelboer en Meerdink hebben daarover gesproken. De feiten liggen zoals ze ggen. Het ontwerp van de nieuwe gemeentewet brengt daar ook niet wezenlijk verande- ng in. Er zijn wel wat dingen die anders worden, maar in wezen wordt in de bevoegd- edentoedeling geen verandering gebracht door het ontwerp van de nieuwe gemeentewet, et lijkt mij dan ook goed zoveel mogelijk te handelen naar de beleidslijnen die daarin erwoord zijn. Het laat onverlet het feit dat er een grote mate van openheid moet zijn om ennis te nemen van de signalen die uit de samenleving komen. Ik dacht dat wij wat dat etreft toch ook wel wat resultaten hebben bereikt, maar ik kom daar straks nog wel na- er op terug. De heer Dubbelboer heeft gesuggereerd dat wellicht bij voetbalwedstrijden rekeningen epresenteerd zouden kunnen worden. Het Compact Beraad heeft in die richting ook wat ■pmerkingen gemaakt. Voor ons zet dat wat minder zoden aan de dijk, omdat in afspraken a gesprekken met Cambuur is gezegd dat wij toch naar een zekere vermindering van po- tie-inzet in het stadion willen. Buiten het stadion is het niks anders dan je primaire ak vervullen, zeker wanneer het gaat om de geleiding van verkeer dat van een voetbal- edstrijd afkomstig is. Daar kun je geen rekening voor presenteren. Dat er toch wat in ie wereld aan het veranderen is, is op zichzelf wel logisch. Ik herinner mij dat ooit in epaalde steden in stadions grootschaüge produkties van bijvoorbeeld de Rolling Stones wamen. Je kon daar geen been verzetten of er was wel een commerciële toestand die pla- en, stickers, petjes of weet ik wat allemaal verkocht. Ondertussen werd er gratis een ;oort suppoostenapparaat aangeleverd in de vorm van politiefunctionarissen. Dat je op o'n moment als het zo commercieel is - er zijn echter ook nog wel andere commerciële ac- viteiten te bedenken - de gelegenheid zou moeten hebben om te zeggen dat het allemaal oed en wel is, maar dat hier het prijskaartje is spreekt voor zich. Ik denk dat langza merhand hier ook wel wat meer van in het beeld gaat komen. Het Compact Beraad heeft ok wat in die richting gesuggereerd. De heer Meerdink heeft terecht opgemerkt dat een aantal suggesties die vanuit zijn actie zijn gedaan en die niet zijn overgenomen rustig onderwerp van bespreking kunnen jn in het kader van activiteitenplannen. Hetzelfde geldt overigens voor het geval dat ergelijke onderwerpen in de Commissie Openbare Orde aan de orde worden gesteld. Ik eb in die richting al eens wat toezeggingen gedaan. De heer Meerdink vindt het moeilijk te verteren dat de raad deze zaak niet behandelt, k heb daar al over gesproken. Het staat hem vrij om zijn politieke gelijkgezinden in de amer te manen om te werken aan wetswijziging. Zodra dat het geval is zal het mij een /reugde zijn om vanuit de nieuwe bevoegdheidstoedeling die dan bij zo'n wetswijziging tot stand komt te werken. Voorlopig moet ik vasthouden aan de verantwoordelijkheidstoedeling zoals die er is. In mijn beleving past het dan ook iets minder om te zeggen dat ik in de eerste plaats een gemeentebestuurder ben en daarna pas een afzonderlijk orgaan. Iedere verantwoordelijkheid behoeft mijns inziens een evenredige aandacht. Dit soort nuancerin gen kun je eigenlijk zonder de bedoeling van de wet geweld aan te doen niet helemaal overnemen. De heer Ybema heeft evenzeer zijn zorg uitgesproken en evenals mevrouw De Haan nog eens verwezen naar een oude tekst die vervangen is. Ik heb die tekst zelf indertijd wat meer gelezen als een algemeen constaterende tekst die niet bepaald op de specifieke situatie in Leeuwarden betrekking had maar die bedoelde aan te geven hoe de ontwikke lingslijnen in het spreken over politiezaken is geweest. De heer Ybema zegt dat ik de raad nadrukkelijk moet betrekken bij het geheel. Hij vindt daarbij de houding van burgemeester cruciaal en is van mening dat die niet te for meel moet zijn. Ik wil u er wel op wijzen dat de laatste jaren hier de openbare vergade ringen van de Commissie Openbare Orde zijn ingevoerd. Daarin zijn wij in niet geringe mate toch in het landelijk kader voorop gaan lopen. Hetzelfde is gebeurd bij de behande-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 14