4
De heer Timmermans (weth.): Mevrouw Westra heeft aangegeven dat voor wat betreft
haar fractie de toets die de gemeente hanteert voor de individuele huursubsidie, met name
de advisering in de richting van de rijksoverheid, niet wordt onderschreven. Ik wil met
nadruk zeggen dat hier sprake is van een specifieke situatie. Wij praten over Wirdum en
het is u wellicht bekend dat de centrale registratie c.q. centrale toewijzing niet van toe
passing is op onze dorpen. Daar geldt een andere standaardsystematiek voor.
In de tweede plaats gaat het hier om dure woningen. De duurdere huurwoningen met
een huur van boven 500,tot 600,behoren niet alleen in de stad Leeuwarden maar
ook in onze dorpen tot de problematische sector. Iedere keer als je praat over het hante
ren van de toets zoals wij dat doen moet je je realiseren in welke context je dat doet. In
Leeuwarden is het zo dat iedereen door de bank genomen binnen een jaar aan een redelijk
bij het inkomen passende woning kan worden geholpen. Het is zeker niet zo - dat is ook
nooit zo gesteld en dat vind ik een beetje het probleem van de discussie - dat het instru
ment niet bezien zou moeten worden in de eigen plaatselijke woningmarktcontext.
Tot slot, voorzitter, hebben de corporaties besloten dat zij het instrument zoals dat
in Leeuwarden wordt toegepast - zij waren in eerste instantie in overgrote meerderheid
tegen toepassing daarvan - zullen evalueren. Van het resultaat daarvan zullen wij onge
twijfeld kennis nemen.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub P, Q en R.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub S.
De Voorzitter: Aan de orde is thans Reactie van 29 maart 1988 van de Ouderraad en
Oudergeleding Medezeggenschapsraad van de Ferdinand Bolschool op de rapportage van
de werkgroep Personeel, inzake de fusie van de Floris Versterschool en de Ferdinand
Bolschool per 1 augustus 1988.
Mefrou Westra: It konsept-antwurd fan b. en w. fernuveret my nochal, omdat wy jün
prate sille oer it punt dat troch de alderried en de aldergeleding fan de Meisizzenskips-
ried oan üs foarlein wurdt. By agindapunt 17 giet it nammentlik oer it model dat hantear-
re wurde moat foar óffloeiing fan personiel. Wy fine dat it antwurd sa net de doar üt kin.
De brief moat neffens üs belutsen wurde by agindapunt 17.
Mevrouw Vlietstra (weth.): In feite gaat de brief natuurlijk over agendapunt 18, want
de Ouderraad en de Ouder geleding van de Ferdinand Bolschool wijzen op de personele
consequenties die hantering van het fusieprotocol, meebrengt voor deze school. Op zich is
het voorgestelde antwoord onder punt S correct, omdat het een zaak is van b. en w. om
de personele consequenties van de fusie Ferdinand Bolschool Floris Versterschool af te
handelen. In die zin is het voorstel correct om de brief ter afdoening in handen te stellen
van b. en w. De brief zal vervolgens worden betrokken bij de rapportages van een van
de werkgroepen en de besluitvorming daarover. Maar als mevrouw Westra hierover iets bij
agendapunt 17 of 18 wil zeggen dan staat haar dat uiteraard vrij.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 3 t.e.m. 6 (bijlagen nrs. 121, 129, 120 en 118).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 7 (bijlage nr. 119).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Bestemming en verbouw St. Anthony school. Ik moet
hier iets bij zeggen. In de raadsbrief wordt als huur voor de ateliers genoemd een be
drag van f 175,— per maand. Dat bedrag moet echter 165,— per maand zijn.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 8 t.e.m. 11 (bijlagen nrs. 124, 122, 126 en 133).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 12 (bijlage nr. 137).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Beschikbaar stellen van een raamkrediet voor het af
sluitbaar maken van de portieken bij diverse complexen woningen van het Gemeentelijk
Woningbedrijf. Ook bij deze raadsbrief moet ik een mededeling doen.
In het raadsvoorstel en het raadsbesluit is sprake van een investeringskrediet van
1.411.850,In het raadsvoorstel wordt meegedeeld dat de Commissie voor Openbare
Werken en Milieu akkoord is gegaan met onderhandse aanbesteding van dit project. De
maximale grens voor onderhandse aanbesteding is 1.000.000,aan door derden uit te
voeren werken. Aangezien echter door het Woningbedrijf het in eigen beheer uit te voe
ren gedeelte van dit project meer bedraagt dan 411.850,wordt per saldo voldaan aan
de vermelde maximumgrens voor onderhandse aanbesteding. De aanbesteding zal per saldo
dus minder dan 1.000.000,bedragen. De advisering om akkoord te gaan met onder
handse aanbesteding is derhalve correct.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 13 (bijlage nr. 116).
De Voorzitter: Aan de orde is Verslag van activiteiten in het kader van het gemeen
telijk minderhedenbeleid 1986. Ik zie dat de heer Meerdink het woord hierover wenst te
voeren. Ik stel u voor dit punt te laten liggen totdat wethouder Heere aanwezig is. Het
kan aantrekkelijk zijn om een waarnemer in de baan te hebben, maar het lijkt mij beter,
nu de wethouder toch komt, het meest adequate antwoord te krijgen. Ik constateer dat
dat uw instemming heeft.
Punt 14 (bijlage nr. 103).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Vervanging gemeentelijk Waarborgfonds door een ge
meentelijk Noodfonds. In het besluit dient de volgende wijziging te worden aangebracht.
Artikel 4, lid 4, moet worden geschrapt. Ter compensatie daarvan moet aan artikel 7 een
derde lid worden toegevoegd dat als volgt luidt: „Burgemeester en wethouders zijn be
voegd in door hen te beoordelen individuele gevallen af te wijken van de in artikel 3lid
1, sub d, bedoelde termijn en de maximumbedragen als bedoeld in artikel 4, lid 1, hoger
vast te stellen."
De heer IJestra: Ik wil een opmerking maken over artikel 3, lid 1, sub a. Mijn fractie
vraagt zich af of het ook wenselijk is om in dit artikel op te nemen dat een nieuw ingeze
tene minimaal een halfjaar woonachtig moet zijn in onze gemeente alvorens aanspraak kan
worden gemaakt op het noodfonds, dit om misbruik tegen te gaan. In de praktijk zal het
kunnen voorkomen dat het verblijf in de gemeente van korte duur is.
De heer Schade: Met betrekking tot het stichten van een gemeentelijk noodfonds wil
ik namens onze fractie zeggen dat dit initiatief volledig onze instemming heeft. Het past
in het gemeentelijk streven op te komen voor die mensen die financieel in de knoei zijn
geraakt -onzes inziens onder andere door een regeringsbeleid van de laatste jaren dat wel
spreekt over minimabeleid voor minima, echte minima, langdurig echte minima, enz., maar
onzes inziens toch niet voldoende doet om ervoor te zorgen dat mensen uit de lagere en
laagste inkomensgroepen niet in de problemen komen. Niet voor niets hebben wij in ons
collegeprogramma de noodzaak van een gemeentelijk minimabeleid benadrukt. Onze fractie
juicht dit nieuwe beleidsinstrument dan ook van harte toe om meer mogelijkheden te geven
aan het gemeentelijk minimabeleid.
Wat betreft de door u voorgestelde wijzigingen, mijnheer de voorzitter, het volgende.
Die wijzigingen zijn volledig overeenkomstig onze verzoeken gedaan in de commissie, omdat
van de termijn van één jaar waar wij tegen aan zaten te hikken gezegd kan worden dat
calamiteiten zich helaas ook in deze groep niet laten meten naar een kalenderjaar. Onzes
inziens moet het mogelijk zijn om ook binnen een jaar als de noodzaak daar aanwezig is op
gemeentelijk niveau in te springen om deze mensen te kunnen helpen. Met deze wijzigin
gen zijn onze verzoeken als zodanig gehonoreerd.
Mevrouw Vlietstra (weth.): De suggestie van de heer IJestra lijkt mij geen goede sug
gestie. Je bent inwoner van Leeuwarden of je bent dat niet. Als je inwoner van Leeuwar
den bent dan betekent dat dat je in geval van problematische schuldsituaties danwel an
dere financiële probleemsituaties een beroep kunt doen op dit noodfonds. Ik voel er dus
niet veel voor om de verordening overeenkomstig de suggestie van de heer IJestra uit te
breiden
De heer Schade betuigt instemming met het voorstel. Ik ben daar uiteraard blij mee.