12
volgend jaar duidelijk toekomstperspectief geboden. Het is nog een beetje wazig waar het
toekomstperspectief volgens de gemeente ligt. Heel duidelijke accenten tussen de verschil
lende podiumkunsten worden nog niet gelegd. Die discussie zullen wij komend jaar met el
kaar moeten voeren, met name ook bij het verdeelbesluit.
Wat betreft de accommodaties wil ik het kort houden. Wij hebben het daarover ook al
in een besloten zitting van de commissie gehad. Het college heeft onzes inziens een aantal
goede lijnen uitgezet voor de aanpassing en vernieuwing van een aantal noodzakelijke
voorzieningen in de stad Leeuwarden die het culturele klimaat hier omhoog houden. De
definitieve keuze voor een kleine theaterzaal of die nu bij de Harmonie of in de Wester-
kerk moet komen, is nu niet zo zeer in discussie maar straks wanneer de definitieve
voorstellen er zijn. Die keuze zal ook voor een belangrijk deel worden bepaald door de fi
nanciën
Wel meer zorgen hebben wij over de inhoudelijke programmering die straks ten aan
zien van de kleine theaterzaal gestalte zal gaan krijgen. In de commissie is daar nog niet
zoveel duidelijkheid over gegeven. Wij zullen de voorstellen over de programmering van
de Harmonie nieuwe stijl dan ook zeer kritisch volgen. Ik wil meteen in dit verband rea
geren op wat PAL naar voren heeft gebracht. PAL suggereert een beetje een tegenstelling
tussen de Harmonie waar niets nieuws meer gebeurt en de culturele initiatieven waar al
het vernieuwende vandaan moet komen. Ik vind die tegenstelling niet terecht. Ook bij de
Harmonie kun je duidelijk vernieuwende tendensen bespeuren, denk aan het jongerenthea-
ter en aan de dansprodukties. Wat dat betreft moeten wij reëel zijn ten opzichte van de
veranderingen die ook bij de Harmonie gaande zijn. Wel is duidelijk dat wij de Harmonie
moeten blijven vergen op haar programmeringsbeleid ook naar het vernieuwend theater
toe.
De principiële keuze die voor ons ligt is met name de keuze tussen geld in stenen,
mensen en activiteiten. Wij hebben in de commissie voorgesteld om niet meer direct een
beroepskracht voor het Filmhuis te subsidiëren. Dat standpunt mag niet gezien worden als
een onvoldoende voor het functioneren van het Filmhuis. Men moet goed beseffen dat er
ook grenzen zijn aan het vrijwilligerswerk op dit terrein. Wel is het zo dat, als je kijkt
naar het totale budget, er een zeer beperkt deel beschikbaar is voor concrete activitei
ten. En elk deel dat je wilt toevoegen aan beroepsmatige ondersteuning gaat af van de
activiteiten, tenzij je er veel meer geld voor over hebt.
Als ik de PAL-fractie zo beluister dan heb ik het idee dat zij alleen maar meer dingen
wil, maar daarbij niet aangeeft waar dat dan uit betaald moet worden. Ik had het conse
quenter gevonden dat PAL met een voorstel was gekomen om meer geld in de culturele
sector te steken. Onze keuze is in ieder geval heel nadrukkelijk gekoppeld aan de activi
teiten. In de concrete situatie van het Filmhuis betekent dat dat men met de aanvullende
middelen via eigen inkomsten zeker in staat zal zijn om de beroepsmatige ondersteuning te
betalen. Daar komt nog bij dat, als wij de lijn op zouden gaan van beroepsmatige onder
steuning, er ook andere organisaties zijn die daarvoor in aanmerking zullen komen. Tij
dens de hoorzitting bleek dat in ieder geval drie organisaties zeer toe zijn aan beroeps
matige ondersteuning. De consequentie daarvan, maar ook de consequentie van de ideeën
van PAL wat dat betreft, moeten wij goed beseffen.
Onze conclusie is dat wij met deze notitie een goede aanzet hebben gegeven voor het
verder ontwikkelen van het cultuurbeleid in Leeuwarden. Wij zijn er nog niet, maar wij
zijn op de goede weg.
De heer Kessler (weth.): De heer IJestra heeft gezegd dat er op het gebied van
kunst en cultuur veel in beweging is. Een dergelijke opmerking is ook door de andere
sprekers naar voren gebracht. Ik ben het daar wel mee eens.
De heer IJestra heeft gevraagd waarom een aantal getallen in de voorliggende notitie
iets veranderd is ten opzichte van de oorspronkelijke versie van de notitie. In de Com
missie voor Welzijnsaangelegenheden is al geconstateerd dat een aantal optellingen niet
klopte. In de voorliggende notitie zijn de desbetreffende getallen conform het verzoek van
de commissie gecorrigeerd. Vandaar deze wat kleine veranderingen.
De heer Ybema heeft gezegd dat een politiek hoofdstuk wordt afgesloten - dat klopt -
en dat hij blij is met de afronding.
Hij gaat akkoord met de voorgestelde subsidie voor het Filmhuis.
Wat betreft het Jeugdtheater Finnisj is de heer Ybema verbaasd over de formulering
in de notitie. Wel dat verbaast mij weer, want ik dacht dat wij, zoals onderaan op pagina
23 is vermeld, gehandeld hebben conform de opvattingen binnen de Commissie voor Wel
zijnsaangelegenheden dat de huisvestingslasten van Finnisj in principe door de provincie
gesubsidieerd moeten worden. Dat is ook de inzet van het gesprek met de provincie. Op
het moment dat ons standpunt onverhoopt om welke reden ook niet volledig of in het ge
heel niet door de provincie wordt overgenomen, treden wij opnieuw in overleg met de
Commissie voor Welzijnsaangelegenheden om te kijken wat er dan moet gebeuren. In die
zin liggen dan alle opties open. Ik heb trouwens de opstelling van de verschillende frac-
13
ties in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden ook niet zo geïnterpreteerd dat men zei
van: als de provincie niet gaat betalen dan gaan wij betalen. Er is gezegd dat wij er dan
nog een keer over moeten praten. De formulering onderaan op bladzijde 23 laat de ruimte
om daar over te praten en op dat moment daar een standpunt over in te nemen.
Overigens, wat ik nu zeg neemt niet weg dat het college en naar ik aanneem ook de
raad in principe van oordeel is dat het hier gaat om een zaak die door de provincie be
taald dient te worden. In dat verband zou ik ook de suggestie van de heer Ybema van de
hand willen wijzen om een soort uitruil te gaan plegen tussen de kleinschalige produkties
die wij nu met deze voorstellen kunnen gaan honoreren ten opzichte van de huisvesting
van Finnisj. Als je dat gaat doen dan heb je niet meer de mogelijkheid om kleinschalige
produkties te honoreren en dat zou ik jammer vinden. De provincie werkt op een grotere
schaal en zal lang niet alle kleinschalige produkties die bij alle verschillende Leeuwarder
initiatieven bedacht worden - gesteld dus dat je die produkties volledig naar de provincie
door zou schuiven - kunnen honoreren. Je zult dus sowieso een zij het zeer bescheiden
eigen budget moeten hebben, want de produkties komen toch ook bij ons. De suggestie
van de heer Ybema om een uitruil te plegen vind ik niet zo'n verstandige suggestie.
De heer Meerdink doet een voorstel om de verhouding tussen programmering en pro
dukties te wijzigen ten gunste van de produkties. Meer geld voor een afzonderlijke pro-
duktie en als totaliteit ook meer geld voor produkties. Ook die suggestie wijs ik van de
hand. In het kader van de taakverdeling tussen de verschillende overheidsniveaus heeft
het rijk de hoofdverantwoordelijkheid voor het subsidiëren van produkties. De provincie
heeft een tweede verantwoordelijkheid terwijl de gemiddelde gemeente vrij weinig verant
woordelijkheid heeft. Ik ben van mening dat wij bij die verantwoordelijkheidsverdeling
moeten aansluiten.
Overigens, ik heb dat ook al in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden gezegd,
geven wij al weer aanzienlijk meer geld uit aan produkties dan tot voor kort mogelijk was.
Het ging destijds om een bedrag van slechts 10.000,terwijl dat bedrag nu al tot
24.000,gestegen is.
Ook de opmerking van de heer Meerdink over de beroepsmatige ondersteuning wijs ik
van de hand. Hij zegt dat beroepsmatige ondersteuning bij andere podia niet volledig uit
gesloten moet worden. Hierover heeft in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden een
heel principiële discussie plaatsgevonden, op grond waarvan het college het standpunt dat
het in eerste instantie had ingenomen nog verder heeft aangescherpt. Wij hebben nu een
formulering gekozen waarbij wij in feite de beroepsmatige ondersteuning alleen mogelijk
maken bij de gevestigde instellingen zoals de Harmonie en dergelijke, terwijl de Leeuwar
der initiatieven in principe niet voor beroepsmatige ondersteuning in aanmerking komen.
De meerderheid van de commissie heeft naar aanleiding daarvan ook gezegd dat het Film
huis geen beroepsmatige ondersteuning moet worden gegeven maar alleen in de activitei-
tenkosten gesubsidieerd moet worden. Het standpunt van de heer Meerdink dat ook ande
re podia voor beroepsmatige ondersteuning in aanmerking zouden moeten komen, staat in
feite toch haaks op de opvattingen van het college en van de meerderheid van de Commis
sie voor Welzijnsaangelegenheden.
De heer Meerdink zegt vervolgens dat de raming voor de exploitatie van de kleinscha
lige theaterzaal wat te optimistisch is. Die raming is nog tot stand gekomen op basis van
de oude plannen van de werkgroep Harmonie Nieuwe Stijl, waarin in het geheel nog geen
sprake was van een concertzaal. Bedoelde raming was binnen die oude plannen een realis
tische raming. Nu wij naast een kleinschalige theaterzaal ook te maken krijgen met een
concertzaal zullen de ramingen in zijn algemeenheid volledig moeten worden herzien. Een
en ander kan een integraal onderdeel worden van de voorstellen die wij de raad in het
kader van de hele accommodatieproblematiek met betrekking tot de Harmonie zullen aanbie
den.
Tot slot wat de heer Meerdink betreft de rol van Zalen Schaaf. Hij vindt dat Zalen
Schaaf een rol moet blijven vervullen. Ik ben dat met hem eens. Het is natuurlijk wel zo
- je kunt natuurlijk elke accommodatie 100% optimaal maken, bijvoorbeeld volledig geluids
dicht en aan alle eisen voldoend - dat je op een gegeven ogenblik moet kiezen. Op het
moment dat wij kiezen voor een accommodatie in of nabij de Harmonie - een concertzaal -
is het duidelijk dat daar die produkties/activiteiten moeten gaan plaatsvinden die aanzien
lijke geluidsoverlast veroorzaken. Zalen Schaaf is daar niet geschikt voor, maar zal zijn
huidige functie kunnen blijven vervullen, mits men binnen de normen blijft die in het ka
der van de geluidshinder worden gesteld. (De heer Meerdink: Bent u ook bereid om daar
geld voor uit te trekken?) Nee, wij zijn dat niet zoals ook in de notitie staat: „In aan
merking nemende, dat het complex Zalen Schaaf qua constructie en situering in de omge
ving zeer moeilijk geluiddicht te maken is en in afwachting van vorenstaande plannen"
- dat zijn de plannen met betrekking tot de concertzaal - „achten wij het ongewenst aan
zienlijke bedragen te investeren in het opheffen van de geluidshinder van dit complex."
Deze formulering laat ruimte om enige voorzieningen te creëren, maar dus geen aanzienlij
ke bedragen. (De heer Meerdink: En als er een exploitatietekort ontstaat tengevolge van