14 deze functieverandering?) Ja, wij gaan tegen die tijd dan opnieuw de situatie bekijken. Tot op dit moment komt het bestuur van de Théskinkerij Prinsetün en het complex Zalen Schaaf prima uit met het budget en houdt zelfs geld over om af en toe kleine aan passingen te kunnen verrichten. Ik ga er voorlopig vanuit dat men dat beleid ook in de komende jaren kan voortzetten. Wellicht dat er wat dat betreft mogelijkheden zijn om af en toe niet aanzienlijke bedragen te investeren in het geluiddicht maken van Zalen Schaaf zodat die accommodatie een iets breder bereik heeft. Het moet echter duidelijk zijn dat op termijn Zalen Schaaf niet het bij uitstek geschikte podium is voor zwaar geluid produce rende voorstellingen en activiteiten. Ik kom dan nu bij de heer Bilker. Ik heb begrepen dat hij het eens is met de opstel ling ten aanzien van het Jeugdtheater Finnisj zoals die in de notitie is gekozen. Ook met betrekking tot het Filmhuis verklaart hij zich akkoord met de opvattingen daarover in de Notitie Podiumkunst. De heer Bilker staat wat langer stil bij het Fonds voor Culturele Doeleinden. Hij vraagt zich af of het verstandig is, nu dit fonds waarschijnlijk een tekort zal vertonen, om bepaalde instellingen de mogelijkheid te bieden daarop ook in het tweede jaar een be roep te laten doen. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden heb ik al naar voren gebracht dat het college toch aanleiding heeft gevonden om dat in incidentele gevallen mo gelijk te maken. Wij zijn namelijk van mening dat het Fonds voor Culturele Doeleinden een fonds is waar beginnende initiatieven een beroep op moeten kunnen doen. Het is niet in alle gevallen voor een beginnend initiatief na één of twee jaar al even helder of men dan een beroep wil doen op het Fonds voor Podiumkunst. Daarom hebben wij gezegd dat het in incidentele gevallen mogelijk moet zijn - wij gaan er ook vanuit dat die situatie zich slechts in incidentele gevallen zal voordoen - voor een beginnend initiatief ook in het tweede jaar een beroep te doen op het Fonds voor Culturele Doeleinden. De accommodaties. De heer Bilker stelt terecht dat ten aanzien van dit punt in de voorliggende notitie een formulering is toegevoegd die niet in de oorspronkelijke versie is opgenomen, namelijk dat de kleinschalige theaterzaal hetzij in de Westerkerk hetzij in of nabij de Harmonie komt. Deze formulering komt voort uit de opvatting binnen het college dat er niet cruciaal volledig op de Westerkerk aangekoerst moet worden, omdat het mis schien weieens met name uit exploitatie-technische overwegingen voordeliger zou kunnen zijn om de kleinschalige theaterzaal in of nabij de Harmonie te realiseren. De stuurgroep die momenteel bezig is met de verdere planontwikkeling met betrekking tot de Harmonie werkt ook beide opties uit. Het college sluit echter op dit moment geen van beide opties op voorhand uit. Zowel de meer inhoudelijke voor- en nadelen van een lokatie Westerkerk c.q. in of nabij de Harmonie als de meer financiële voor- en nadelen zullen op een rijtje gezet moeten worden. Het is duidelijk dat de lokatie Westerkerk qua investering goedkoper is - er zijn geen echte investeringen nodig, er hoeft alleen maar verbouwd te worden - maar qua exploitatie duurder zal zijn. Ten aanzien van een lokatie in of nabij de Harmonie zal het omgekeerde het geval zijn. Qua exploitatie zal de lokatie waarschijnlijk goedkoper zijn omdat die vlakbij de Harmonie is gelegen waardoor allerlei afstanden niet overbrugd hoeven te worden. De investering zal naar alle waarschijnlijk heid echter een stuk hoger zijn omdat niet van een bestaande voorziening geprofiteerd kan worden. Deze hele complexe materie zal het komende halfjaar nader moeten worden uitgewerkt. Daaruit zullen voorstellen volgen om hetzij op de lokatie Westerkerk aan te koersen hetzij op een lokatie in of nabij de Harmonie. Het lijkt mij onverstandig op dit moment daar ver gaande uitspraken over te doen in de zin van dat bepaalde opties op voorhand al als wel of niet geschikt beschouwd moeten worden. Ik wil bij dit punt tot slot nog één ding zeg gen. Tryater heeft in een eerder gesprek met mij haar zorg uitgesproken over het feit of de lokatie Westerkerk wel helemaal zal voldoen aan haar publieksbehoefte. Die zorg is ge baseerd op de veronderstelling dat zo'n kleinschalige theatervoorziening in de Westerkerk vooral voor het zogenaamde margetheater gebruikt zal kunnen worden. Ik heb Tryater uit de droom geholpen en gezegd dat dat niet de bedoeling is. In de nieuwe kleinschalige theaterzaal zullen naast experimentele voorstellingen ook de gewone produkties die tot nu toe in het Theater aan het Water plaatsvinden worden gegeven. Op grond van die mede deling is Tryater toch enigszins gerustgesteld. Wij hebben bovendien besloten Tryater te betrekken bij de verdere plannen met betrekking tot de kleinschalige theaterzaal. Tot slot de heer Herrema. Zijn zorg over de inhoudelijke programmering met betrek king tot de Harmonie deel ik niet zozeer. Het is echter wel een aandachtspunt dat wij - het gaat dan om de verschillende accenten die daarin mogelijk zijn - nadrukkelijk zullen voorleggen aan de raad in de voorstellen die wij zullen ontwikkelen. De heer Herrema heeft mijns inziens een terechte reactie gegeven op de opvattingen van de PAL-fractie. Het is onverstandig, zeker gelet op de huidige ontwikkelingen binnen de Harmonie, om echt een extreme tegenstelling te creëren tussen wat de Harmonie aan activiteiten programmeert en hetgeen de Leeuwarder initiatieven aan activiteiten program meren. 15 De opmerking van de heer Herrema over het Filmhuis is conform de notitie. Ik wil het hierbij laten. De heer Heere (weth.) is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Ybema: Mijn eerste opmerking gaat over het theater Finnisj. Ik heb er op aangedrongen om in het overleg met de provincie dat naar ik aanneem nog moet plaatsvin den - de wethouder heeft daar namelijk niets over gezegd - met name het argument te gebruiken dat de gemeente ook kleinschalige produkties subsidieert die volgens de taak verdeling tot de verantwoordelijkheid van de provincie horen. Dat is volgens mij een ar gument dat hout snijdt en misschien juist dat zetje in de goede richting kan geven om de provincie op dit punt over de brug te krijgen. Ik ben het wel met de wethouder eens dat, als je tot een uitruil zou besluiten, dat toch beperkingen oplegt om kleinschalige produkties door de gemeente in de toekomst te subsidiëren. Het gaat mij echter met name om het argument dat gebruikt zou kunnen worden in de richting van de provincie. Mijn tweede opmerking ligt in het verlengde van de eerste. In de notitie proef ik een lijn waarin wij wat betreft de subsidiëring van de kleinschalige produkties toch nogal wat verder gaan dan wij in het verleden deden. De wethouder heeft gezegd dat het destijds ging om een bedrag van 10.000,en dat het nu gaat om een bedrag van 10% van het fonds, namelijk zo'n 24.000,Het lijkt mij toch goed dat wij de taakverdeling die toch niet voor niets is afgesproken tussen de drie overheden en waarbij in principe geen ver antwoordelijkheid ligt bij de gemeente voor kleinschalige produkties maar wel bij de pro vincie niet te veel onderuit halen, want ik denk dat dat zich tegen ons keert. Wij moeten proberen om de druk van de verantwoordelijkheid voor het subsidiëren van kleinschalige produkties die nadrukkelijk bij de provincie ligt zo groot mogelijk te laten. Daarom zou ik op het punt van de subsidiëring van de kleinschalige produkties toch zeker in de begin jaren van deze nieuwe taakverdeling een zekere terughoudendheid willen bepleiten. Mijn derde en laatste opmerking gaat ook over de subsidiëring van produkties. Ik kan mij voorstellen dat wij als gemeente wel een taak zien in het opstarten van produktie-acti- viteiten op lokale schaal. Het kan zijn dat na een aantal jaren er produktie-activiteiten ontstaan die een duidelijk structureel karakter krijgen en waarbij ook sprake is van een duidelijk groter spreidingsgebied dan de gemeente Leeuwarden. Het lijkt mij goed dat er ook aandacht moet zijn voor het feit om dan dat soort produkties niet blijvend zelf te subsidiëren maar door te schuiven naar de overheid die met name verantwoordelijk is voor de kleinschalige produkties. De heer Meerdink: Ik wil eerst ingaan op wat de heer Herrema heeft gezegd over on ze reactie. Hij zegt dat er door ons een tegenstelling wordt gecreëerd tussen de Harmonie en de Leeuwarder initiatieven. Dat is niet het geval en het is zeker niet onze bedoeling geweest om dat te suggereren. Het gaat er meer om dat wij een tegenstelling aangeven tussen het accent voor de meer gevestigde gezelschappen en accommodaties en tussen de initiatieven uit het derde en vierde circuit en de kleinere podia. In de notitie ligt de na druk bij de gevestigde instellingen - de wethouder heeft dat zelf ook gezegd zeker ten aanzien van de beroepsmatige ondersteuning - en niet bij de Leeuwarder initiatieven. Wij vinden dat jammer. Wanneer je een actief cultuurbeleid voert in de zin van dat ook allerlei initiatieven uit de plaatselijke bevolking zelf aan de bak kunnen komen, dan zal er een ander beleid ge voerd moeten worden. Je hebt dan natuurlijk te maken met een verdeling van verantwoor delijkheden tussen rijk, provincie en gemeente, maar het gaat er juist om dat allerlei ini tiatieven in de beginfase nergens professionele ondersteuning kunnen krijgen. En als er per produktie 3.500,beschikbaar wordt gesteld waarvoor een toneelstuk gemaakt moet worden, dan kan iedereen op zijn vingers narekenen dat dat waarschijnlijk veel en veel te weinig is. Of je krijgt geen goede professionele ondersteuning en dan wordt het nooit wat of je hebt een of twee maanden professionele ondersteuning maar dan is het produkt waarschijnlijk nog niet om aan te zien. Daar gaat het om en daarom moeten dat soort stringente grenzen niet worden getrokken zoals in de notitie het geval is. De heer Herrema heeft ook gezegd dat PAL meer dingen wil. Ik heb nergens in mijn verhaal aangegeven dat ik vind dat op dit moment het budget voor de podiumkunst ver ruimd moet worden. Wij zullen voorlopig met de beperking van de middelen moeten leven. Het gaat mij er om dat er een verschuiving kan gaan plaatsvinden. Wat opvalt in de notitie is dat er met geen enkel woord wordt gerept over het geld dat op dit moment naar de Harmonie toevloeit, zowel naar de accommodatie, die overigens ook nog twee dagen in de week leeg staat, als naar de beroepsmatige ondersteuning. Dat punt is niet ter discussie geweest. Wij vinden dat allerlei produkties zowel in de Harmonie als in de nieuwe theaterzaal en de kleine zaal in de Steeg moeten kunnen plaatsvinden. Eventueel ook in niet-gemeentelijke podia als Silberman en de Kanselarij. Het gaat er om dat ook daar produkties plaatsvinden die ondersteund worden. Op een gegeven moment

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 8