- 18 -
beroep dat nu wordt gedaan op gemeentelIjke middelen Is dat het een gevolg Is van de func-
tiewaarder Ing die mede op aandrang van de gemeente is ingezet. In de commissie heb ik verklaard
dat voor zover het om jaren in het verleden gaat wij inderdaad voor de financiële consequenties
van die lijn moeten staan, maar dat D66 niet bereid is om ock voor de toekomst de financiële
gevolgen van die lijn voor gemeentelijke rekening te nemen. Wij vinden dat in principe het
exploiteren van het C8B moet plaatsvinden binnen de rijksbijdrage die daarvoor bedoeld is.
Gelet op het functioneren en de exploitatie van het CBB is dat ock mogelijk. Er zijn naast de
rijksbijdrage ock nog neven i rk om sten die met name gebruikt zouden kunnen worden om deze
verhoging van de uitgaven te dekken. Mochten die neveninkomsten niet voldoende zijn dan
ontstaat er ock voor D66 een nieuwe situatie. Blijkt ock de rijksbijdrage onvoldoende te zijn
en beschikt het CBB niet over andere inkomstenbronnen, dan zal de gemeente wel moeten bij
springen.
Onze conclusie is dat wij wensen vast te houden aan de principelljn dat er geen gemeen
telijke middelen bij de exploitatie van het C8B moeten.
De heer Rozema: Tijdens de vergadering van de Commissie voor Wel zijnsaangelegenheden is
dit punt uitgebreid aan de orde geweest. Het is vooral een punt van tegenvallende personeels
kosten. Mijns inziens kan een gedeelte van de extra kosten opgebracht worden uit de nevenin
komsten. Het is mijns Inziens dan ock beter om voorlopig deze lijn te handhaven en te proberen
om zoveel mogelijk van de tegenval I ende kosten op deze manier boven tafel te krijgen.
De heer Kessler (weth.): Het lijkt mij niet nodig om de discussie weer uitgebreid over te
doen. Het is duidelijk dat er een keuze gemaekt moet worden wat betreft de kosten die gemoeid
zijn met de functiewaardering. Er zijn twee lijnen denkbaar. In de eerste plaats kunnen de
kosten worden betaald uit eventuele neveninkomsten. Het college heeft niet voor die lijn geko
zen, omdat wij van mening zijn dat de functiewaardering een gegeven is dat In feite een eigen
gemeentel ijke keuze Is. In Leeuwarden wordt de lijn van functiewaardering gehanteerd die geldt
voor het gehele gemeentelijke personeel, dus ock voor de mensen die in dienst zijn bij het CBB.
Vandaar dat wij ock van mening zijn dat wij die kosten voor eigen rëcening dienen te nemen.
Z.h.st. wordt besloten overeerkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
fracties van D66 en GPV/RPF/SGP wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 32 (bijlage nr. 231).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en de begrotingen van de
Dienst Stadsontwikkeling (Grondbedrijf, sector overheid en bedrijf), de Dienst voor Sport en
Recreatie en de Dienst Brandweer voor het dienstjaar 1988.
Gemeentebegrot ing.
De heer Mlrk: Ik heb een vraag over het op bladzijde 4 genoemde punt Opheffen Cholera-
fonds. Mijn fractie vraagt zich af waarom het geld van dat fonds naar het Fonds voor overige
bijzondere activiteiten gaat. Waarom is niet gekozen voor bijvoorbeeld de algemene middelen?
Een tweede vraag is of er nog andere fondsen zijn die wel door de gemeente worden beheerd
maar niet In de gemeentelijke administratie voorkomen.
De heer Ybema: Ik heb een vraag over het op bladzijde 2 genoemde punt Promotie-
activiteiten met betrekking tot verkoop/huur Burmaniahuis c.a. Wij zijn nu met de reorganisatie
V
- 19 -
een heel eind gevorderd. Als Je kijkt naar het plaatje dat zeer onlangs door het col lege Is
voorgesteld en dat thans in inspraak is, dan betekent dat dat er nogal fl ink wordt
"gereshuffeld binnen het gemeentelijk apparaat.
De vraag die zich natuurlijk strdcs ock voordoet - ik neem aan dat daarover ock al eens
binnen het college is nagedacht - is hoe het nieuwe apparaat gehuisvest moet worden. Voor die
huisvesting dringt zich dan ock heel nadrikkel ijk de Ickatie Burmaniahuis op. Ock dat punt is
al een aantal keren in discussie geweest. Mijn fractie is er een voorstander van dat wij nu zo
snel mogelijk eerst intern gaan bekijken wat de mogelijkheden zijn voor het benutten van het
Burmaniahuis voor de huisvesting van het gereorganiseerde gemeentelijke apparaat, wat de
fysieke mogelijkheden zijn en wat daarvan de financiële consequenties zijn. Op grond van die
rapportage lijkt het ons verstandig om dan te beslissen of wij die lijn doorzetten - dus duide
lijk koersen op het onderbrengen van een deel van het gemeentelijke apparaat in het Bur
maniahuis - of dat dat toch een onbegaanbare, een te dure weg is. Dan zou de conclusie zijn dat
zo snel mogelijk gestreefd moet worden naar verkoop/verhuur van het Burmaniahuis. Die lijn wil
ik graag aan het college voorleggen en daarop een reactie horen.
De heer Van der Wal: Ik wil mij namens mijn fractie aansluiten bij de woorden van de heer
Yb erna
De heer Kessler (weth.): Ik wil eerst Ingaan op de opmerking van de heer Mink over het
Cholerafonds. Zijn vraag of er nog andere van dit soort fondsen zijn moet ik helaas met nee
beantwoorden. Het zou mooi zijn als wij na 100 of 140 jaar nog eens een paar van dit soort
fondsen zouden ontdekken, maar dat is niet het geval
Wij hebben de afgelopen maanden kennis genomen van het Cholerafonds. Het is een fonds dat
al ongeveer 140 jaar een stilzwijgend bestaan heeft geleid. Het is ooit ingesteld tijdens het
woeden van een chol era-epidemie. Er zat toen ongeveer f 1.200,in het fonds. Al die jaren is
dat blijven staan en nu zit er het lieve bedrag van f 50.000,in. Wij zijn tegen het fonds
aangelopen omdat wij in het kader van een subsidieverzoek van Leeuwarden-Landbouwstad voor
nemens waren om een tentoonstelling met betrëcking tot boerderijen te honoreren. Wij hebben het
ambtelijk apparaat toen opdracht gegeven om na te gaan welke begrotingsposten daar zo al voor
in aanmerking zouden kunnen komen. Er is nagegaan wat er mogelijk zou zijn bij het archief, via
monumentensubsidie, enz. Ock is gekeken naar het Fonds voor overige bijzondere activiteiten.
Dat fonds was op dat moment leeg. Op een bepaald moment kwam echter een ambtenaar van de
afdeling Financiën en Belastingen met de mededeling dat er ock nog een Cholerafonds is dat al
jaren in de boeken staat maar ten aanzien waarvan eigenlijk niemand zo goed weet wat daarmee
gedaan moet worden. Die beide zaken zijn toen met elkaar gecombineerd.
Er is gezegd dat het Cholerafonds natuurlijk nog wel eens 100 jaar kan blijven bestaan en
dat er dan misschien wel een bedrag van een half miljoen gulden in zit. Maar wij vinden dat
toch niet de meest geëigende manier om met geld om te gaan dat bij de gemeente in beheer is.
Wij hebben daarom voorgesteld om het Cholerafonds op te heffen en het geld te storten in het
Fonds voor overige bijzondere activiteiten. Daarmee zou dat fonds, dat al onder nul zat, weer
worden aangevuld en is het mogelijk om bijzondere activiteiten in de loop van 1988 verder te
subsidiëren. Een wat merkwaardige geschiedenis, maar ik denk dat het op zich zelf goed is dat
wij dit fonds nu toch op een bepaalde manier te nutte kunnen meken voor de gemeenschap.
Dan het punt Burmaniahuis. Het college zit niet op de lijn van de heren Ybema en Van der
Wal. Het col lege kiest eigenlijk voor een tweesporenbenader i ngAan de ene kant door middel van
promot ie-activiteiten, zoals dat ock in de raadsbrief staat aangegeven, kijken in hoeverre er
mogelijkheden zijn om het Burmaniahuis geheel te verkopen dan wel te verhuren. Los daarvan
signaleren wij uiteraard ock dat het in het kader van de reorganisatie nuttig is om eens een
keer te kijken hoe wij in de toekomst de gemeentelijke huisvesting willen regelen. In dat ver
band achten wij huisvesting van enkele onderdelen van het gemeentelijk apparaat of misschien
van het gehele apparaat in het Burmaniahuis in het geheel niet uitgesloten, maar op dit moment
kunnen wij er niet veel zinnigs over zeggen.