-8 -
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstel len van b. en w. met aantekening dat de
PAL-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punten 8, 9, 10 en 11 (bijlagen nrs. 213, 214, 215 en 208).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 12 (bijlage nr. 211).
De Voorzitter: Aan de orde is thans Vaststelling van het bestemmingsplan Rijksweg 32 c.a.,
gemeente Leeuwarden
De heer Ybema: Ik volsta met een korte stemverklaring, voorzitter. D66 spreekt zich uit
tegen dit bestemmingsplan vanwege de achterliggende oplossingen voor de verkeerssituatie bij
Werpsterhoek Wirdumerhoek en de verbinding Wirdum-Wijtgaard.
De Voorzitter: Heeft wethouder Timmermans behoefte cm te reageren? (De heer Timmermans
(weth.): Nee, mijnheer de voorzitter.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
fractie van D66 wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 13 (bijlage nr. 223).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 14 (bijlage nr. 227).
De Voorzitter: Aan de orde is Gemeentelijke reactie op de Vierde Nota over de Ruimtelijke
Orden i ng
De heer Koopmans: Reeds voordat de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening verscheen
wierp deze haar schaduwen vooruit. Schaduwen die eron wezen dat de nota voor het Noorden van
ons land niet veel te bieden zou hebben. Inderdaad, de bange vermoedens werden bewaarheid. De
nota is grotendeels toegeschreven op de verstedelijkte gebieden in het Westen van het land. In
de nota worden de zogenaamde stedelijke knooppunten gëintroduceerdVoor Noord-NederI and wordt
als zodanig slechts Groningen aangewezen. Daarmee wordt de visie op het Noorden zoals die in
het gehele Noorden eendrachtig is ontwikkeld geweld aangedaan. Sterker nog, door deze beleids
visie is de eendracht die zoals gesteld in het Noorden aanwezig was onder grote drik komen te
staan. Dat bleek, mijnheer de voorzitter, de laatste maanden nog maar weer eens duidelijk toen
getracht werd vanuit het Noorden met een eenduidig standpunt te komen.
Door burgemeester en wethouders is op basis van het ontwikkelingsproces zoals dat in Noor
delijk verband indertijd eendrachtig is vastgesteld in de besprekingen over een gezamenlijke
reactie een zogenaamd dubbel stedelijk knooppunt voor Noord-Nederland voorgesteld. Naar onze
mening terecht. In de reactie van het college die thans voorligt is dat op uitermate duidelijke
wijze aangegeven. Erg sterk in dat verband vinden wij dat het college niet zonder meer van een
zogenaamd dubbel knooppunt spreekt maar van een dergelijk knooppunt op basis van een duidelijke
- 9 -
onderlinge taskverdel ing en samenwerking. Ock in de inhoud van het voorstel omtrent de taakver
deling en de samenwerk ing kunnen wij ons zeer wel vinden.
Helaas heeft de zienswijze zoals die door het college is ingebracht niet kunnen leiden tot
een door het gehele Noorden onderschreven reactie. Integendeel. Vooral de provincie Groningen
en de gemeente Groningen konden zich erg goed vinden in de gepresenteerde tekst van de Vierde
Nota over de Ruimtelijke Ordening, waarin als stedelijk knooppunt alleen de stad Groningen
wordt voorgesteld. En dat in weerwil tot - het zij herhaald - datgene wat aan visie op de
toekomst van het Noorden reeds eendrachtig door het gehele Noorden werd onderschreven.
Overigens, voorzitter, ock het provinciaal bestuur van Friesland heeft heel lang ten
behoeve van een eenduidige reactie op de Vierde Nota vanuit het Noorden aanmerkel ijke con
cessies willen doen. Of eigenlijk moet gezegd worden: genoegen willen nemen met vage
toezeggingen en ongrijpbare opties.
Voorzitter, ock onze fractie is van mening dat een gelijkluidende reactie vanuit het Noor
den verreweg het beste zou zijn geweest. Het wordt met name Leeuwarden nogal eens voor de
voeten geworpen dat het een eenduidige reactie in de weg heeft gestaan. Wie evenwel de inhoude
lijke voorstellen zag waarmee Leeuwarden zkkoord moest gaan, kan geen andere conclusie trécken
dan dat zulks voor Leeuwarden onacceptabel was. Zelfs het met de regering overeengekomen con
venant inzake de landsdelige functie cm het terrein van het hoger beroepsonderwijs kon niet
overeind blijven.
Overigens illustreren ock de recente ontwikkelingen ten aanzien van het Frysk Orkest wat
Groningen bedoelt met "niet gestructureerde samenwerking".
Gelikkig heeft ock ons eigen provinciaal bestuur dit uiteindelijk ingezien. Ons is het
afgelopen weekend geblécen dat Friesland een identiëc standpunt heeft als Leeuwarden. Geweldig,
voorzitter, maar wat een energie heeft dat gekost. Het betëcent evenwel dat Friesland nu eens
gezind gaat vechten voor zijn toekomst. Want de tevredenheid geldt tot nu toe slechts het in
Friesland op een iijn zitten. En er zal nog heel wat moeten gebeuren. Naar onze mening dient op
dit punt met de provinciale overheid een strategie te worden ontworpen. Al Ie krachten en mid
delen moeten worden gebundeld om het maximale resultaat, te weten mede-knooppunt, te bereiken.
Ik wil graag de visie van het college op dit punt. Hoe gaan wij verder. Wat staat het
college voor ogen? Wie worden ingeschakeld? Is er een taak voor de raad of voor de afzon
derlijke fracties?
Voorzitter, ik eindig namens mijn fractie met het college te complimenteren. Te complimen
teren met de opgestelde reactie en het voorstel omtrent samenwerking en taëcverdeling, voor de
wijze waarop de presentatie is verzorgd en voor de inzet en de vasthoudendheid.
Onze fractie staat van harte achter de gepresenteerde voorstellen.
Mevrouw De Haan-Laagland: Over de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening is al heel veel
geschreven en gespreken de laatste tijd. Niet alleen in Leeuwarden of in Friesland, maar in het
hele land worden reacties op de Vierde Nota richting Den Haag gestuurd. Het gaat dan ock over
een van de belangrijkste stikken die over de toekomstige ruimtelijke inrichting van ons land de
laatste tijd is verschenen.
De wijze waarop vanuit het Noorden van ons land op deze nota wordt gereageerd wordt vooral
bepaald door de positie die de stadsgewesten Leeuwarden en Groningen in dit kader innemen. Dat
feit alleen al geeft het grote belang aan van de vaststel ling in deze raad van deze gemeen
telijke reactie. Deze reactie is inmiddels al intensief binnen de gemeente bespreken. Ik ver
wijs wat dat betreft naar de inbreng van de PvdA-fractie in de Commissie voor Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting. Ik wil mij daarom nu beperken tot een aantal algemene
opmerk i ngen
Ik wil beginnen met mij aan te sluiten bij de complimenten die de heer Koopmans zonet uit
deelde in de richting van het college. De complimenten gelden in het bijzonder voor wethouder
Timmermans omdat ik weet hoeveel energie hij persoonlijk in deze reactie heeft gestcken en met
hoeveel inzet hij heeft geprobeerd om ock anderen te overtuigen van een krachtige, goed gemoti
veerde reactie die recht doet aan de belangen van Frieslands hoofdstad voor de middellange en
lange termijn. Met name spreken wij over de lange termijn. Een halfjaar geleden reageerden wij