- 14 -
Mevrouw De Haan-Laagland: Het gebeurt wel veker dat het verslag van een raadsvergadering
met betrekking tot een bepaald punt wordt meegestuurd naar Den Haag. Misschien Is dat in dit
geval ock zinvol
De heer Timmermans (weth.): Ik vind dat een goede suggestie, voorzitter.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
toezeggingen van de wethouder.
Punten 15, 16 en 17 (bijlagen nrs. 228, 210 en 226).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 18 (bijlage nr. 196).
De Voorzitter: Aan de orde is Aangaan van een overeenkomst met de NV Alrecon met betrek
king tot een abriplan (eerste fase).
De heer De Beer: De VVD-fractie heeft problemen met artikel 5 van de overeenkomst. In het
verleden hebben wij meerdere malen naar voren gebracht dat zeken Zuid-Afrika aangaande onzes
inziens niet in de gemeenteraad thuishoren. De meerderheid van deze raad derkt daar anders over
en heeft ock anders beslist.
Het is tot nu toe zo dat de VVD-fractie zich conformeert aan de beslissing van de gemeen
teraad ock al verschilt die van ons standpunt. Daarom en dus duidelijk niet inhoudelijk zullen
wij niet tegen dit voorstel stemmen.
De heer Rozema: Ik kan mij volledig aansluiten bij de vorige spreker, mijnheer de voor
zitter. Ock ik ben tegen artikel 5 van de overeenkomst.
De Voorzitter: Ja, maar het ligt even iets anders. De heer De Beer heeft gezegd dat zijn
fractie eigenlijk tegen het voorstel moet stemmen, maar zal daar toch voor stemmen omdat het
voorgestelde nu kennelijk eenmaal de lijn van de raad is. De heer Rozema zegt echter dat hij
niet skkoord gaat met artikel 5. (De heer Rozema: Inderdaad.) Goed, dat is duidelijk. Ik neem
aan dat de wethouder geen behoefte heeft om te reageren.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
heer Rozema wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen artikel 5 van de overeenkomst.
Punt 19 (bijlage nr. 220).
De Voorzitter: Aan de orde is Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van les
geld voor het volgen van onderwijs aan het Gemeentelijk Muziekinstituut Leeuwarden, alsmede
wijzigen van de Bijdrageregeling Gemeentelijk Muziekinstituut Leeuwarden.
De heer Bljkersma: Het voorstel behelst een voortgang zoals die vroeger door deze raad is
vastgesteld. Mijn fractie hecht eraan om toch nog een keer de argumenten die er onzerzijds
- 15 -
tegen de inkomensafhankelijke tarieven zijn naar voren te brengen. In de eerste plaats vinden
wij inkomensafhankelijke tarieven hier niet op zijn plaats. In de tweede plaats krijg je een
vertrek van een aantal leerlingen - de prektijk wijst dat ock al uit - van wie de ouders gezien
hun inkomen veel lesgeld moeten betalen. Dat vertrek komt natuurlijk niet ten goede van het
instituut. Wij denken dat de financiële problemen daardoor In de toekomst vergroot zullen wor
den. In de derde plaats krijg je door het vertréc. van een aantal leerlingen een verschraling in
de IeerIingenopbouw. Wij vinden dat niet in het belang van het Instituut. Een opbouw met een zo
breed mogelijke Instroom van alle categorieën en soorten mensen uit de maatschappij vinden wij
meer op zijn plaats dan een eenzijdige opbouw. Toen ik dit voorstel las dacht ik - ik wil daar
mee helemaal geen vergelijking meken -: heel ver terug In de geschiedenis bestonden In het
onderwijs de zogenaamde Armenscholen. Ik neem aan dat het nimmer de bedoeling is van het
college om dit instituut later ock onder die categorie te laten vallen, maar het deed mij er
wel aan denken. Dat mag toch wel, mijnheer Ten Hoeve?
De heer Kessler (weth.): Ik neem het standpunt van de VVD-fractie dat zij tegen Irk omens -
afharkel ijke tarieven is voor kennisgeving aan. Het gaat hier om een oud geluld van die kant.
Wat de overige twee punten betreft die de heer Bijkersma heeft aangesneden lijkt het mij
nuttig er melding van te meken dat in leder geval de directeur van het Muziekinstituut in de
commissie aangaf dat naar zijn kennis van zd<en tot op dit moment de tarieven zoals die gehan
teerd worden geen verlies van leerlingen te zien geven. De suggestie van de heer Bijkersma dat
dat al een tendens Is vind ik wel een beetje voorbarig. Overigens, als er inderdaad een heel
eenzijdig aanbod van leerlingen zou ontstaan, dan denk ik dat je op dat moment eens naar de
tarieven moet gaan kijken. Maar zoals gezegd op dit moment is die tendens nog niet aanwezig. De p
tariefstelling zoals wij die hanteren is mijns inziens dus adequaat voor een goede voorziening
als het Muziekinstituut.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstel len van b. en w. met aantekening dat de
VVD-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 20 (bij lage nr. 217).
Z.h.st. wordt besloten overeerkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 21 (bijlage nr. 225).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijziging organisatie-opzet sociaal-medische alarmering.
De heer Ybema: Het voorstel om de schelding van techniek en hulpverlening bij de Stichting
Sociaal Medische Alarmering Leeuwarden (SMAL) aan te brengen heeft van harte de Instemming van
mijn fractie. In de vrij uitgebreide discussie in de Commissie voor Wel zijnsaangelegenheden is
met name gespreken over de tariefstijging die daarvan het gevolg zou zijn. In het voorliggende
voorstel wordt althans voor het hele jaar 1988 een tariefver hoging voorkomen. Uitgegaan kan
worden van een tarief van f 15, Dat voorstel heeft mijn instemming.
De situatie voor de jaren daarna is echter toch wat onduidelijk. Het college schrijft dat
er nog overleg zal plaatsvinden met het bestuur van SMAL om te kijken wat er in de toë<.omst
mogelijk is. Het bestuur van SMAL heeft in een eerder voorstel het standpunt ingenomen dat op
termijn gekomen moet worden tot een verhogen van het tarief, zij het stapsgewijs, met een
bedrag van f 3,Ik zou op dit moment graag van het college willen horen hoe het de situatie
na 1988 ziet en of er, zodra er duidelijkheid ls ovc.- die situavle na het overleg met de
Stichting Kabeltelevisie Leeuwarden (SKL) en het bestuur van SMAL, opnieuw overleg komt In de
commissie. Ik wil wel op dat overleg aandringen.