- 18 - Ik wil graag de toezegging van de wethouder dat de beslissing over deze route eerst nog aan de orde komt in de commissie. Wanneer die toezegging wordt gedaan dan ga ik akkoord met het voorstel van het college. Tot de uitvoering is er nog tijd genoeg om eventuele wijzigingen aan te brengen. Ik ben blij, mijnheer de voorzitter, met de positieve geluiden over de Leeuwerikstraat. Misschien kan de wethouder ook zeggen wanneer daar definitieve beslissingen over worden geno men. De heer Sijbesma: Ik dacht dat de wethouder in zijn antwoord heeft aangegeven dat het voorgestelde alternatief voor het Valeriuskwartier en Westeinde reeds is onderzocht en dat daaruit is gebleken dat dat absoluut duurder is en om die reden niet uitgevoerd kan worden. Ik wil graag duidelijkheid hebben over de vraag of ik dat goed heb begrepen. Als er nog ruimte is om wijzigingen aan te brengen dan zou ik met name willen wijzen op het Dienstencentrum Huizum in de Dirk Boutstraat. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, gelet op het Ingediende amendement wil ik graag de toezegging van de wethouder dat, wanneer de raad akkoord gaat met het voorgestelde, de moge lijkheid bl ijft bestaan dat deze zaak veranderd wordt als de cijfers en andere gegevens daar aanleiding toe geven. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de heer Ybema is van mening dat de kwestie van het lijnennet onvoldoende is besproken en dat ik in mijn reactie onvoldoende argumenten naar voren heb gebracht. Ik vind niet dat je dat zo kunt zeggen. Ik ben er van overtuigd dat de commissie behandeling over dit punt behoorlijk uitgebreid is geweest. Overigens wil ik er op wijzen dat het voorstel niet alleen in de commissie is behandeld. Ook tijdens de hoorzitting en infor matieavond is hier uitgebreid over gesproken. Ik bestrijd de opmerking van de heer Ybema dat alle argumenten die vanavond door wie ook naar voren zijn gebracht niet in de commissie op tafel zijn geweest. Mijn constatering is - ik ga dan weer af op aan mij aangereikte argumenten over technische mogelijkheden en onmogelijkheden - dat, als gekozen wordt voor het systeem zoals dat door de wijken is gedaan en door de heer Ybema en anderen wordt onderschreven, dat betekent dat je er geld bij moet doen. Willen wij dat? Betekent de draagwijdte van het amendement zoals dat voorligt dat de raad bereid is om er geld bij te doen? Ik ga er vanuit dat het niet mogelijk is. Het voorstel van de heer Ybema om, voordat er definitief wordt besloten, de cijfers en andere gegevens over dit deel van het vervoersplan in de commissie te bespreken levert een pro cedureel probleem op. Wij moeten nu beslissen wil het nieuwe rooster op 1 juli 1989 in kunnen gaan. Wij hebben gewoon niet de tijd om te zeggen dat wij er nog eens een maand op studeren. Het gaat om een vrij ingewikkelde omzetting, met name in de boekwerkjes, de busroutes en derge lijke. Mij is ook aangegeven dat november, dat is de maand waarin wij nu verkeren, zo'n beetje de laatste datum is. Als de conclusie zou zijn dat er toch andere oplossingen zijn dan de oplossing die vanavond voorligt - nogmaals, ik verwacht dat niet maar ik wacht die discussie wel af- dan kunnen die op zijn vroegst op 1 januari 1990 ingaan. Er is nu niet de ruimte om onduidelijkheid te laten bestaan over de vraag waarvoor wij op dit moment kiezen. (De heer Ybema: Voorzitter, ik wil graag even interrumperen. De wethouder heeft gezegd dat wij geen tijd hebben om nog eens een keer een maand te studeren. Als ik hem goed heb beluisterd dan hoeft dat ook niet, omdat alle informatie beschikbaar is. Er is gereden, er is berekend, kortom de infoi matie is beschikbaar. Het is een kwestie van toesturen en in de eerstvolgende vergadering van de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting daarover praten.) Ik vraag mij af of het materiaal dat er is voldoende is uitgewerkt om dat nu aan te reiken. De voorlopige conclu sies heb ik u gegeven. Ik wil best proberen om dat zo snel mogelijk te doen, maar ik denk niet dat dat mag betekenen dat wij vanavond geen besluit nemen. Als het zo mocht zijn dat er toch V - 19 - een andere oplossing denkbaar is dan kunnen wij op zijn vroegst over drie weken een besluit nemen. Ik voorzie, laat ik het zo formuleren, dat dat te laat Is voor aanpassing voor 1 juli. Mocht dat niet zo zijn, dan kunnen wij het alsnog zo doen. Vanavond moeten wij echter wel een besluit nemen opdat die duidelijkheid in ieder geval naar buiten komt. (De heer Ybema: Ik vind het hoogst onbevredigend, voorzitter, want ik vind dat wij dan als raad voor het blok worden gezet. Wij moeten nu maar accepteren dat het inderdaad zo is zoals de wethouder zegt. Er moet toch ruimte zijn om de informatie waar de wethouder wel over beschikt ook als raad te kunnen beoordelen?) Ik vind dat een misverstand. U beschikt over exact dezelfde informatie als ik. U moet niet doen alsof ik een beetje uit mijn nek sta te kletsen. (De heer Ybema: Dat suggereer ik niet.) Dat suggereert u wel! (De heer Ybema: Nee, nee.) U suggereert dat ik over informatie beschik die u niet hebt. (De heer Ybema: Dat suggereer ik helemaal niet, voorzitter.) (De heer Ten Hoeve: De heer Ybema zegt dat de raad voor het blok wordt gezet. Hij bedoelt dat de wethouder ons voor het blok zet. In wezen heeft hij dat vanavond zelf ook gedaan door die afstand, die 20? korter zou zijn, te noemen. Ik neem hem dat op zich niet kwalijk, want ik vind het prima dat mensen dat narekenen, maar wij moeten in eerste instantie afgaan op informatie die de wethouder ons heeft gegeven. Daar gaan wij ook nog steeds vanuit. Maar op zich is het goed om, als er nieuwe informatie komt, die na te gaan. Dat wiI Ien wij ook doen en vervolgens daar dan de conclusies uit trekken. Op voorhand moeten wij ons standpunt echter baseren op de informatie die er is. Het is ook niet goed dat datgene wat u naar voren hebt gebracht blijft liggen, maar meer mag daar ook niet aan verbonden worden. U maakt er nu ook een heel groot punt van. Wacht die informatie af en dan zien wij verder.) (De Voorzitter: Nu de wethouder maar weer.) Ja, voorzitter, ik denk dat ik over dit punt gezegd heb wat er van gezegd kan worden. Nogmaals, alle argumenten zijn op tafel geweest. Mevrouw Van UI zen is nogmaals ingegaan op het Dienstencentrum Huizum. Zij heeft goed begrepen dat ik graag bereid ben - waarom ook niet - om te kijken of wij in de richting van het dienstencentrum nog iets meer service kunnen verlenen. Ik heb aangegeven dat de ruimte gering is omdat wij kiezen ook in overleg met de wijk voor één buslijn zo centraal mogelijk door de wijk. De eindconclusie van mevrouw Van Ulzen is dat het wel in orde komt. Zo ver gaat mijn stellingname vanavond niet. Het gaat mij er niet om om het systeem als zodanig in stand te houden omdat het zo'n mooi systeem is. De feiten leren ons echter dat de keuze van het model waarop wij varen in ons openbaar vervoersnet een aantal begrenzingen kent. Wel, met die begren zingen moeten wij leven en daarbinnen moeten wij proberen zoveel mogelijk tegemoet te komen aan reële wensen. Voorzitter, mevrouw Visscher en de heer Heins heb ik hiermee ook beantwoord. Dat geldt ook voor een deel van de opmerkingen van de heer Rozema. Hij heeft nog gevraagd wanneer wij definitieve besluiten nemen over het niet asfalteren van de Leeuwerikstraat. Ik stel mij voor dat een goed moment daarvoor is de discussie in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu over de toedeling van de stelpost civieltechnische werken. Daar horen namelijk al dit soort uitvoeringskwesties - er is verder geen planologische procedure nodig om te mogen asfalteren, want het is puur een wegverbeteringsprogramma - aan de orde te komen. Op de opmerking van de heer Sijbesma ben ik middels mijn beantwoording in de richting van mevrouw Van Ulzen al ingegaan. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming het amendement inge diend door de heer Ybema. De heer Ybema: Ik wil graag een stemverklaring afleggen, voorzitter. (De Voorzitter: Over uw eigen amendement?) Ik wil daar een conclusie aan verbinden. Als ik de discussie beluister dan heeft de wethouder toegezegd dat er nadere informatie wordt verstrekt aan de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting over de financiële en ook de vervoerstechnische aspec ten van de variant zoals die door de beide wijkverenigingen is aangedragen en zoals ik die vanavond bij amendement heb ingediend. De wethouder heeft ook toegezegd dacht ik - ik wil dat even verifiëren - dat, mocht die informatie en de discussie daarover in de commissie en dan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 10