- 18 -
gemeente Leeuwarden;
- dat het Stedelijk Gymnasium een groeiend aantal leerlingen kent bij een
dalende trend van het totale aantal leerlingen voor het voortgezet onderwijs;
- dat hiermee de behoefte van leerlingen en ouders aan openbaar categoriaal
gymnasiaal onderwijs voldoende is aangetoond,
besluit voor de toekomstige structuur van het voortgezet onderwijs tot het
handhaven van het openbaar categoriaal gymnasiaal onderwijs in de gemeente
Leeuwarden,
en gaat over tot de orde van de dag."
De Voorzitter; Ik verzot de pubI idee tribune bijvalsbetuigingen achterwege te laten, want
anders ben ik genoodzaskt maatregelen te nemen. Ukunt hier aanhoren wat er gezegd wordt. De
raad zal in alle vrijheid de discussie voeren en in alle vrijheid beslissen.
Mevrouw De Haan-Laagland: Voorzitter, Ik wil graag een vraag stellen aan mevrouw Van
Ulzen. Gaat het alleen over het Stedelijk Gymnasium of gaat het over categoriale scholen?
(Mevrouw Van Ulzen-HzkkerDeze motie gaat alleen over het Stedelijk Gymnasium.) Van waar die
uitzonderingspositie? (Mevrouw Van UIzen-HzkkerEr komen nog meer moties.)
De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en madct deel uit van de beraadslagingen.
De heer Ybema heeft thans het woord.
De heer Ybema: Voorzitter, er is ock wat D66 betreft alle reden voor het ontwikkelen van
voorstellen om te komen tot een aanpassing van de structuur van het voortgezet onderwijs. In de
voorliggende raadsbrief zijn de belangrijkste redenen nog een keer uit de doeken gedaan. Voor
D66 is daarbij eigenlijk het belangrijkste element de ontwikkelingen in met name het lbo en
daaraan voor een deel gekoppeld het mavo. Over de ontwikkel ingen die zich daar de laatste jaren
voltreken msken wij ons grote zorgen. Dat is voor ons voldoende reden om ons nu te buigen over
deze voorstellen.
Het voorstel zoals dat voor ons ligt is een voorstel dat niet de instemming van D66 heeft.
Dat is geen verrassing, want dat standpunt hebben wij ock al in de Commissie voor het Onderwijs
naar voren gebracht.
Het hoofdpunt van kritiek van mijn fractie is dat in het voorstel dat door het college is
geformuleerd de leerlingen en de ouders geen keuzemogelijkheden hebben bij de schoolkeuze voor
het voortgezet onderwijs. Er is spreke van één gesloten van bovenaf opgelegd systeem, waar
Iedere leerl ing doorheen moet. Dit verplicht karakter doet volgens ons geen recht aan de ver
antwoordelijkheid die leerlingen en ouders ock zelf hebben voorkeuzes die zij willen maken ten
aanzien van de vorming in hun leven.
Het voorste! zoals dat vanavond voorligt betekent het einde van het voortgezet openbaar
categoriaal onderwijs. Dat betekent in ieder geval dat het ten koste gaat van twee kleinere
categoriale scholen waar de laatste jaren de leerlingen en de ouders nadrikkelijk voor hebben
gëcozen. Het zal u niet verrassen als Ik doel op de Wissesdwingermavo en het Stedelijk Gymna
sium. Twee kleinere scholen die hebben aangetoond de concurrentie met grote scholengemeenschap
pen wel aan te kunnen. D66 vindt dat die vorm van gezonde concurrentie een goede zaak is voor
het onderwijs. Een gesloten systeem haalt die concurrentie eruit en dat betekent dat een be
langrijke prikkel om te komen tot kwaliteit in het onderwijs verloren gaat.
De Wissesdwngermavo, voorzitter, heeft met name de afgelopen jaren door haar onderwijs
kundige aanpak aangetoond dat zij haar bestaan dubbel en dwars verdient. Ik wijs erop dat de
laatste twee Jaar het leerlingenaantal met nota bene 80 is gegroeid. Dat zijn ontwikkelingen
die wij niet een-twee-drie terzij de kunnen schuiven, maar waar wij ons voordeel mee moeten
doen.
- 19 -
Ik kom dan bij het Stedelijk Gymnasium. Toch ock een hoofdstik apart. Het Stedelijk Gym
nasium draagt in de visie van D66 belangrijk bij aan de kwal iteit van het totale onderwijsaan
bod in de gemeente Leeuwarden. Het Stedelijk Gymnasium heeft ock een belangrijke regionale
functie. Meer dan 200 leerlingen van het Stedelijk Gymnasiurn komen van buiten de gemeente
Leeuwarden. Wij vinden het een belangrijke zaek dat zoveel leerlingen van buiten de gemeente
Leeuwarden deze onderwijsvoorziening in onze stad bezoeken. Wij begrijpen dan ock niet de bena
dering van wethouder VI ietstra tijdens de afdelingsvergadering toen zij opmerkte dat het voor
haar nog de vraag was of het wel zo erg is dat dan 200 leerlingen niet meer in Leeuwarden
zouden komen. Dat is een benadering die ons totaal niet aanspredct. (Mefrou Westra: Wat is der
slim oan it feit dat I ear I ingen langer yn de eigen omjouwing nei de eigen skoal Ie k inne?) Ik
ben dat nu net aan het vertellen. (Mefrou Westra: Ik begryp dat oant no ta noch net, moat ik
sizze.)
Voorzitter, wij vinden het belangrijk dat Leeuwarden ock wat het onderwijs betreft belang
rijke voorzieningen heeft te bieden. Dat bepaalt namelijk de kwaliteit van je stad en draagt
daarmee bij aan de centrumpositie die Leeuwarden wil innemen in Friesland en mee in het Noor
den. Eén van de zeken die daarin belangrijk is zijn de onderwijsvoorzieningen.
De benadering op dat punt is, althans dat is onze inschatting, binnen het college toch wat
verschillend. Ik wil even refereren aan het opinie-artikel dat wethouder Kessler eind november
heeft gepubliceerd. Ik wil daar één citaat uithalen: "Het is niet voor niets dat vele steden
zich drik maken zoveel mogelijk kwaliteit te bieden op het gebied van onderwijs, cultuur,
stadsvernieuwing en recreatie. Dat is niet de waan van de dag of een gril van modieuze bestuur
ders, maar daar zitten economische belangen achter, zij het in meer indirecte zin." Toen ik dat
las herkende Ik het beleid van het college zoals wij dat de afgelopen jaren met elkaar in deze
raad hebben vorm gegeven. n
Ock wethouder Timmermans heeft in zijn activiteiten om Leeuwarden samen met Groningen dat
gedeelde stedelijke knooppunt te laten worden steeds die lijn gevolgd. Kwaliteit bieden, voor
zieningen die je binnen de gemeente hebt overeind houden om daarmee te proberen die concurren
tiestrijd aan te kunnen. Wij vinden dat bij die voorzieningen die daarvoor zo belangrijk zijn
ock de voorziening van een categoriaal gymnasium belangrijk is.
Op zich is het beeld natuurlijk heel typerend, als je het hebt over het stedelijk knoop
punt, dat in Groningen het Praedinius Gymnasium nog bestaat en dat wij dan op grond van deze
voorstellen ons categoriaal gymnasium, dat ock een belangrijke trekker Is, zouden opheffen. Ons
dunkt een ontwikkeling die averechts uitwerkt en vooral geen recht doet aan het beleid zoals
wij dat voor ogen hebben.
In de besprekingen eind cktober in de Commissie voor het Onderwijs is ock het punt naar
voren gebracht dat bij het opheffen van het Stedelijk Gymnasium er spreke zou zijn van een
grote concurrentie naar het christelijk gymnasium. Dat zou dan de concurrentie zijn tussen de
gymnasiale afdelingen van de scholengemeenschappen en het christelijk gymnasium. Wethouder
VI ietstra heeft in die commissievergadering gezegd dat het nog maar de vraag is of dat christe
lijk gymnasium overeind blijft. Daar was toen inderdaad nog geen duidelijkheid over. Zij madcte
toen de opmerking: Ik hoor wel berichten dat men daar ock bezig is om te overwegen om dat gym
nasium op te heffen; men zit ock daar te kijken wat wij binnen het openbaar onderwijs doen.
Intussen is in ieder geval duidelijk geworden dat bij de herstructurering die binnen het
christelijk voortgezet onderwijs plaatsvindt het christelijk gymnasium overeind blijft. Dat is
durkt ons een belangrijk feit. Daar zullen wij nu verder mee moeten rekenen. Want als wij nu
wel besluiten om het Stedelijk Gymnasium op te heffen, dan betekent dat een belangrijke
afstroom is onze inschatting van leerlingen die normaal zouden kiezen voor het openbaar onder
wijs en dan hun toevlucht nemen - min of meer gedwongen; zo zal het worden ervaren - tot het
categoriale bijzonder gymnasiale onderwijs.
De conclusie van D66, voorzitter, is dat, op grond van argumenten die ik pas heb genoemd
en die door mevrouw Van Ulzen in een motie naar voren zijn gebracht, voor ons vaststaat, los
van andere elementen in de discussie, dat ock gelet op het belang voor de stad Leeuwarden het
categoriaal gymnasiaal onderwijs in de vorm van het Stedelijk Gymnasium sowieso gehandhaafd
moet worden. Dat is een belangrijke voorziening waar wij niet aan moeten komen.
Ik kom dan op andere elementen in het voorstel van het college. Het voorstel van het