- 34 - woord horen voeren. De uitleg die hij nu geeft zou erop kunnen duiden dat hij als de heer Krol het woord heeft gevoerd. In de voorgeschiedenis heeft hij het woord namens zijn fractie gevoerd en daarmee de suggestie gewekt dat zijn fractie dit standpunt deelt. Kan de heer Krol aangeven waarom hij zich dan nu verschuilt achter een fractievergadering waarin hij kennelijk tot een ander standpunt gekomen is?) Ik verschuil mij nergens achter, mijnheer Van Olffen. Er is gevraagd hoe het zit. Ik heb dat uitgelegd. Kennelijk - u hebt goed geluisterd denk ik - is de fractie uiteindelijk tot een ander oordeel gécomen dan in de commissie is verwoord. U hebt dat gemerkt. Waarom? Ik heb dat in eerste termijn getracht duidelijk te meken. Wij hebben de uitgangspunten en de overwegingen verwoord waar wij het mee eens zijn en die ons aanspreken. Het gaat om een voortzetting van datgene wat wij in 1986 hebben gezegd. Vervolgens zeggen wij: Voordat de CDA-fractle een uitsprak doet over de keus van één brede grote scholengemeenschap - ik heb dat namens de frac tie een theoretische keuze genoemd - willen wij eerst een aantal zaken helder hebben op grond waarvan wij die keus doen. Daar is principieel geen verschil van mening over. Alleen wij besluiten nu niet tot de praktische uitwerking. De PvdA doet zulke dingen regelmatig. Op het moment dat er in commissievergaderingen standpunten zijn ingenomen, ock door de PvdA-fractle mevrouw Doevendans, en er wordt gedreigd met een motie van PAL, dan moet er geschorst worden. Je ziet dat men ock dan wel eens van kleur verschiet. Dus ock bij de PvdA is niets menselijks vreemd. (Mevrouw De Haan-Laagland: Ik ga er vanuit dat wij met elkaar het col Iegeprogramma loyaal uitvoeren.) Ik neem aan dat wij wat dat betreft elkaar weer recht in de ogen kunnen kijken. Dat heeft niets te meken met integriteit of met n i et-eer I ijk hei d. Bovendien voeren wij voor zover wij dat denken het collegeprogramma loyaal uit. Van de kant van de PvdA moet maar worden aangetoond dat dat niet zo is. Voorzitter, wij vinden het jammer dat het college niet met onze suggestie meegaat om punt I van het besluit in te trekken. Wij zullen daar dan ock tegenstemmen om de redenen die ik in eerste termijn gegeven heb. Zo nodig wil ik die nog wel eens herhalen. Mevrouw VI ietstra heeft gel ijk...zo nu en dan. Ja, zij ging al recht op zitten en vandaar dat ik die opmerking maar wat heb afgezwd<.t want dat is te veel eer. Mevrouw VI ietstra heeft gelijk wanneer zij zegt dat punt 2 van het besluit van de motie van het CDA dat luidt: "de positie en de kwaliteit van het gymnasiaal onderwijs in een brede scholengemeenschap;" nogal eenzijdig is. Maar dat heeft natuurlijk een oorzaak. De oorzaak is dat er met name de laatste tijd vanuit het gymnasium herhaaldelijk is aangekondigd en gezegd dat het niet mogelijk is om goed gymnasiaal onderwijs te geven. Vandaar dat wij het accent wellicht wat te eenzijdig daarop gelegd hebben. Wij willen echter klip en klaar boven water hebben of dat nu wel of niet zo is. Om aan de suggestie van de wethouder tegemoet te komen zou je natuurlijk punt 2 kunnen veran deren in: "onder andere de positie en de kwaliteit enz.", want uiteraard willen wij graag ock het ibo/lbo/mavo in dat onderzoek betrekken. Wij willen het accent iets sterker daar op leggen, omdat daar nogal wat tegenkanting was. Ik neem aan dat het college de motie nu overneemt. (Mevrouw VIietstra (weth.): Uw suggestie is om nu niet alleen gymnasiaal onderwijs op te voeren, maar ock ibo/mavo/lbo. Waarom zegt u dan niet gewoon: De verworvenheden van alle bestaande schoolsoorten meenemen in het onderzoek, want dan wekken wij daar geen misverstanden over. Dan is het niet naar de een toe een gebaar van: Wij houden met jullie meer récening dan met de ander. Het gaat er natuurlijk om dat wij alle verworvenheden van alle schoolsoorten in dat onderzoek zullen betrekken en niet exclusief het gymnasium of exclusief het ibo. Ik denk dat u dan ongeveer op de lijn zit van de motie die ock is ingediend, maar daar moet u dan nog maar even naar kijken.) (De Voorzitter: Wat gebeurt er nu met de motie, want daar ben ik wel benieuwd naar.) Voorzitter, u moet niet ongeduldig worden want ik kom daar nog op. (De Voorzit ter: Ik wil graag helderheid hebben.) Voorzitter, na de toezegging van mevrouw VI ietstra trekken wij onze motie in. (De Voorzit ter: Ik constateer dat de motie van het CDA bij dezen is ingetrckken.) (De heer BIjkersma: Een losse flodder!) (De heer Ybema: Voorzitter, kan de heer Krol nog even zeggen om welke toezegging het precies gaat?) Voorzitter, het wordt wat lastig als mensen niet goed luisteren maar ik wil het voor de heer Ybema nog wel een keer herhalen. Ik heb voorgesteld om voor het gestelde onder punt 2 van het besluit van onze motie de woorden "onder andere" te plaatsen om niet de indrik te wekken - 35 - dat wij alleen het gymnasium specifiek onderzocht willen hebben en om tegemoet te komen aan de opmerking van mevrouw VI ietstra dat zij anders die motie niet zou kunnen overnemen. Vervolgens zegt zij dat dat hetzelfde is als wat zij bedoelt met de verworvenheden van alle schoolsoorten Inclusief het gymnasium. Wanneer wij daar overeenstemming over hebben dan trekken wij de motie in. (De Voorzitter: Ik stel voor dat wij stoppen met discussiëren over iets wat niet meer bestaat.) Wij hebben uiteraard geen behoefte aan de motie van de VVD. Dat geldt ock voor de motie van D66. Voorzitter, ik wil het hierbij laten. De heer Rozema: Voorzitter, ik hoef geen verhaal meer te houden over de motie van het CDA. Dat scheelt weer even. Ik begin dan met de motie van D66 die mede-ondertekend is door de VVD. Deze motie sluit volkomen aan op mijn verhaal. De wethouder gaf zelf ock toe in eerste termijn dat er in de Wet op het VBaO ruimte is voor het bestaan van categoriale scholen naast scholengemeenschappen. Ik denk dat dat zë<.er onderzocht moet worden. Vandaar mijn steun voor deze motie. De motie van de VVD-fractie die mede-ondertekend is door de heer Ybema van D66 kan ik inhoudelijk onderschrijven. Deze motie lijkt mij echter overbodig omdat dezelfde zeken al zijn beschreven in de motie van de heer Ybema. De motie van de PvdA. Het lijkt mij nog steeds, ock na de uitleg van de wethouder, erg moeilijk tegelijk uit te spreken dat je sterke voorkeur hebt voor het oprichten van één scho lengemeenschap en een objectief gelijkwaardig onderzoek toezegt. Dat lijkt mij bijzonder moeilijk. Daarnaast vindt mijn fractie het toch een verarming wanneer er geen enkele vorm van categoriaal onderwijs meer mogelijk is of zelfs geen onderzoek naar categoriaal onderwijs is In te stellen. Vandaar dat mijn fractie deze motie niet zal ondersteunen. Mefrou Westra: Ik wol yn twadde termyn op de opstelling fan de freksjes fan it CDA, de VVD en D66 yngean. Men kin jun perfoarst net slzze dat It CDA yn it kylwetter fan de PvdA-freksje fart. Dy beskuldiging is de ofrune tiid wol utere, ek troch us trouwens. It CDA kiest Ivkwols foar in eigen opstelling. In opstelling dy't men as in tebekkIauwende beweging omskriuwe kin. Wat wurdt der mei de opmerking dat der jun folsleine düdl ik hei d komme moat bedoeld? It CDA giet lykwols op it selde paad lans werom troch te sizzen dat men jun net in definitive ütspradc docht. It CDA kin theoretysk wol mei de plannen ynstimme, mar fanwege de moogl ike prdctyske t&elteammen wol it foarearst gjin stipe Jaan. Ik bespeur ek in weronk I auwende beweging yn de obligate opmerking: Wannear't de Wet op de basisfoarming net trochgean soe dan moatte wy fansels de saé<. op'e nij besjen. (De heer Krol: Wilt u dat dan niet?) Ja, mar dat bedoel ik no krë<.t mei obligaat. (De heer Krol: Dat is onduidelijk?) Dat is wat my oanbelanget in oerstallige opmerking. Ik bespeur der in slach om de earmtdcke yn fan ik soe hast sizze eat as "niets zëcers is hier beneen". Der kin altyd wat barre en wy doare dus net in düdl ike ütspraek te dwaan. No is it bepaald net sa dat wy lést hawwe fan it feit dat üs fertrouwen yn it CDA skeind is. De PvdA hat dér wol lest fan. Wy fine It wichtich dat der jun politike düdl ikheid komt dy't fan belang is foar it fierdere proses. It moat düdl ik wêze wêr't wy steane. Ik fyn it wat dat oanbelanget spitich dat it CDA allinne mar ütstelt dat punt I fan it beslüt skrast wurde moat en net komt mei in formulearring dy't dérfoar yn it plak komme moatte soe. In formuIearring dêr't wy wol üt op meitsjekinne binnen hckker banbreedte It CDA yn de tekomst dan wol de definitive kar meitsje sil. (Mevrouw Willemsma-de Jong: Punt II van het besluit.) Yn punt II fan it beslüt stiet allinne mar dat der in lykweardich ündersyk komme sil, mar der stiet net yn binnen hckker breedte jImme yn de tekomst jimme kar meitsje si lie. No haw ik J Imme hielendal neat posityfs sizzen heard oer de needsaéc fan it fuortbestean fan kate- goriale skoal Ien, dus ik nim oan dat jimme wat dat oanbelanget mei üs op deselde line sitte. (De heer Krol: Mevrouw Westra gaat er wel wat al te eenvoudig mee om, voorzitter. In eerste

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 18