- 44 -
De heer Timmermans (weth.): Dat geldt natuurlijk ock voor punten als de goede zeden en
openbare orde, voorzitter. Ik neem aan dat hetzelfde reelamebureau daar geen moeite mee heeft.
Het bureau kan zich best iets inbeelden en weet ock wat de lijn van dit gemeentebestuur is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
(De heer Bijkersma bevond zich tijdens de stemming niet in de raadzaal.)
Punten 12 t.e.m 17 (bijlagen nrs. 359, 360, 365, 363, 364 en 367).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
(De heer Bijkersma bevond zich tijdens de stemming over de agendapunten 12 en 13 niet in de
raadzaal
De heer Sijbesma heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punt 18 (bijlage nr. 349).
De Voorzitter: Aan de orde is Subsidies Flankerend Ouderenbeleid 1988, derde ronde.
De heer Meerdirk: Al eerder is gebleken dat het college moeite heeft met de wijze waarop
de Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden (SBL) haar teken uitvoert. In deze raadsbrief wordt nog
eens fijntjes opgemerkt dat opmerkingen bij eerdere gelegenheden over de rol van de SBL er niet
primair op gericht waren om te komen tot een coördinatie van de aanvragen van subsidies maar
veeleer op de stimulering van de coördinerende rol van de SBL, waardoor de organisatie en uit
voering van activiteiten veranderen. Onze fractie kan met deze visie ten aanzien van task en
functie van de SBL instemmen. Desondanks vinden wij het jammer dat de middelen voor het
flankerend ouderenbeleid niet volledig benut konden worden voor activiteiten ten behoeve van
ouderen. Het toeval wil dat volgende week een voorstel wordt behandeld voor besteding van de
resterende middelen. Daarbij gaat het om het dekken van een deel van het investeringssubsidie
voor de herbesteding van het bejaardenoord Sonnenborgh. Een dergelijke investering is In ieder
geval aan te merken als een activiteit voor het flankerend ouderenbeleid. Wat dat betreft prij
zen wij de fantasierijkheid van de wethouder en de ambtenaren. Maar onze fractie rekent er wel
op dat volgend jaar alle middelen voor het flankerend ouderenbeleid worden aangewend ten
behoeve van activiteiten voor ouderen in de eigenlijke zin van het flankerend ouderenbeleid.
De heer Heere (weth.): Voor de kwal ificaties "fijntjes" en "fantasierijk" dank ik de heer
Meerdink hartelijk. Voor zover zijn opmerking over volgend jaar in zou houden dat wij dit jaar
de middelen oneigenlijk hebben gebruikt, denk ik dat ik daar afstand van moet nemen. Ik kan hem
overigens toezeggen dat de middelen ock volgend jaar zullen worden gebruikt voor het doel waar
voor ze gegeven zijn.
De heer Meerdirk: Ik heb niet gezegd "oneigenlijk gebruik", maar Ik heb het woord
"eigenlijk" gebruikt. Dat is een nuanceverschil.
De heer Heere (weth.): Ik neem daar kennis van, voorzitter.
- 45 -
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
toezegging van de wethouder.
Punt 19 (bijlage nr.355).
De Voorzitter: Aan de orde is Uitvoeringsprogramma Ontwikkelingssamenwerking 1989.
De heer Meerdirk: De PAL-fractie Is tevreden over de wijze waarop het uitvoeringsprogram
ma tot stand is gekomen. Voor 1989 kunnen alle aanvragen voor subsidie volgens de vastgestelde
criteria worden gehonoreerd. Wij zijn echter bang dat, wanneer het gemeentelijke beleid succes
vol begint te worden - dat houdt dus in dat er meer aanvragen zullen komen -, voor de jaren
1990 en later meer subsidie aangevraagd zal worden dan er aan middelen in het Fonds ontwikke
lingssamenwerking aanwezig is. Per Inwoner wordt op dit moment door de gemeente ongeveer een
kwartje per jaar in dat fonds gestort. Mijn fractie vindt dat weinig. In het kader van de
komende herwaardering zal wat PAL betreft er naar gestreefd moeten worden de jaarlijkse
storting in het fonds tenminste te verdubbelen, zodat de activiteiten hier en in Latijns
Amerika - zo lang wij daar voor kiezen - in omvang en kwaliteit kunnen toenemen. Wij willen het
college uitnodigen om een dergelijk standpunt bij de herwaarderingsoperatie in ieder geval te
betréeken. Wij zullen daar zeker op teru^comen.
De heer Heere (weth.): De heer Meerdink heeft gelijk als hij zegt dat het wel eens zo zou
kunnen zijn dat het succes van het beleid ock tevens duidelijk maakt dat er betrekkelijk weinig
geld voor ter beschikking is. Wij hebben voor nieuw beleid voor dit jaar inderdaad een post op
de rol gehad, maar in de afweging is die gesneuveld. De heer Meerdink zegt: Wilt u volgend jaar
die kwestie daar nog een keer bij betrekken. Ik wil dat wel toezeggen, alleen ik durf u niet
toe te zeggen dat dat het resultaat zal hebben dat u beoogt.
De heer Meerdirk: Dat begrijp ik!
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
toezegging van de wethouder.
Punt 20 (bijlage nr. 345).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Lidmaatschap Vereniging Lagere Overheden Tegen Apartheid
(LOTA)
De heer IJestra: Mijnheer de voorzitter, de VVD-fractie heeft er In de raad nooit onduide
lijkheid over laten bestaan dat wij van mening zijn dat stappen tegen het apartheidsregime in
Zuid-Afrika behoren tot het beleid van de rijksoverheid. Uit dien hoofde heeft mijn fractie
eigenlijk geen behoefte aan het lidmaatschap van de Vereniging LOTA, die een samenwerkingsver
band gaat vormen van gemeenten en andere lagere overheden die zich willen Inzetten voor de
bestrijding van het apartheidssysteem in Zuid-Afrika. Toch zal het merendeel van mijn fractie
uit prektische overwegingen instemmen met het raadsvoorstel.
De heer Bijkersma: Ik wil een stemverklaring afleggen, mijnheer de voorzitter. Ondanks dat
wat de heer IJestra heeft gezegd kan Ik mij niet met dit voorstel verenigen en zal ik daar dan
ock tegen stemmen. Ik heb dat ock in de Commissie voor de Financiën reeds aangekondigd.