- 43 - staan en ock In behoorlijke mate verder zijn uitgediept. Met name de PvdA en het CDA baseren daarbij hun verhaal op een aantal tendensen in de stedelijke ontwikkeling. Het CDA pakt in dat verband vooral de nationale c.q. de Europese tendensen op. De PvdA concentreert zich op de wat meer regionale tendensen. In die zin vullen beide analyses elkaar goed aan. Ik zal daar dan ock niet verder op In gaan, behalve dan de opmerking dat het college een en ander onderschrijft. Waar Ik wel op in wil gaan zijn de beleidsconsequenties die op basis van die analyses ge- trckken moeten worden. Ik constateer betrekkelijk grote eenstemmigheid, met uitzondering van een wat kritisch geluid van de PAL-fractie. Het lijkt mij interessant om daar wat langer bij stil te staan, omdat het een heel fundamentele discussie radct. Heel globaal samengevat is de discussie - ik zal daarbij de lijn van de PvdA volgen, want die Is het meest samenhangend uitgewerkt - de volgende. Werkloosheid, een bevolk ingsdraagvlek dat te gering en te eenzijdig is en de maatschappelijke ongelijkheid zijn de problemen, die een te gering financieel draag vlak hebben. De oplossingen zijn tweeledig; de PvdA noemt dat een Siamese tweeling. In de eerste plaats het versterken van de centrumpositie van Leeuwarden door te investeren in kwali teit en door het versterken van het bevolkingsdraagvlak. In de tweede plaats door het voeren van een gericht beleid voor kansarme groepen. De meeste andere partijen gaan in grote lijnen met deze tweedeling mee. Met uitzondering van de PAL-fractie die betwist dat het een onontkoombare keuze is om mee te doen met de grote concurrentiestrijd tussen steden, bang is dat het minimabeleid een zoethoudertje wordt en vindt dat stedelijke vernieuwing de huidige bewoners als uitgangspunt zal moeten nemen. Daarmee is een heel wezenlijke discussie aan de orde die gevoerd moet worden, maar die wat het college betreft tot de conclusie moet leiden dat PAL op de foute koers ligt. Waarom? Wat ons betreft een drietal argumenten. Het gaat daarbij deels om argumenten die ock in bijdragen van andere fracties aan de orde gesteld worden. In de eerste plaats is het genereren van groei een voorwaarde om niet in een financiële neerwaartse spiraal terecht te komen. Voor groei is het noodzaketijk dat je je stad aantrekke lijk maakt, niet alleen voor de huidige bewoners maar ock voor nieuwe bewoners en bedrijven. Een proces van stilstand c.q. achteruitgang levert een complex van negatieve factoren op die elkaar versterken. Die variëren van lagere opbrengsten van belastingen tot nog meer werkloos heid en nog meer uitkeringen enz., enz. Ik ken geen steden in Nederland die in een proces van achteruitgang c.q. stilstand sociaal beleid kunnen blijven financieren. Een van de meest tref fende voorbeelden zijn op dit moment de problemen die in Lelystad aan de orde zijn. Een tweede argument tegen de PAL-visie. Het lijkt ons duidelijk dat het niet goed Is als 14? van de Friese bevolking hier woont, terwijl ock 25? van de werkloosheid In Friesland hier Is geconcentreerd. Aan dergelijke onevenwichtigheden zal je dus wat moeten doen. En niet uit sluitend door je op de bestaande bevolking te mikken, maar ock door te proberen de bevolkings samenstelling minder eenzijdig te mëcen. Ock dat vraagt weer dat je je stad aantrekkelijk maekt niet alleen voor de huidige bewoners, maar ock voor nieuwe bewoners en bedrijven. Een derde argument Is dat Leeuwarden heel duidelijk een functie heeft voor Friesland. Wij zijn de enige stad met een zekere stedelijke allure. Wij moeten dat natuurlijk niet overdrij ven, maar wij hebben het wel. Wit Friesland ock in de toekomst mee blijven doen, dan Is het van belang dat tenminste één stad echt stedelijke kwaliteit kan bieden. De woonplaatskeuze van werknemers wordt voor de vestigingsplaatskeuze van bedrijven steeds belangrijker. Hoe meer variatie je als provIncie kunt bieden, des te aantrekkelijker ben je er om te wonen en des te meer kansen maak je op het behoud en de groei van bedrijfsvestigingen. Ock daarin past dat je investeert In de hoofdstad van Friesland en dat je Je beleid niet alleen afstemt op de mensen die nu al in Leeuwarden wonen, maar dat je Leeuwarden ock aantrekkelijk maakt voor de mensen die er nog niet wonen en er deels ock nooit zutlen komen te wonen. Ik ben het eens met het CDA als gesteld wordt dat de mogelijkheden van het platteland van Friesland in hoge mate afhankelijk zijn van wat Leeuwarden het platteland te bieden heeft. Van daar ock dat het In het belang van Friesland essentieel is dat wij steun krijgen van de provin ciale overheid, met name op het gebied van de woningbouw. Ik neem aan dat wethouder Timmermans daar vanuit de optiek van de ruimtelijke ordening nog nader op in zal gaan. Vanuit de financi ële optiek wil ik wel kwijt dat wij naar mijn gevoel hopeloos voor de bijl gaan als wij die steun van de provincie niet krijgen. Er ontstaat dan een negatieve spiraal naar beneden met - 44 - aanzienlijke financiële consequenties. Minder woningbouw betekent minder mensen en dat betëcent minder uitkering uit het gemeentefonds, minder opbrengst van de eigen belastingen. Dus minder geld en dat betekent meer bezuinigen, minder mogelijkheden voor de minima en minder mogelijkhe den voor kwaliteitsverbetering. Het gevolg daarvan is weer dat je minder aantrekkelijk wordt om te wonen enz., enz., enz. Zonder steun kunnen wij onze functie als provinciale hoofdstad en als gedeeld stedelijk knooppunt niet waarmcken. Kort samengevat. Investeren in de kwaliteit van de stad kost geld, maar levert op termijn ock geld op. Geld in de zin van een groter financieel draagvlak. Een dergelijk besef mis Ik in de reactie van PAL. Ock progressief beleid zul je moeten kunnen betalen. In die zin denk Ik dat de PvdA met haar Siamese tweelingaanpak een veel doordachter model op tafel legt dan de PAL- fractie. Mijnheer de voorzitter, een ander punt dat ik in dit algemene deel van mijn verhaal wil behandelen betreft de nieuwe aanpak met betrekking tot de investeringsplannen. Met name de PvdA maar ock het CDA zijn daar nader op Ingegaan en hebben vragen gesteld. Het CDA dringt aan op een concreet plan van aanpak. Het antwoord daarop Is dat het plan van aanpak er ligt, met name in de notitie Leeuwarden stadsgewest. Dat is het kader waarin wij de desbetreffende investeringsprogramma's hebben aangekondigd. Het is dan ock niet onze bedoeling een nieuw plan te maken. Een andere vraag is hoe de visie operationeel gemaakt wordt en waar het coördinatiepunt ligt. Wij maken de visie operationeel door middel van de InvesterIngsprogramma's. Een aantal daarvan heeft u al in allerlei verbanden kunnen zien. Het coördinatiepunt ligt bij het college van b. en w. en enkele afdelingshoofden die over de verschillende investeringsprogramma's ongeveer eens per twee maanden vergaderen. Een punt van de PvdA-fractie is dat investerIngsprogramma's beleidsmatig goed onderbouwd moeten zijn. Ze moeten meer zijn dan een overzicht van rijpe en groene projecten. Bovendien moet het duidelijk zijn In hoeverre de projecten bijdragen aan de versterking van de economi sche betekenis van Leeuwarden. Het college probeert aan die vereisten te voldoen. Tot nu toe proberen wij daar ock rekening mee te houden. Gesteld wordt ock dat andere overheden en de raad zo snel mogelijk medeplichtig gemaakt moeten worden met het opstellen van dergelijke programma's. Ock daar zijn wij het mee eens. Het is in feite onze strategie. Wellicht dat het goed is dat wij de raad binnenkort nogmaals een overzicht bieden van wat er momenteel zo al in ontwikkeling is. Ik denk dat dat mooi meegenomen kan worden bij het activiteitenplan in het kader van de Nota Werkgelegenheid dat binnenkort aan de raad zal worden voorgelegd. Het gaat om een beknopt overzicht op hoofdlijnen, maar u zult wel de totale context te zien krijgen van wat er op dit moment allemaal speelt: welke onder delen van programma's zijn al in uitvoering en welke onderdelen zijn nog niet in uitvoering maar zitten wel reeds in de pipeline. Gevraagd is naar de verplichtingen van Leeuwarden met betrekking tot het recente Nationaal Programma van Communautair Belang Noord-Friesland. In dat plan worden voor Noord-Friesland voor vele miljoenen guldens projecten ingediend. De Leeuwarder projecten worden In het algemeen betaald uit reeds bestaande budgetten, met uitzondering van een bedrag van f 75.000,Mocht dit nationaal programma in Brussel gehonoreerd worden, dan zullen wij de raad hierover nader Informeren en ock aangeven hoe wij diking gaan vinden voor het bedrag van f 75.000, De PvdA vraagt ock naar de prioriteitstelling zowel binnen als tussen de investeringsplan nen. In het algemeen zijn wij het daarmee eens. Ik zou er echter wel een kanttekening bij willen plaatsen, die vooral geldt voor de prioriteitstelling tussen de investeringsplannen. De investeringsplannen worden betaald door de gemeente en door middel van subsidies van andere overheden. De meeste investeringsplannen kennen voor wat betreft het gemeentelijke aandeel hun eigen financiering. Het investeringsplan infrastructuur wordt betaald door middel van de stelpost civieltechnische werken. Het investeringsplan culturele infrastructuur wordt betaald uit de Princessehofgelden die langzamerhand vrijkomen. Het investeringsplan economische Infrastructuur wordt voor een deel betaald - voor een deel gaat het namelijk om stimulerings bijdragen - uit het fonds voor de werkgelegenheid. Alteen het investeringsplan recreatieve voorzieningen kent nog geen expliciete gemeentelijke financieringsvorm. Als de contouren van dat plan bekend zijn zullen wij daarover ons standpunt moeten bepalen. Wellicht dat dan priori-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 23