- 55 -
wordt gehoord. Van die zijde is denk ik dan ock veel zending nodig. Morgenochtend zal een ver
tegenwoordiging van ons college een gesprek hebben met leden van gedeputeerde staten van
Friesland. Wij zullen uiteraard, ock gelet op de vandaag ingediende moties, aan de orde stellen
dat het van het grootste belang is dat Friesland en Leeuwarden en mogelijk nog veel meer par
tijen die hier aan de orde zijn, met name het bedrijfsleven, nu echt een keer aan de bel gaan
trekken In Den Haag.
Ik kom dan, voorzitter, bij het element van stedelijk draagvlak. De PvdA heeft een stet-
lingname Ingenomen met betrekking tot de versterking van het stedelijk draagvlak. Ock andere
fracties hebben dat genoemd en onderschreven. Een en ander moet niet ten koste gaan van overig
Friesland. De stellingname van de PAL-fractie dat, als het college juist wordt geïnterpreteerd,
er over een paar decennia helemaal geen kleine dorpen meer zijn wordt afgewezen. Ik verwijs op
dit moment naar onze eigen dorpennota, de Nota Volkshuisvestingsbeleid en de Nota Stadsgewest.
Wie die nota's leest weet goed dat dat niet het geval is.
Voorzitterik had een vrij uitgebreid verhaal op papier als reactie op de PAL-bijdrage
met betrekking tot de centrumfunctie en met name de stedelijke kwalIteit. Collega Kessler is
daar uitgebreid op In gegaan. Ik volsta dan ock op dit moment de PAL-fractie te vragen om eens
exact aan te geven welke projecten waar de afgelopen tijd besluiten over genomen zijn nu zo
aanstootgevend, prestigieus enz. zijn. Ik neem aan dat het niet gaat om projecten als het
programma Infrastructuur, de Avéro yuppieflat, de tijdelijke opslagplaats (top)-lckatie. Ock
neem Ik aan dat het niet gaat om projecten als de prijsvraag voor het gebied Fr I gaster rei n-
Hoeksterend, of de ontwikkelingen rond het Oldehoofsterkerkhofhet plelnafslultend gebouw, het
Wi l helmi nap lei n en in de toekomst de Amelandsstraat. Ik constateer namelijk dat de PAL-fractie
ten aanzien van al deze projecten instemming heeft betuigd. Dus Ik ben erg benieuwd welke pro
jecten in onze stad niet In het belang daarvan zijn maar uitsluitend in de beeldvorming van de
gemeente functioneren.
Ik kom dan bij het tweede deel van mijn verhaal. In de bijdragen van alle fracties Is
gespreken over het milieubeleid, een belangrijk thema. Het is duidelijk dat er grote behoefte
is aan een beleidsnota. Ock het college Is die mening toegedaan. Daarnaast k l i rkt in de betogen
door dat de met de verdere Intensivering van het milieubeleid verbonden meerkosten niet zonder
meer onbespreekbaar zijn voor deze raad. Het college stelt zich voor om eventuele voorstellen
daarvoor te doen op het moment dat de nota milieubeleid daartoe aanleiding geeft. Om die reden
Is de motie van de VVD-fractie op dit moment voorbarig.
Binnen de raad bestaat blijkbaar onvoldoende Inzicht In wat er op het terrein van het
milieu feitelijk gebeurt. Het college trekt zich dat aan en is voornemens naast de aan de raad
toegezegde milieunota ock de Commissie voor Openbare Werken en Milieu beter te informeren.
Ik heb er behoefte aan het beeld dat hier vanmiddag geschetst is over dit onderwerp wat
weg te nemen en Ik doe dat aan de hand van de bijdrage van de PAL-fractie, die wat mij betreft
qua Inzet alleen verklaard kan worden uit het feit dat de personele wisselingen in die fractie
blijkbaar tot het wegvallen van kennis van bepaalde zaken hebben geleid.
Ik begin met de opmerking dat het milieubeleid beneden de maat is en de vraag of Leeuwar
den wel een milieubeleid heeft. Met andere fracties constateer Ik dat het milieubeleid tot op
dit moment gedefinieerd is via deelnota's over geluid, bodem en lucht, en de Hinderwet, de
lozingsverordening en overige wetten zoals de Afvalstoffenwet. De stelling van de PAL-fractie
Is dat aan nota's over geluid en hinder een hogere prioriteit wordt gegeven dan aan het ont
wikkelen van een eigen milieubeleid. Voorzitter, er wordt gedaan alsof er bij "geluld" geen
sprdce Is van milieu. Als Ik het heb over geluid, dan heb ik het over eigen gemeentelijk
beleid. Ik heb het dan over verkeerslawaai, over het vaststellen van zoneringen enz. (De heer
Heins: Dat is rijksbeleid.) Het spijt mij vreselijk voor u, maar dat is gemeentelijk beleid.
Daarom denk Ik dat het toch goed is dat u zich nog eens nader laat informeren. Wij stellen een
en ander bij bestemmingsplannen vast. Dat betekent gewoon dat wij daar woonsituaties voorkomen.
De achtergrond van de beleidslijn is het voorkomen van nieuwe slechte situaties. Wat mij
betreft heeft dat de eerste prioriteit.
Wij hebben het over zonering van wegverkeerslawaai en het Isoleren van een zeer groot aan
tal woningen langs de rondweg. Ik vind dat buitengewoon zinnig en nuttig milieubeleid. Ock pra
ten wij over zonering van industrieterreinen, muziek lawaailawaai van de horeca- en andere
- 56 -
openbare functies enz. Allemaal zaken die hoogst noodzakelijk zijn, omdat het concreet gaat om
het wegnemen en voorkomen van geluidshinder.
De PAL-fractie heeft het sprekende over de top-lckatie over "alleen geïnteresseerd In een
bedrljfsvrlendelijk imago" en "een nieuw bedrIjfsterrein voor vervullende Industrie". Voorzit
ter, wij hebben het met name over de bodemsanering. Ik constateer dat alle aspecten van de
bodemsanering recent in een nota over bodemaspecten door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Onze
gemeente stelt daar aanzienlijk meer maatregelen/richtlijnen voor dan wettelijk zijn
voorgeschreven. Ock de PAL-fractie heeft met die nota ingestemd. Het beeld dat van de top-
lckatie is geschetst is volstrëct bezijden de waarheid. PAL zegt dat het hier zou gaan om een
nieuw bedrIjfsterrein voor vervullende industrie. In de eerste plaats gaat het om reeds
bestaande bedrijven. Overigens moet Ik nog zeggen dat de PAL-fractie zowel met de verkoop van
de grond aan de provincie voor de aanleg van de top als met de aankoop van de grond voor juist
deze functie dekoord is gegaan. PAL schetst nu het beeld alsof wij iets zouden doen wat strij
dig Is met de lijn van het denken van de raad. De PAL-fractie moet zich maar eens achter haar
oor krabbelen en gewoon constateren dat zij willens en wetens meewerkt aan dit wat mij betreft
zinnige beleid.
De PAL-fractie zegt dat controle in het kader van het milieubeleid slechts mondjesmaat
plaatsvindt. Het bewijs daarvoor is dat na vijf jaar meer dan 40? van de Hi nderwetpl Ichtl ge
bedrijven geen vergunning heeft. Ik wil dan toch iets vertellen over de Hinderwet. Enige jaren
geleden heeft deze raad het Hinderwetuitvoeringsprogramma (HUP) vastgesteld op basis van de
constatering dat er een geweldige achterstand was met betrekking tot het aantal vergunningen
dat beschikbaar was voor bedrijven. Wij hebben daar een paar criteria aan verbonden. In de
eerste plaats dat de prioriteit voor de vergunningverlening wordt gelegd bij de meest ver
vuilende of hinder opleverende bedrijven. In de tweede plaats dat weliswaar de vergunning
verlening op zichzelf van belang is maar dat de controle/handhaving prioriteit dient te hebben.
Het gaat niet aan vergunningen te verlenen, daar vervolgens een aantal jaren niets aan doen en
dan opeens constateren dat de situatie zo gewijzigd is dat je opnieuw kunt beginnen. Wij hebben
dus willens en wetens met elkaar voor die controle gekozen. Die controle vindt niet mondjesmaat
plaats, want de afgelopen drie Jaar zijn wij van 40 naar 200 bedrij fscontroles per jaar gegaan.
Een derde punt Is dat wij tegelijkertijd binnen het kader van de verlening van vergunningen op
grond van de Hinderwet en de controle daarop betrekken de lozingsvergunning, de luchtveront
reinigingsvergunning en de vergunning met betrekking tot het klein chemisch afval. Met andere
woorden, voorzitter, er vindt wel degelijk een goede aanpek van de Hinderwet plaats. Dat dit
beleid ock echt prioriteit heeft moge blijken uit het feit dat In 1988 in het kader van nieuw
beleid f 60.000,per jaar aan deze sector wordt toegevoegd, om ons juist aan de afsprécen met
betrekking tot het voorgenomen tempo te kunnen houden.
De stellingname van PAL dat het allemaal niets voorstelt wordt feitelijk tegengespreken
door het feit dat de PAL-fractie in 1985 zeer graag akkoord ging met het HUP. In 1987 Is de
PAL-fractie bij de evaluatie wederom daarmee akkoord gegaan en met de beleidslijnen die voor
het jaar daarna zijn vastgesteld. Ondanks dat de vertegenwoordiger van de PAL-fractie vorige
week In de commissie enige kanttekeningen plaatste, heeft hij geen bezwaren gemaakt tegen het
programma zoals wij dat voor het volgend jaar hebben vastgesteld.
PAL zegt vervolgens dat er in vele schuurtjes en bergingen kilo's gebruikte batterijen,
verfresten en ander klein chemisch afval liggen te wachten om ingezameld te worden. De mensen
willen wel maar, zo vraagt PAL zich af, waar blijft het college. Of moet de Menno van
Coehoornschool door blijven gaan gebruikte batterijen in te zamelen? Ik mag toch aannemen,
voorzitter, dat het de PAL-fractie bekend is dat er in Leeuwarden een specifiek Inzamel ingspl an
klein chemisch afval wordt gehanteerd. Het gaat er daarbij om dat wij voorzien in vaste depots
en dat winkel iers k leln chemisch afval weer terugnemen van gebruikers. Ock komt de chemckar
Iedere maand een keer in elke wijk. Bovendien worden bedrijven, scholen en kantoren voorzien
van batter ij-emmersterwijl er ock oliebollen zijn gemaekt. Ter geruststelling van de PAL-
fractie moet ik ock nu weer constateren dat zij in 1986 buitengewoon tevreden was over de aan
pek van het beleid met betrekking tot het klein chemisch afval. Met andere woorden, het verhaal
van PAL k lopt niet.
Een laatste punt, voorzitter, is de opmerking van PAL dat sancties als politledwang,