V
- 61 -
De toekomst van bedoelde hoogwaardige kantoren ligt gelet op de enquêtes die daarover zijn
geweest heel nadrukkelijk geconcentreerd nabij het stationsgebied. In de nabije toekomst is er
meer dan voldoende ruimte in het bestemmingsplangebied Tesselschadestraat en het plangebied
Spoordck voor deze hoogwaardige kantoorontwikkel Ingen.
De verontreiniging van het Leijmpfterreln. Het onderzoek daarover is vrijwel gereed. De
constatering In het concept-rapport daarover Is inderdaad dat er sprake is van verontreiniging
maar dat die zich beperkt tot 3$ van het terrein. Het gaat weliswaar om een verontreiniging
door zware metalen. Voor het grootste deel van het terrein bestaan er dus mogelijkheden voor
uitgifte.
De heer Ybema heeft vervolgens gepleit voor aandacht voor de woonsituatie in Leeuwarden en
het concept Leeuwarden-woonstad aangeprezen. Hij heeft daarvoor een motie Ingediend. De over
wegingen van de motie kunnen door het college worden onderschreven. Ten aanzien van de subur
banisatie meen ik echter te mogen stellen dat - iedere situatie Is In dat geval anders en dus
ock hier - er zo ongelofelijk veel studies en analyses hebben plaatsgevonden dat de verklarin
gen voor de suburbanisatie als zodanig met de Ickale varianten meer dan voldoende bëcend zijn.
Ik zou de heer Ybema willen verwijzen naar het gestelde In de Nota Stadsgewest en met name ock
naar het gestelde In de Nota Woningbouwbeleid. Daarnaast zou Ik willen verwijzen naar de
opmerking van de voorzitter van deze raad dat het van belang Is In het kader van het
p.r.-beleid veel aandacht aan dat aspect te schenken. Ik ben er van overtuigd dat het opnieuw
verrichten van een onderzoek niet noodzekelljk is. Hoewel wij de Intentie van de motie best
kunnen onderschrijven, achten wij een onderzoek op dit moment overbodig.
Voor wat betreft de vraag van de heer Ybema over het concept Wonen in het groen zou Ik
willen verwijzen naar de discussies die gaande zijn onder andere in het kader van het bosplan
en in het kader van een eventuele verdere uitwerking van de plannen rond de Meenthe In die
richting. Het feitelijke afwegingskader kan echter gevonden worden In de al veker door mij
genoemde structuurschets.
De heer Ybema vraagt zich af waarom de verkeersmaatregelen voor de Nleuwestad en de Wlr-
dumerdijk nog niet zijn geëffectueerd. De maatregelen zullen begin januari 1989 worden geëffec
tueerd. Eerder kan niet, omdat de nodige verkeersborden enige levertijd hebben.
Ik kom dan bij de reactie van de GPV/RPF/SGP-fractie. De heer Rozema heeft gespreken over
het onderzoek van de universiteit in Groningen en met name gewezen op de constatering dat 80$
van de Leeuwarder ondernemers ontevreden Is met overheidsinvesteringen. Collega Kessler heeft
daar reeds zijn zorgen over uitgesproken. Er moet met name gedacht worden aan de Investeringen
van de rijksoverheid. De verklaring van deze uitslag van de Leeuwarder ondernemers Is puur en
alleen gelegen In het niet aangesloten zijn van Leeuwarden op autosnelwegen. Overigens Is het
nog niet zo ver dat - dat zegt de heer Rozema namelijk - Breda en Zwolle als knooppunt zijn
aangewezen.
Terecht heeft de heer Rozema een opmerking gemaakt over de zorgelijke ontwikkelingen met
betrekking tot de conti ngenter I ng in Friesland. Ik wil wijzen op onze Nota Woningbouwbeleid
waarin wij toch ock tot de conclusie komen dat het onbeperkt In grote aantallen bouwen binnen
Friesland en binnen Leeuwarden geen goede za<*. Is. Wel vind Ik dat de verbetercontingenten
volstrekt onder de maat blijven.
De heer Rozema zegt dat er In 1989 helemaal geen erkele premiehuurwoning In Leeuwarden mag
worden gebouwd en dat dat bepaald geen "wervend" beleid kan worden genoemd.
Dat is juist, maar Ik constateer dat de provincie ons geen erkele woning beschikbaar heeft
willen stellen. (De heer Rozema: Wij kunnen toch bezwaar meken?) WIJ hebben dat al veker
gedaan. De Nota Woningbouwbeleid Is ock aan de provincie toegestuurd met het verzoek om die In
de desbetreffende provinciale commissie te behandelen. Maar waar niets Is kan ock niets ver
deeld worden. Je kunt natuurlijk bezwaar meken en dat doet iedere gemeente. Wel maek Ik mij
zorgen dat de gemeente Leeuwarden In dat kader blijkbaar niet zonder meer in aanmerking komt
voor premlehuurbeleggerswonIngen.
De heer Rozema heeft een aantal wensen en uitspraken geformuleerd met betrekking tot het
stedelijk beheer als Ik dat zo mag samenvatten. In zijn algemeenheid worden die ock door het
college onderschreven. Morgen zal in het college een voorstel worden behandeld over het casco-
herstel van de Westerkerk.
- 62 -
Tenslotte heeft de heer Rozema de wenselijkheid ultgesprcken dat voor het maken van nieuwe
bestenmlngsplannen en met name ock voor de herziening van bestaande bestemmingsplannen
voldoende financiële middelen beschikbaar moeten zijn. Dat is juist. Van de andere kant leven
wij al een aantal jaren met de situatie dat wij een groot aantal wensen hebben, leder jaar for
muleren wij op basis van een nadere prioriteitstelling - binnenkort komt die zaek In de Com
missie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting aan de orde - op welke wijze wij het
komende jaar het beschikbare bedrag, dat enerzljds komt uit de algemene dienst en anderzijds
uit de explo11atI©gebieden, voor het opstellen van welke bestemmingsplannen moeten besteden.
Ik wil het hierbij laten, voorzitter.
De Voorzitter: Ik constateer dat wij hiermee aan het einde zijn van de eerste termijn van
de algemene beschouwingen. Ik stel voor dat wij de tweede termijn aanvangen morgenmiddag om
twee uur en dat wij In beginsel daarbij aansluitend verder gaan met de agendapunten 5 en 5a.
Ik stel u voor de agendapunten 2, 3, 4, 6 en 7 nu In behandeling te nemen.
Punt 2.
Rondgezonden mededelingen
Sub A en B.
Het besluit en de berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
Punten 3 en 4 (bijlagen nrs. 373 en 374).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 6 (bijlage nr. 371-
De Voorzitter: Dit punt luidt: Subsidieverlening ten behoeve van de realisering van het
wooncentrum Sonnenborgh.
Mevrouw Willemsma-de Jong: Mijnheer de voorzitter, onze gemeente werd voor een zware
opgave gesteld toen zij van provinciale zijde opdracht kreeg om vanwege de bezuinigingen een
aantal verzorgingsplaatsen af te staan. Via onderhandelingen en overleg kwam men tot de conclu
sie dat dit het beste te realiseren was door het huis Sonnenborgh in zijn geheel af te stoten
in plaats van bij diverse hulzen een beddenreductie toe te passen. Zo'n besluit Is toch een
heel emotioneel gebeuren, niet alleen voor het personeel maar vooral ock voor de bewoners en
hun familie. Het bestuur van Sonnenborgh en het gemeentebestuur hebben ervaren dat dit niet zo
maar gaat. Er moest In de eerste plaats voor de bewoners een oplossing komen. Op de achtergrond
was het harde gegeven dat onze gemeente procentsgewijs meer ouderen heeft In vergelijking met
het cijfer dat voor de hele provincie geldt.
Aan te nemen valt dat dit laatste gegeven zich ock in de toëcomst doorzet. Wij zijn er
gelikktg mee dat deze negatieve ontwikkeling door het provinciale besluit enigermate in posi
tieve zin is omgebogen. Bij de onderhandelingen met betrekking tot de zaek Sonnenborgh heeft
gedeputeerde Van der Til de toezegging gedaan dat er gerekend kan worden op een contingent voor
30 woningen om daarmee te komen tot de bouw van een wooncentrum voor zelfstandig wonende
ouderen die enige zorg behoeven. Dit wooncentrum zal dan gerealiseerd worden op de plaats van
het "oude" Sonnenborgh. Daarmee wordt ock voor de desbetreffende wijk in een behoefte voorzien.
Het CDA is het college erkentelijk voor de Inzet die tot verwezenlijking van dit plan