- 63 -
heeft geleld. Het nieuwe wooncentrum voor ouderen in Leeuwarden-West beoogt een steunpunt te
worden in deze wijk. Zoals in de raadsbrfef staat zijn de voorzieningen In het wooncentrum
tevens bedoeld voor de wijkbewoners. Een en ander gebeurt In het kader van het flankerend
ouderenbelei d.
Het is met name de wethouder die het ouderenbeleid In zijn portefeuille heeft die er zorg
voor draagt dat dit beleid tot ultdrikklng komt door In de verschillende stadswijken zorg op
maat te geven vla deze steunpunten. Ock de Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden (SBL) speelt
hierin een rol van betekenis. Als dit plan klaar is, mijnheer de voorzitter, is er naast
Wijtgaard, Heechterp, Triotel, toch sprake van een te waarderen ontwikkeling In de diverse wij
ken.
Rest mij nog een vraag, mijnheer de voorzitter. De sluitingsdatum voor Sonnenborgh Is 1
april 1989. Nu wonen er nog 16 ouderen. Wat gebeurt er met deze zorgbehoeftigen wanneer de deur
wordt gesloten? Die zaak vraagt wel de aandacht. Kan de wethouder daar een antwoord op geven?
De heer BIJkersma: Voorzitter, dit voorstel omvat ock een aantal financiële aspecten. Het
college zegt dat het wel los zal lopen - ik geloof dat ock wel - dat wij daar als gemeente niet
tekort aan zullen komen. Dit voorstel is niet In de Commissie voor de Financiën behandeld. Het
oordeel over de financiële aspecten kan ik dus niet geven. Vindt er nog een terugkoppeling
plaats naar die commissie, zodat nog eens uitgelegd kan worden hoe dat precies zit?
De heer Heere (weth.): Op de opmerkingen van mevrouw Willemsma, voorzitter, ben Ik in
eerste Instantie In antwoord op de algemene beschouwingen al Ingegaan voor wat betreft de
steunpuntenontwikkeling. Sonnenborgh past daar mijns Inziens volstrekt in. Bovendien is het
verheugend dat het gelikt is om in gezamenlijke inspanning met provincie en instellingen dit
plan te realiseren.
Wat de sluitingsdatum van 1 april betreft. Het probleem daarbij is dat het de bedoeling Is
de nu nog In Sonnenborgh wonende mensen naar de Hofwijck te brengen. De capaciteit van de Hof-
wij ck is daar op dit moment echter nog niet voldoende voor. Hoe zich dat in de toekomst zal
ontwikkelen Is erg moeilijk te voorzien. Het zou wel eens noodzakelijk kunnen zijn om de eerste
voorkeur van mensen voor de Hofwijck, om de reden dat je op een bepaalde datum een keer moet
sluiten, niet te honoreren en wellicht ock plaatsing in andere bejaardenoorden te overwegen.
Overigens Is dat een beslissing die de tehuizen in overleg met de gedeputeerde zullen moeten
nemen.
De heer Bijkersma heeft het financiële aspect aangeroerd. Dit voorstel Is niet In de Com
missie voor de Financiën aan de orde geweest. De hele zaak Is uiteraard wel zeer uitvoerig In
de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden bespreken. De heer Bijkersma zegt dat hij ons wel
gelooft ais er geen financiële consequenties aan zijn verbonden. Ik zou zeggen: Wat wil je dan
verder nog? (De heer Bijkersma: Als u zegt dat er voor ons geen sprake Is van een nadelig
effect dan ben Ik tevreden, maar als u dat niet zegt dan wil ik graag terugkoppeling naar de
Commissie voor de Financiën). Geloven en zekerheden staan In mijn visie soms wat haëcs op
elkaar. Als de heer Bijkersma het zo vraagt dan verwijs Ik hem toch naar het besluit dat wij
nemen, waarin staat dat wij f 100.000,subsidie verlenen op voorwaarde dat In de eerste
plaats de door de gemeente gegarandeerde lening wordt afgelost. (De heer Bijkersma: Maar als er
een tekort ts dan zitten wij nog. Ik heb daar op het ogenblik geen ztcht op.) Uitgaande
uiteraard, voorzitter, van de getallen die ock in de raadsbrlef staan en die aanzienlijk hoger
zijn dan de lening is. Er wordt uitgegaan van een bedrag van ruim één miljoen gulden, terwijl
die lening nog een restant vertoont van bijna acht ton. Daar zou het uit moeten kunnen. En
aangezien er een overeenkomst Is tussen Sonnenborgh en Patrimonium voor dat bedrag, gaan wij er
vanuit dat dat zo is. Wij zijn wat dat betreft ock preferent, want wij hebben een eerste
hypotheek op dat pand gevestigd. Mocht evenwel blijken dat dat niet zo is, dan gaat ock deze
transactie niet door en zullen wij verder naar bevind van zaken moeten handelen.
V
- 64 -
De heer Bijkersma: Ik heb goed begrepen dat, wanneer het anders gaat dan in de raadsbrlef
staat vermeld, de transactie niet doorgaat. Dan ben ik wel tevreden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 7 (bijlage nr. 370).
De Voorzlter: Aan de orde is thans Vaststellen Verdeelbeslult Fonds Podiunkunst 1989.
De heer IJestra: Mijnheer de voorzitter, gewoontegetrouw organiseert de Vereniging van
Vrienden van het Prlncessehof ock In 1989 een zestal kamermuziekconcerten. Mijn fractie vindt
dat gezien het speciaal muziekaanbod een goede gewoonte. De Vereniging van Vrienden van het
Prlncessehof krijgt niet de gevraagde subsidie, maar er wordt een maximumsubsidie van
f 4.100,toegekend. Mijn fractie gaat daarmee dekoord.
In de Cormilssle voor Welzijnsaangelegenheden heb Ik mij verklaard tegen de gefaseerde
afbouw van de subsidie aan deze vereniging. Ik wil dat ock nu verklaren, omdat dit gewoon bete
kent dat de subsidie tot nul zal worden teruggedraaid. Mijn fractie vindt dat een vreemde zadc
Een voldoende onderbouwing voor die afbouw ontbreekt naar mijn idee. Ik citeer de raadsbrlef:
"Aangezien de vereniging in principe In staat moet worden geacht een groter deel van het técort
voor haar rekening te nemen achten wij, gelet op de beperkte financiële middelen In het Fonds
Podiunkunst, een gefaseerde afbouw van het subsidie aan de vereniging op zijn plaats." Als Ik
dan de wethouder in de commissie de bedragen hoor noemen die geschonken zijn aan Het Prln
cessehof, dan is dit besluit wel wrang. Deze gang van zaken is niet alleen door mij zo ervaren,
maar ock door de insprekers. Wordt er dan gekeken naar de beschikbare geldmiddelen van de vere
niging, om op die basis tot afbouw te besluiten? Als dat de maatstaf is dan valt er nog heel
wat onderzoek te doen In het circuit van subsidiëring. Graag een toelichting van de wethouder.
De heer Meerdink: Op de hoogte van het budget voor het Fonds Podiunkunst zullen wij bij de
herwaardering teru^comen. Ik heb dat reeds aangekondigd. Ik wil het nu nog hebben over de
reservering die er voor de prodikties overblijft. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden
is gezegd dat het niet zo zal zijn dat wie het eerst met een dergelijk verzoek komt ock het
eerst zal malen, maar dat er een tweede ronde zal gaan plaatsvinden. Mijn fractie zou graag
willen dat die tweede ronde zo snel mogelijk plaatsvindt en wat ons betreft voor één april. De
reden daarvoor is dat wij vinden dat de flexibiliteit die aan de ene kant wordt nagestreefd in
het beleid ten aanzien van de podiumkunsten er enigszins uitgehaald wordt wanneer je dus voor
een jaar eigenlijk al met de voorstellen tot produkttes moet komen. Het lijkt mij een goede
zaek dat instellingen die zich met het scheppen van prodikties bezighouden enige zekerheid heb
ben waar zij aan toe zijn wat betreft de financiering. Wanneer pas in de zomer een tweede ver-
deelronde zal gaan plaatsvinden, dan denk ik dat de flexibiliteit er behoorlijk Is uitgehaald.
Wat ons betreft graag voor één april de tweede verdeelronde.
De heer Kessler (weth.): Naar aanleiding van de opmerking van de heer IJestra wil ik nog
wel eens kort de redenering uiteenzetten die wij hebben gevolgd. Wij hebben een op zich zelf
redelijk budget. Toch Is dat budget te beperkt gelet op het aantal aanvragen dat binnenkomt. Je
zult dus moeten kiezen. Wij streven ernaar om in de toekomst toch ock ruimte te creëren voor af
en toe een nieuwe activiteit. Met dit programma zijn wij daar ock al een beetje mee In de
moeilijkheden gekomen. Te denken valt daarbij aan bijvoorbeeld de Stichting Afrika Festival.
Kortom, kiezen. Wij hebben de keuze gemaekt om die Instellingen waarvan wij er vanuit gaan dat
zij in principe ock andere middelen tot hun beschikking hebben om deze podiumactivitelten te
organiseren in eerste Instantie bij de kop te pekken. Dat heeft betëcend dat wij een sub-