- 73 -
fende commissie, voorzitter, zuilen wij daar nog op teru<Jcomen.
Ik kom dan bij het antwoord van wethouder Heere. Naar aanleiding van onze vragen heeft de
wethouder een uiteenzetting gegeven over de werkwijze van het maatschappelijk werk. Meer dan in
het verleden wordt gewerkt met specifieke groepen. Wordt die methodiek ock toegepast bij het
maatschappelijk werkproject in de Valerluswijk? Daarover hebben wij nog geen informatie gere
gen.
Met instemming hebben wij kennis genomen van de toezegging van het college om bij het pro
vinciaal bestuur op spoed aan te dringen bij het doen van keuzes als het gaat om de
zlekenhulsproblematiek in Friesland. Het spreekt voor zich dat daarbij de belangen van het MCL
centraal dienen te staan.
Vervolgens heeft wethouder Heere bij afwezigheid van wethouder Vlietstra ock de beant
woording van de vragen over de sector onderwijs voor zijn rëcening genomen. (Mevrouw Vlietstra
(weth.): Dat heeft hij goed gedaan.) Hij heeft dat naar onze mening op uitstekende wijze
gedaan. Nog een enkele opmerking over deze sector.
Wij blijven zorgen houden over het onderwijs In de eigen taal en cultuur. De wethouder
geeft toe dat het overleg daarover slecht liep. Wel licht kan de wethouder nog eens in concreto
aangeven welke maatregelen er genomen worden om ervoor te zorgen dat deze zaek het komende
schooljaar beter loopt.
Van de aanbeveling van het college voor onze motie inzeke de onverkorte nekoming van het
convenant hebben wij met veel Instemming kennis genomen. Ik wil ock even reageren, voorzitter,
op hetgeen mevrouw De Haan zojuist heeft gezegd. Zij zegt onder meer of er nu wel nieuwe zeken
zijn geweest. Vorig Jaar is, aldus mevrouw De Haan, door haar fractie een motie ingediend die
breed door de raad is aanvaard. Ja, er zijn inderdaad veranderingen. (Mevrouw De Haan-Laagland:
Er zijn nieuwe zeken, maar motiveer dat dan ock in de motie.) Dat wordt ock gedaan in onze
motie want daarin staat - wij zijn niet zo breedvoerig van spraekwij verwachten veel begrip
en dat is er meestal ock wel -: "dat de ontwikkelingen terzeke de laatste tijd aanleiding geven
tot bezorgdheid;". Voorzitter, wij hebben In onze algemene beschouwingen ock heel duidelijk
aangegeven welke ontwikkelingen dat zijn. Het lijkt mij niet nodig om die allemaal te herhalen.
De wethouder heeft daar ock met instemming op gereageerd.
Mevrouw De Haan heeft mij ock aangespreken op de vierjarigen-maatregel. Wij hebben vorig
jaar tijdens de begrotingsbehandeling voor de motie gestemd van de PvdA waarin met name tegen
deze maatregel werd geprotesteerd. Wij hebben In onze contacten in Den Haag regelmatig ons
standpunt onder de aandacht gebracht dat wij dit een maatregel vinden die zo snel mogelijk
ingetrekken zal moeten worden. Vandaar dat wij dat nog even hebben verwoord. Kennelijk tets te
kort, begrijp ik.
Ik kom dan nu bij wethouder Timmermans. Namens het college heeft de wethouder onze motie
waarin nogmaals een beroep wordt gedaan op de regering Leeuwarden aan te wijzen tot mede knoop
punt van het Noorden aanbevolen. Hij heeft daarbij de suggestie gedaan deze motie te integreren
met de motie van de PvdA inzake het aansluiten van Leeuwarden op het Intercitynet. Voorzitter,
in feite beslaat de motie van de PvdA slechts een onderdeel van onze motie. De motie van de
PvdA wijst slechts op een van de gevolgen van het niet verkrijgen door Leeuwarden van de status
van mede knooppunt. WIJ menen dan ock dat het beter is onze motie zoals die is ingediend te
handhaven. Achtergrond van onze motie op dit moment is dat er deze week wellicht besluitvorming
plaatsvindt in het Kabinet. Van al Ie kanten wordt er drik uitgeoefend. De argumentatie die het
college in zijn notities heeft neergelegd is voldoende bekend. Het lijkt ons toe dat dit een
laatste signaal van de gemeenteraad van Leeuwarden moet zijn.
Wij zullen ingaan, voorzitter, op de suggestie van wethouder Timmermans om er bij de
bevriende statenfractie op aan te dringen meer positief te staan ten opzichte van de positie
van onze gemeente. Er was gister al een afspraak gemaakt. Wij achten dat een goede weg, waar
door al het mogelijke wordt gedaan om het maximale voor onze gemeente te bereiken. In dat ver
band verbaast ons de reactie gister van de PvdA-fractie op mijn oproep bij de bevriende gedepu
teerde aan te dringen op een spoedige vaststelling van het Provinciaal Afvalstoffenplan.
(Mevrouw De Haan-Laagland: Hoe zo verbaasd?) Omdat u mij toeriep: Jullie hebben toch zelf sta
tenleden? Natuurlijk hebben wij die, maar wij denken dat het maximale resultaat juist wordt
bereikt door dat te doen bij bevriende gedeputeerden of statenleden, die bovendien de politieke
- 74 -
verantwoordelijkheid voor die zaek dragen. (Mevrouw De Haan-Laagland: Ja, maar provinciale sta
ten kunnen natuurlijk Invloed uitoefenen op de vaststelling van dat plan, want daar zijn zij
voor. Ik vind het prima om onze partij te vragen die invloed daar aan te wenden, maar dat moet
u van uw kant natuurlijk ock doen.) Ik heb toch net gezegd dat er al een afspraek met onze
bevriende fractie is gemaakt?
Wethouder Timmermans heeft zich vrij positief uitgelaten over de bouw van de aanleun
woningen in Wijtgaard. Vervolgens heeft hij nogal wat "maren" naar voren gebracht. Onze fractie
is erg benieuwd naar het perspectief dat er nu terzeke is. Daarover graag nog wat meer duide-
I ijk hei d.
Over de bouw van woningen In de geheel vrije sector missen wij bij de wethouder het nodige
enthousiasme. Hij probeert ons gerust te stellen met het gegeven dat er wel plaats zal zijn
voor dergelijke woningen, omdat de contingenterIng in andere sectoren terugloopt. Het komt ons
enigszins nolens volens voor. Wij dringen er nogmaals bij de wethouder op aan op dit punt ini
tiatieven te ontwikkelen. Aankoop, ontsluiting en bouwrijp mek en kost op zijn minst vier jaar.
Laten wij vooral oppassen dat er op dit punt geen gaten vallen.
Ik kom dan bij de ingediende moties. Motie I van de PvdA inzdce het Eurocity-
Intercityspoorwegennet. Wij willen daar graag achter staan.
Motie II van de PvdA over het public relationsbe!eid is door het college overgenomen.
Motie III van het CDA over de Vierde nota wil ik handhaven.
Motie IV van het CDA over de gescheiden afvalinzameling wil ik ock handhaven, zij het dat
wij er best aan willen toevoegen dat ock het college wordt uitgenodigd op korte termijn met een
dergelijk plan te komen. (De heer Ybema: Voorzitter, wordt die toevoeging nu opgenomen In de
motie?) (De Voorzitter: Er zijn twee signalen. Mevrouw De Haan heeft gezegd dat haar fractie
bereid is te overwegen in motie I een tussenzin In te lassen die verwijst naar de minister die
stedelijke knooppuntfaciIiteiten In het vooruitzicht heeft gesteld. Verder is door haar een
suggestie gedaan met betrekking tot motie IV waarin ock het college wordt uitgenodigd om met
zo'n plan te komen. Ik wil aan het eind van de tweede termijn checken welke concrete aan
vullingen hier het gevolg van zijn. Mogelijk worden er vanmiddag nog enkele andere creatieve
gedachten verwoord.) (Mevrouw De Haan-Laagland: De bedoeling van onze aanvulling van de motie
van het CDA Is dat wij het gezien onze eigen verantwoordelijkheid in deze zaek niet goed vinden
om te wachten op wat de provincie of wat het OLAF doet. Kom met een voorstel en omschrijf daar
duidelijk In wat de voor- en nadelen zijn met of zonder steun van OLAF.) Het Is toch ondenk
baar, voorzitter, dat wij een motie Indienen waarin wij aan het provinciaal bestuur Iets vragen
om vervolgens zelf niets te doen? (Mevrouw Van der Kloet: De wethouder zegt wel toe dat hij
eventueel met een voorstel wil komen, maar hij wil dat pas doen op het moment dat er ock ant
woord is van het OLAF op de vraag van het college of het OLAF ock bereid is een structurele
financiële bijdrage te leveren. Wij zeggen: Wacht dat niet af, maar doe een voorstel waarin
beide mogelijkheden met de financiële consequenties daarvan worden aangegeven. Vervolgens kan
de raad beslissen of hij al dan niet bereid Is de financiële consequenties daarvan te nemen.
Daar gaat het om. Dat betëcent dus dat wij niet hoeven te wachten op het antwoord van het OLAF
op de brief van het college.) Ik wacht het antwoord van de wethouder op dit punt af, voor
zitter.
Ock onze motie V inzake het convenant handhaven wij.
Motie VI van de VVD. Daarin wordt gevraagd om een milieufonds in te stellen. Ik heb van de
wethouder begrepen dat hij daar op dit moment geen behoefte aan heeft. Wij stellen ons achter
het college op dit punt.
Over motie VII van PAL inzèce de S8-flat in de Meent he kan ik kort zijn. Wij hebben geen
behoefte aan deze motie.
Motie VIII van D66 inzake de stagnerende ontwikkeling van de bevolkingsgroei. Ik heb van
de wethouder begrepen dat de gegevens die door de heer Ybema worden gevraagd praktisch allemaal
aanwezig zijn. Het lijkt overbodig werk. Wij hebben geen behoefte aan deze motie.
Voorzitter, nog een korte reactie op de algemene beschouwingen van een aantal fracties. De
bijdrage van de PvdA-fractle hebben wij als erg constructief ervaren. Er is naar onze mening
een duidelijke visie ontwikkeld met name ten aanzien van de ontwikkeling van onze stad. Wij
juichen het toe dat het bedrijfsleven daarbij een zo duidelijke pl aats krij gt. Ondanks alle