- 87 - keer In alle openbaarheid gevoerd moet worden, zonder daarover een standpunt In te nemen. Wij zijn het er trouwens niet mee eens.) Ik begrijp niet waarom u dan op dat moment die suggestie deed. De mogelijkheden die er nu blijkbaar komen om werklozen op te lelden tot stadswacht en die met behoud van uitkering te laten functioneren, zouden In de gegeven omstandigheden positief kunnen werken zoals het geval Is ln bijvoorbeeld Hoog Catharljne. De wijze waarop de voorzitter deze suggestie afdoet Is naar het oordeel van mijn fractie toch Iets te snel. Onze voorstellen houden zeker niet In om morgen 50 semI-pol Itleagenten op straat te sturen. Nee, de bedoeling Is eens te bekijken of In onze situatie In Leeuwarden Iets dergelijks gunstigs mogelijk zou zijn. De suggestie van de PvdA dat het wel meevalt met de criminaliteit omdat het In andere ste den even erg zou zijn overtuigt mijn fractie zeker niet. (Mevrouw De Haan-Laagland: Ik heb dat ln een ander kader gezegd. Ik heb gezegd dat mensen niet naar de stad komen, omdat zij misschien denken dat de criminaliteit hier zo hoog zou zijn. Dat heb Ik gerelativeerd In verge lijking tot andere steden.) Ten opzichte van het aantrekken van mensen, akkoord. Maar dat houdt toch ock In dat Je de suggestie daaruit zou kunnen horen dat het allemaal wel wat meevalt? Dat bedoelt u niet? (Mevrouw De Haan-Laagland: Nee, dat bedoel Ik niet.) /kkoord. Ik neem aan dat ock de voorzitter als hoofd van de politie erop uit Is maatregelen te treffen om de sociale veiligheid van de Leeuwarder burger te maximaliseren. In dat kader moet u de suggestie van mijn fractie plaatsen. Wat betreft de hondenbrigade, mijnheer de voorzitter, moet Ik u overigens met alle respect tegenspreken. Niet het onderkomen van honden of de beschikbaarheid van personeel Is een knelpunt. Vermoedelijk zult u bedoelen dat de financiën een probleem vormen. Maar dat hoor Ik nog wel. Overigens neem Ik aan dat u met mij van mening bent dat een hondenbrigade een uitste kende functie kan vervullen binnen het politieoptreden. Graag hoor Ik hierover nog een reactle. Mijnheer de voorzitter, tot slot nog een stemverklaring. Met motie I zijn wij het van harte eens, een goed verhaal. Motie II Is overgenomen door het college. Met motie III van het CDA zijn wij het Inhoudelijk eens. Ik heb de Indruk dat het wat een open deur Is. Het college Is het ermee eens, alle fracties zijn het ermee eens en het college voert al uit wat er In de motie staat. Niettemin Is de Inhoud akkoord. Motie IV. Aandacht voor het milieu Is een goede zaak. Wij zullen deze motie zëcer steunen. Motie V. Eveneens een goede zaak. Ik ga er overigens vanuit dat dit punt al een aanhoudende zorg van het college Is. Nogmaals, op zich dekoord met de motie. De moties VI en VII zijn Jngetrckken. Motie VIII van D66. Op dit moment lijkt mij de motie niet direct noodzakelijk. Ik wil de heer Ybema nog verwijzen naar een congres dat momen teel wordt gehouden. Een demografisch congres dat gaat over de zorgelijke ontwikkelingen In Europa en dat stellig ock gegevens voor ons land zal opleveren. Dark u wel, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Ik vang dan nu aan met de beantwoording van de verschillende sprekers. Ik heb mij even zitten afvragen of Ik voor mij zelf nog een positie In het "botenhuis" zou moeten bedenken. De enige resterende vaartuigen die mij te binnen wilden schieten waren een loodsboot, een reddingsboot en een brulboei. Ik houd het maar op de eerste boot. Ik heb toch nog enige behoefte om Iets te zeggen over de discussie over het democratisch gehalte. De adelbrief van de democratie Is gelegen ln de bereidheid te luisteren naar en rekening te houden met de mening van minderheden. Maar dat Is geen vrijbrief voor minderheden om daar op te leunen. Het Is veeleer een manier van met elkaar om gaan. Als Ik dan het laatste deel van het betoog van de heer Ybema van vanmiddag In mijn herinnering terugroep, dan noemt hij daar nou juist een aantal punten waarin althans naar zijn beleving de Inbreng van zijn par tij blijkbaar gescoord heeft. Tenslotte zal er altijd besluitvorming moeten plaatsvinden. In een democratie kan dat niet anders dan op basis van een stemming. Ik meen te mogen constateren dat door de bank genomen ln de raad van Leeuwarden verreweg de meeste besluiten worden genomen hetzij met algemene stemmen hetzij met een heel duidelijke meerderheid van stemmen. In een enkel geval Is er misschien eens een geringe meerderheid van stemmen, maar dat zijn de zeer uitzonderlijke gevallen. Tegen die achtergrond komt het mij voor dat wij over het democratisch - 88 - gehalte van het functioneren van de raad van Leeuwarden niet hoeven te klagen. Een consultatief referendum kan een middel zijn om In zeer speciale gevallen de mening van de bevolking te consulteren. Ik wil er wel op wijzen dat met een zëcere regelmaat consultatieve referenda plaatsvinden, namelijk één keer In de vier jaar als de bevolking gevraagd wordt een oordeel te geven over het geïntegreerde beleid zoals dat In de afgelopen periode heeft plaats gevonden. Ik zeg daarmee niet dat je niet op een enkelvoudig onderwerp een keer een con sultatief referendum zou kunnen loslaten. Integendeel, dat Is zeer wel denkbaar. Maar wij moeten het ock niet overtrekken en doen alsof dat nou Ineens de steen der wijzen Is. De heer De Beer heeft gevraagd of, als er maatregelen worden genomen ter opvulling van de vacature adjunct-secretaris, de raad dan wordt geïnformeerd. Voor zover dat relevant Is voor de raad c.q. commissies van de raad zal dat gebeuren. Ik wil u erop wijzen dat de vacature gemeen tesecretaris door de raad Is opgevuld. In mijn antwoord ln eerste termijn hebt u kunnen beluisteren dat gelet op de komende reorganisatie er een zëcere terughoudendheid zal zijn. Overigens staat nergens dat er een adj u net-secret ar Is moet zijn. Wel Is de wijze van benoeming van de adjunct-secretaris voorgeschreven, namelijk bij besluit van het college van b. en w. zoals met alle andere ambtelijke functies ock het geval Is. Voorshands komt het mij voor dat wij even met een vacature zullen moeten leven. De samenloop van het onderzoek rondom het p.r.-beleid met een onderzoek, als Ik het goed heb begrepen, van de VVV In samenspraak met de HEAO. Ik moet u zeggen dat voor zover Ik dat heb kunnen nagaan ons van dat laatste onderzoek niets bekend Is althans dat wij nimmer In enigerlei opzicht bij de besluitvorming daarover betrekken zijn. Mij Is gebleken dat niemand In dit huls daarvan op de hoogte Is. Het hoeft geen beletsel te zijn, want dat Is altijd een onderzoek op een deelgebied. Dat deelgebied maakt deel uit van het totale pakket waarover wij wellicht In het kader van de p.r.-nota komen te sprëcen. Het komt mij voor dat er geen enkel bezwaar Is om dat deelgebied dan alsnog een eigen bedding In dat geheel te geven. Een ding Is echter zeker. Als de VVV op eigen gezag tot een onderzoek heeft besloten en dat niet heeft kortgesloten In onze richting, dan krijg je Inderdaad langs elkaar schuivende elementen. Handhaving van de openbare orde Is primair een taak van de polItle. Ik houd dat staande. Ik denk dat je ock erg voorzichtig moet zijn om mensen die niet een behoorlijke oplelding/training hebben gehad In het omgaan met problemen op straat zo maar ln straatdiensten In te zetten. Het Is dezelfde terughoudendheid die Ik altijd zal verdedigen bij het Inschakelen van reservepol Itle, die bestaat uit mensen die wel een training hebben gehad. Ik ben van mening dat je de reservepolItle alleen In bepaalde situaties kunt Inzetten en dat je daar erg voor zichtig mee moet zijn omdat je te mdcen hebt met mensen die risico's lopen. Risico's waarvoor hun professionele opleiding niet die Inhoud heeft gehad. Dat neemt niet weg dat je best Iets kunt bederken. Ik kan best bedenken dat misschien parkwachters of lets van dien aard zouden kunnen worden tngeschakeld In de sfeer als de heer Rozema aangeeft. Maar ock dan zal tenslotte moeten blijken welke financiële offers daarvoor aan de dag gelegd moeten worden. Ik kom dan bij het andere punt. Ik ben van mening dat In de Nederlandse situatie de bekostiging van de politie een zaak Is van de rijksoverheid. Het Is ock altijd een zadc van de rijksoverheid geweest. Daar moet prin cipieel aan worden vastgehouden, want anders krljgen wij dezelfde drainage die ln de sector onderwijs reeds heeft plaatsgevonden. Het wordt dan heel gemakkelijk voor de rijksoverheid om te zeggen: De gemeenten leggen er zelf wel wat bij. Ik zie veel meer In een hergroepering van de politie, zoals In het befaamde en al veel bespreken PKP-rapport aan de orde Is. Ik heb er ock wel wat verwachtingen van. (De heer Rozema: Kan dit punt nog eens aan de orde komen ln de Commissie Openbare Orde?) Daar bestaat geen enkel bezwaar tegen. Ik moet ock nog Iets over de hondenbrigade zeggen. Voor zover Ik het kan Inschatten Is er wat dat betreft nauwelijks spreke van een financieel probleem. Daar zit naar mijn gevoel niet de crux. De crux zit Inderdaad In een paar overwegingen. A. Wil Je voor het politiewerk een hondenbrigade In het leven roepen? B. Als je dat wilt, heb je dan Inderdaad een aantal mensen binnen het apparaat die er aardigheid aan hebben en de tijd ervoor hebben? Ik heb het namelijk In een vorige gemeente meegemaakt dat een dergelijke brigade werd Ingeschakeld. Je kunt er heel nuttige diensten van krijgen, maar je moet er mensen voor hebben die een beetje hondegek zijn. Als je die mensen niet hebt, dan moet Je er nooit aan beginnen. (De heer Rozema: Naar mijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 45