- 93 - Ik. ga dan nu over naar de Frieslandhal, waarover de heren De Beer en Ybema hebben gespro ken. De heer De Beer zegt dat je kunt denken aan onder andere een bv, een nv, alle aandelen bij de gemeente, een raad van commissarissen en een ondernemingsplan. Hij zegt ock dat wij niet moeten vergeten dat de desbetreffende dienst een aantal teken verricht. Wij zijn ons dat bewust, mijnheer De Beer, en daarvoor hebben wij ock een reorganisatie op touw gezet. Het aan tal teken binnen de gemeentelijke organisatie Is zodanig uit zijn voegen gegroeid dat er aan een reorganisatie gedacht moet worden. Op dit moment zitten wij midden In het proces van reorganisatie. Iedereen, zowel het per soneel als de leiding, pleegt Inspradc over een eerste aanzet daartoe. Het lijkt mij dan ock niet verstandig om voor deze dienst - dat geldt In wezen ock voor het Woningbedrijf, mijnheer Ybema; Ik heb dat gistermiddag ock al gezegd - voor uit te lopen op de besluitvorming over de reorganisatie die In 1989 zal worden gepleegd. De plaats van de Frieslandhal na de reorganisatie zal van Invloed zijn op het bestuurlijke model In 1990. Als dat duidelijk Is dan blijft als probleem liggen - voor zover het een probleem Is - of wij tussen nu en 1990 een adequaat en slagvaardig beleid kunnen voeren met de bestuurlijke constructies zoals die op dit moment bestaan door middel van een commissie met beheersbevoegdheden. Naar mijn overtuiging Is dat de beste constructie die je In deze omstan digheden kunt hebben. De CDA-fractle zegt daarentegen dat zij In de commissie komt met voorstellen om genoemde constructie voor de periode tot 1990 bij te schaven. Wij wachten die met belangstelling af. Het college denkt er ock over na maar binnen het kader van de reorganisatie. De besluitvorming wordt zoals gezegd In 1989 afgerond. De heer Ybema heeft tot slot gezegd dat Ik niet ben Ingegaan op zijn vraag hoe het staat met de Nota Toeristisch Beleid. In het vorige raadsmemorandum was die nota opgenomen voor december. Voorbereiding van deze nota gebeurt door de medewerkers van de afdeling EBO. Deze medewerkers hebben de laatste maanden echter ontzettend veel werk moeten verrichten In het kader van de Vierde nota, zoals het doen van allerlei onderzoeken en het schrijven van stikken. In verband daarmee Is de Nota Toeristisch Beleid op dat moment van de lijst van actieve zeken afgevoerd. Wij moeten nu eenmaal keuzes meken. Ik heb echter goede hoop en Ik verwacht dat ock dat de nota In aprlI of mei bij de raad arriveert. Bedankt, voorzitter. De heer Heere (weth.): Voorzitter, de heer Koopmans heeft gevraagd om nog wat nader In te gaan op de situatie rond het maatschappelijk werk enz. In de Val er I uswljk Het Is al een tijdje zo dat vla met name het buurthuis blijkt dat er veel persoonlijke problemen zijn bij mensen die daar komen. Het blijkt ock dat sommige van die problemen In groepsverband negatief zowel In het buurthuis als In de omgeving doorwerken. In verband met die twee aspecten hebben de werkers die daar zitten nagegaan of het mogelijk Is om In overleg met het buurtcomlté en de gemeente met een gezamenlijke aanpdc die problematiek te lijf te gaan. Ik denk dat wij daarin geslaagd zijn. Inmiddels Is er een project opgezet waarbij jongerenwerkers van 't Vliet en opbouwwerkers en sociaal-cultureel werkers van de SWL samen met de MADI en op bepaalde punten de wijkagent zich die problematiek aantrekken en die Integraal aanpekken. De beheerder van dat buurthuis speelt daarbij als entree een centrale rol. De Instellingen hebben op zich genomen om hun Inzet In beroepskrachtentij d en wat daarbij hoort voor de komende tijd op een relatief hoog niveau te handhaven. Gisteren heb Ik het gehad over het doelgroepenbeleid van de MADI. Hier Is dus, maar dan ock nadrikkelljk vanuit een geconstateerde problematiek, voor een gezamenlijke wijkgerichte aanpek gekozen, waarin de MADI heel positief meedoet. Namens het college spreek Ik uit dat wij waardering moeten hebben voor de constructieve manier waarop buurt en werkers op deze zaek hebben Ingespeeld. Ik hoop van harte dat dat ock bijdraagt tot een oplossing van de problemen die daar zijn. Ik wil op dat punt hiermee volstaan, voorzitter. Ik zou bijna In de verleiding zijn gekomen om toch nog een reactie te geven op de Inter ventie van de heer Ybema naar aanleiding van wat wij gisteren tegen elkaar hebben gezegd. Maar u, mijnheer de voorzitter, hebt het gemeentelijk smaldeel als een zo bekwame loods langs de klippen van het consultatief referendum gemanoevreerd, dat Ik vind dat Ik Inmiddels de thuisha ven wel heb bereikt. Mevrouw VI Jetstra (weth.): Voorzitter, er zijn drie punten waar Ik op In zou willen gaan. Ik wil beginnen met het minimabeleid. Ik heb begrepen dat daarover door de PAL-fractle In eerste Instantie Is gezegd dat zij een teneur In het beleidsplan leest waarbij het minimabeleid een uithangbord zou worden van het gemeentelijk beleid. In tweede Instantie heeft PAL dat toch wat genuanceerder uitgesproken, In die zin dat men bang Is dat stedelijke vernieuwing ten koste gaat van het bestrijden van maatschappelijke ongelijkheid. (De heer Meerdlrk: Ik heb dat In eerste Instantie gezegd.) Ik heb dat In uw algemene beschouwingen niet kunnen lezen. Ik was er gisteren niet, maar misschien hebt u Iets anders gezegd dan u geschreven hebt. De tweede benadering spreekt mij meer aan. Die angst Is best reëel. Wij hebben nu juist geprobeerd In het beleidsplan te zeggen dat het wat ons betreft die kant niet op mag gaan en dat het Inderdaad zo Is dat economische versterking aan de ene kant en minimabeleid aan de andere kant twee zijden zijn van dezelfde medaille. Het begrip slamese tweeling sprek de heer Meerdlnk niet zo aan, maar misschien Is dat wel het geval met het begrip twee kanten van dezelfde medal I Ie. Ik heb het beleidsplan er nog eens op nagelezen, maar Ik moet zeggen dat Ik de teneur die de heer Meerdlrk daarin ontdëct heeft volstrekt niet kan ontdekken. In die zin sprak het betoog van de PvdA mij meer aan, namelijk dat stedelijke versterking en uitbouw van het economisch draagvldc geen doel In zich Is maar een middel Is om de werkgelegenheid te verbeteren en voor zieningen In stand te houden. Niet In de eerste plaats In het belang van de economisch sterkeren, maar juist ock ten behoeve van de economisch zwdckeren. Die twee zaken horen ock wat het college betreft onlosmakelijk bij elkaar. Minimabeleid moet wat mij betreft niet gezien worden als, wat Elske ter Veld een tijdje geleden zo treffend noemde, hansaplast-soctal Isme. Ik denk dat minimabeleid een zodanige vorm zal moeten krij gen datje dat binnen alle terreinen van het gemeentelijk beleid terugziet: woonlas- tenbeleld, onderwijsbeleid, welzijnsbeleid enz. Wat dat betreft denk Ik dat wij met de PAL- fractle op een lijn zitten. De VVD zegt dat minimabeleid een zadc van de landelijke overheid zou moeten zijn en dat de gemeente zich daar dus niets aan gelegen zou moeten laten liggen. Op zich zijn wij het er denk Ik over eens dat zeker het Inkomensbeleid een zadc zou moeten zijn van het rijk. Wij hebben dat In de raad ock nooit bestreden. Als Je vervolgens constateert dat het rijk het wat dat betreft toch wel laat afweten, dan denk Ik dat je als gemeente niet anders kunt doen dan voor Je eigen burgers proberen die financiële positie zo gunstig mogelijk te meken. Het gaat niet aan om dan te zeggen: Sorry Jongens, het Is een taek van het rijk, het rijk laat het afweten en vervolgens doen wij er ock niets aan. Ik vind het bijna een kwestie van beschaving om als gemeente - de eerste overheid voor de burgers waar zij mee te meken hebben - op dat terrein alles te doen wat In het vermogen ligt. Dat daarbij het risico aanwezig Is dat het rijk daar een legitimatie In ziet om minder te doen - de heer Ybema bracht dat naar voren; dat risico kan er Inderdaad zijn - laat onverlet dat wij op dit punt onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Ik kom nu bij het tweede punt, het onderwijs. Het CDA heeft heel concreet gevraagd wat er gebeurt om ervoor te zorgen dat In het komende studiejaar het onderwijs In eigen taal en cultuur beter aangepakt gaat worden. Ik deel de zorg van het CDA als het gaat om de Inhoud van het onderwijs In eigen taal en cultuur. In het verleden hebben wij daarover, onder andere bij de behandeling van de Nota Onderwijs aan allochtone leerlingen, al vdcer met elkaar gediscussieerd. Onlangs Is door de Marokkaanse organisatie In Leeuwarden ock een nota uitgebracht over het onderwijs In eigen taal en cultuur. Dat rapport bevestigt In feite het beeld dat wij al hadden, namelijk dat er een aantal knelpunten bestaat. Ik deel niet de zorg van het CDA dat het overleg slecht verloopt. Er bestaat al een aantal jaren een werkgroep Begeleiding onderwijs aan allochtonen. Deze werkgroep heeft destijds ock genoemde nota opgesteld. Ock na het vaststellen van de nota Is de werkgroep aan het werk geble-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 48