- 6 -
geen misverstand over laten bestaan dat een beleid gericht op de versterking van de economische
positie van de stad, waar Ik net over spreken een gericht beleid voor kansarme groepen voor
de PvdA bij elkaar horen als was het een slamese tweel Ing. Niet alleen omdat er een nauw ver
band bestaat tussen de positie op de arbeidsmarkt en de sociale positie waarin mensen verkeren,
maar ock omdat er een groep uitkeringsgerechtigden is die, zelfs bij het krachtigste werkgele
genheidsbeleid, niet of nauwelijks kans heeft op betaald werk. Dat geldt vooral voor langdurig
werklozen boven de 50 jaar, arbeidsongeschikten en oudere bijstandsvrouwen zonder werkervaring.
Verlaging van de uitkeringen voor deze groepen zou werkelijk desastreus zijn. Een gericht
doelgroepenbeleid moet dan ock binnen het welzijnsbeleid absolute voorrang houden. Het onder
wijsvoorrangsbeleid moet worden voortgezet om kinderen uit deze groepen betere startkansen te
bieden.
Ock houden wij onverkort vast aan de prioriteit die de gemeente aan het minimabeleid
geeft. Het belang daarvan neemt alleen maar toe zolang er een kabinet zit dat deze groepen ock
bij een oplevende economie nog op een achterstand zet. Wij zijn dan ock heel benieuwd naar de
voorstellen die de Stuurgroep Minimabeleid bezig is te ontwikkelen met betrekking tot een
beleid inzake tariefstelling, invordering, kwijtschelding, voorlichting en het onttrekk ingen-
beleld voor wat betreft het Gemeentelijk Studiefonds. Op welke termijn kunnen wij welke voor
stellen tegemoet zien? En wat vindt het college van de pogingen van de gemeente Nijmegen om
particuliere fondsen te laten deelnemen aan een daar bestaand "Bufferfonds"? De automatische
kwijtschelding met Ingang van 1 januari 1989 is overigens een stap vooruit.
De herorlënteringsgesprekken met langdurig werk lozen kunnen zinvol zijn, indien hen dan
ock maar het perspectief op betaald werk wordt geboden. Volgens het beleidsplan Is de desbe
treffende stuurgroep bezig een en ander nader te onderzoeken. Is het al bekend in welke rich
ting mogelijke voorstellen gaan? Scholing is ock hier een sleutelbegrip. In Nijmegen werkt men
met een vier-fasenaanpekvan opvang via I eer-werk projecten en een gesubsidieerde baan naar
regulier betaald werk. Worden vla de VNG of rechtstreeks dit soort ervaringen uitgewisseld? Wat
ons In de aanpék van Nijmegen ook aanspreéct is het bestaan van een gi Idenproject. Ouderen en
arbeidsongeschikten voor wie werk echt een gepasseerd station is, stellen hun kennis en
ervaring ter beschikking aan jongeren die een ambacht willen leren. Een gunstig neveneffect Is
dat ouderen daarmee hun sociaal isolement kunnen doorbrëcen.
Tenslotte Is het belangrijk inzicht te hebben in de vraag welke voorzieningen vooral ten
goede komen aan groepen met een minlmumlrkomen. Bij bezuinigingen of tariefstelIing kan dan met
die wetenschap rekening worden gehouden. In Amsterdam is men al ver met zo'n onderzoek. Kan het
college ons daaromtrent nader informeren zodat wij in Leeuwarden over dit onderwerp een beter
gestructureerde discussie kunnen voeren?
Mijnheer de voorzitter, Investeren in stedelijke voorzieningen voor méér werkgelegenheid
en een groter bevolk Ingsdraagvlek en uitbouw van het beleid voor kansarme groepen zijn voor
nemens die geld kosten. De bezuinigingsmethodiekzoals aangegeven In het collegeprogramma,
vormt voor de PvdA nog steeds een richtlijn. Maar daarmee is vergroting van de financiële
ruimte voor nieuw beleid nog geen feit. Zonder nu vooruit te lopen op de herwaarderingsoperatie
in het voorjaar, wil Ik hier enkele mogelijkheden noemen om op termijn enige financiële ruimte
te creëren. Pas In een later stadium zullen wij hierover een definitief standpunt bepalen.
In de eerste plaats is een zekere verlaging van de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding
derkbaar ten gunste van de uitvoering van het beleid. Voorts vragen wij het college te onder
zoeken wat de mogelijkheden zijn om binnen het ambtelijk apparaat besparingen te realiseren.
Resultaten van een dergelijk onderzoek kunnen betrekken worden bij de nieuwe organisatie van
het apparaat. In de derde plaats Is nóg kritischer aandacht nodig voor de effectiviteit van
"elke" bestede gulden. Vaker zal moeten worden nagegaan wat het geld ter uitvoering van poli
tieke wenselijkheden nu oplevert.
Verder mogen wij op termijn extra Inkomsten verwachten als een beleid, gericht op het bin
den van werkenden aan Leeuwarden inclusief de hogere Inkomensgroepen, inderdaad slaagt.
Ock is duidelijk dat er maximale creativiteit aangewend moet worden om externe middelen
aan te boren bij provincie, rijk en Brussel. Wat dit laatste betreft vragen wij ons af of het
geen aanbeveling verdient om samen met de Vereniging van Friese Gemeenten (VFG) en de provincie
iemand in dienst te nemen, die ock Leeuwarden de weg wijst in het moeilijk toegankelijke oer
woud aan EG-subsidieregelingen. Ock op het bedrijfsleven mag een beroep worden gedaan als het
gaat om projecten die het vestigingsklimaat rechtstreeks ten goede komen. Naast publ lek-private
samenwerking bij projecten op het grensvlk tussen marktsector en overheidsinvesteringen, vin
den wij sponsoring van publieke voorzieningen onder bepaalde voorwaarden ock zeer bespreekbaar
of zelfs gewenst. Bij SC Cambuur wordt dat algemeen geaccepteerd en toegejuicht, terwijl de ge
meente jarenIang de grootste externe geldgever was. Sponsoring van een verbouwde Harmonie, al
dan niet met concertzaal, kan realisering van dit project evenzeer dichterbij brengen.
Tenslotte is er de mogelijkheid van het verhogen van de belastingen. In het beleidsplan
schrijft het college die mogelijkheid niet te willen uitsluiten. Voor de PvdA is belastingver
hoging alleen verantwoord als dit gepaard gaat met een zorgvuldig kwijtscheldingsbeleid. En dan
nog hebben wij er moeite mee, wanneer overtrendmatige belastingverhoging zonder meer als een
algemeen dëck Ingsmi ddel zou gaan fungeren. Wij willen een dergelijke belastingverhoging kunnen
afwegen tegen een concreet gedefinieerde extra bezuiniging op bestaand beleid. Pas als die
informatie er bij wordt geleverd en ock als de effecten op het eerdergenoemde beleid ter ver
mindering van het aantal forensen zichtbaar worden gemaakt, kan de gemeenteraad een en ander op
een zuivere manier afwegen. Mijnheer de voorzitter, Ik wil tenslotte nog enkele bel ei dsterrei-
nen heel kort en noodgedwongen selectief langslopen.
Milieubeleid. Voor zover dit beleid in de raad aan de orde komt gaat het altijd om
deelaspecten. Een meer samenhangende benadering wordt mogelijk als het college straks wettelijk
verplicht wordt periodiek over de uitvoering van het totale milieubeleid te rapporteren. In
hetze 1 fde kader blijven wij aandringen op de totstandkoming van een milieubeleidsplan. Ock
dringen wij aan op prioriteit voor de handhaving van milieuwetten en op een actieve inbreng in
OLAF-verband om te komen tot gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval, voor
zover dat niet door de mensen zelf wordt gecomposteerd. Composteert de gemeente zelf overigens
ock de grote hoeveelheden plantsoen- en bermafval?
Voorts wil Ik meedelen dat de PvdA-fractie in de eerste helft van 1989 met een milieu
notitie zal komen. Daarin wordt zowel aandacht besteed aan de aanpek van de bestaande milieuta
ken (bijvoorbeeld de Hinderwetgeving) als aan mogelijke initiatieven ter voorkoming van nieuwe
milieuproblemen (bijvoorbeeld projecten ter bevordering van het milieubesef en voorlichtingsac
tiviteiten)
Verkeer en vervoer. Er zijn voorbeelden van verzekeringsmaatschappijen die uit welbegrepen
eigenbelang verkeersvei I igheldsprojecten sponsoren. Te denken valt aan voorlichtingsactivitei
ten. Wat ligt meer voor de hand dan juist in Leeuwarden, met zoveel bedrijven In deze branche,
een dergelijk project op te zetten?
Voor wat betreft de verkeersverbindingen met de rest van Nederland het volgende. Is het
Juist dat minister Smit-Kroes aan het Van Har i nxmek anaal het kar ek ter van grootscheepvaartwater
wil ontnemen? En wat voor actie onderneemt het college in dat geval?
Volgens het Striktuurschema Verkeer en Vervoer Is Leeuwarden niet verzekerd van een
directe aansluiting op het Intercity-Eurocityspoorwegnet, dit in tegenstelling tot Groningen.
Vooral de rol van minister Nijpels vinden wij kwalijk. Zijn verwijzing naar de Vierde nota over
de ruimtelijke ordening is niet alleen voorbarig, maar illustreert ock treffend hoe belangrijk
voor Leeuwarden de formele knooppuntstatus is, ock al wordt die dan gedeeld met Groningen. De
toezeggingen van de minister over zekere knooppuntfaci I itelten voor Leeuwarden beginnen nu al
op een fopspeen te lijken. Over de noodzaek om Leeuwarden op het Intercity-Eurocityspoor
wegnet aan te sluiten dienen wij hierbij een motie in.
Mijnheer de voorzitter, de motie is betrekkelijk uitvoerig beargumenteerd. Wij verzoeken
het college dit standpunt over te brengen aan de Tweede Kamer, maar ock een kopie te sturen aan
provinciale staten van Friesland en de gemeenteraden in Friesland met het verzoek hieraan adhe
sie te betuigen.
Motie I.
"De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 en 13 december 1988,
kennisnemende van het recent gepubliceerde concept-Strik tuurschema Verkeer en