- 99 - bij, namelijk dat deze provincie voor wat betreft de groei van het aantal Inwoners ock een ander beeld oplevert dan de andere provincies In dit land. Kortom, voorzitter, naar mijn over tuiging Is de motie overbodig. Wij weten precies wat er moet gebeuren. Ik wil de motie ontra den De heer Rozema heeft nog een keer aangegeven dat het milieubeleid voor wat betreft zijn fractie een hoge prioriteit heeft. Wij zullen ons daarvan rekenschap geven. Ik wil tot slot verwijzen naar de mllleunota die binnenkort verschijnt. De heer Heere (weth.) heeft Inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming over de moties. Ik begin met motie I. Wil mevrouw De Haan deze motie nog aanvullen? In eerste termijn Is te kennen gegeven dat wellicht de zin "dat door de minister van VROM, de heer NIjpels, Is toegezegd dat Leeuwarden aanspraek kan meken op stedelIjke knooppuntfac!IItelten" In de overwegingen zou kunnen worden opgenomen. (Mevrouw De Haan-Laagland: Dat lijkt mij een zinvolle aanvulling en Ik wil graag dat die In de motie wordt opgenomen.) Motie I wordt aangevuld met als tweede constatering: "dat door de minister van VROM, de heer NIjpels, Is toegezegd dat Leeuwarden aanspraak kan maken op stede lijke knooppuntfacl I Itelten." Zijn er stemverklaringen? De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, Ik heb gewacht op het moment dat bekend zou zijn hoe de moties precies zouden lulden. Mijn fractie zal deze motie, Inclusief de toevoeging, steunen. De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming over de aangevulde motie I Ingediend door mevrouw De Haan. Motie I van de dames De Haan-Laagland en Van der Kloet wordt aangenomen met algemene stem men. De Voorzitter: Motie II Is door het college overgenomen. Aan de orde Is de stemming over motie III van het CDA met betrekking tot het stedelijk knooppunt. Zijn er stemverklaringen? Als dat niet het geval Is dan breng Ik nu de motie In stemming. Motie III van de heren Koopmans en Bilker wordt aangenomen met algemene stemmen. De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming over motie IV van het CDA. Ten aanzien daarvan heb Ik uit de discussie begrepen dat aan het dictum zou kunnen worden toegevoegd na de woorden "de vaststelling van het Provinciaal Afvalstoffenplan" de zinsnede: "en het college te ver zoeken met een voorstel naar de raad te komen voor een project gericht op de gescheiden ophaal van afval De heer Koopmans: Na de uiteenzetting van de wethouder zit Ik mij af te vragen wat nu de werkelijke waarde van deze toevoeging Is. De wethouder heeft In feite datgene wat wij vragen zojuist toegezegd. Ik zou de motie willen handhaven zoals Ik die heb Ingediend. (Mevrouw De Haan-Laagland: Interpreteer Ik de opmerking van wethouder MIedema goed dat hij zegt dat hij - 100 - deze motie overneemt Nee, de wethouder heeft gezegd dat hij voor juli 1989 met concrete voorstellen komt die erop gericht zijn om In januari 1990 te starten met de proef. (Mevrouw De Haan-Laagland: Ik heb niet begrepen van wethouder MIedema dat hij niet bij de provincie wil aandringen op...) In een eerder stadium heeft wethouder MIedema namens het college gezegd dat dit een goede ondersteuning van het col legebeleld zou zijn. (De heer MIedema (weth.): En daar blijf Ik bij.) De Voorzitter: Ik wil wel graag weten wat mij nu te doen staat. Begrijp Ik goed dat de motie wordt gehandhaafd? (De heer Koopmans: Ik handhaaf de motie en Ik zou graag willen dat u die In stemming brengt.) De motie wordt dus niet aangevuld? De heer MIedema (weth.): Als deze zask tot moeilijke discussies leidt, mijnheer de voor zitter, dan Is de simpelste oplossing dat Ik de motie overneem. De Voorzitter: Motie IV wordt overgenomen. Het college neemt Inhoudelijk de actie zoals In de motie staat verwoord. Ik ga naar motie V van het CDA met betrekking tot het convenant hbo. Zijn er stem vork I arIngen? De heer Meerdlnk: De heer Koopmans heeft zijdelings opgemerkt dat er ontwikkelingen gaande zijn die het aannemen van deze motie noodzakelijk mdcen. Die ontwikkelingen zijn mij ontgaan en Ik wil die nog graag eens van hem horen. De heer Koopmans: Voorzitter, dat was natuurlijk niet zijdelings. Ik heb In mijn betoog gezegd dat er met name ontwikkelingen dreigen ten aanzien van de positie van het Conser vatorium. Wij vinden dat dat ock een aanslag Is op de hbo-cluster In onze stad. Overeenkomstig het convenant zou dat niet behoren te gebeuren. De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming over motie V. Motie V van de de heren Koopmans en Krol wordt aangenomen met algemene stemmen. De Voorzitter: De moties VI en VII zijn Ingetrokken. Aan de orde Is de stemming over motie VIII van D66. Zijn er stemverklaringen? De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, gezien de uitleg van wethouder Timmermans vinden wij deze motie overbodig. Wij zullen derhalve de motie niet steunen. Motie VIII van de heren Ybema en Helns wordt verworpen met 31 tegen 1 stemmen. (Voor de motie stemt de heer Ybema van de fractie van D66.) Punt 1b (bijlage nr. 250). De Voorzitter: Aan de orde Is Vaststellen van het beleidsplan 1989-1993.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 51