- 103 - Mocht blijken dat goede projecten - f 140.000,Is natuurlijk een bedrag waar je In deze sec tor niet zoveel mee kunt doen - niet doorgang kunnen vinden In verband met de financiën dan vinden wij het een goede zaak dat tijdig teruggekoppeld wordt naar de Commissie voor Econo mische Zeken en Bedrijven. De heer Meerdlrk: Onze fractie vindt het jammer dat de meeste voorstellen voor nieuw beleid vrij laat zijn gekomen. Daardoor konden zij niet In de afdel Ingsvergaderlngen meegenomen worden. Ock vinden wij het jammer dat voor de behandeling In de diverse commissievergaderingen van de voorstellen geen lijstje ter Inzage Is gelegd van de voorstellen die ln het voorcircuit gesneuveld zijn. Met de meeste voorstellen die genoemd zijn ln voorliggende raadsbrlef kunnen wij het op dit moment wel eens zijn. WIJ zijn het niet eens met voorstel 4. Uitbreiding kinderopvang. De técst van dit raadsvoorstel Is Inmiddels aangepast. Bijna aan het eind staat: "Van dit bedrag Is reeds f 30.000,beschikbaar." Er staat niet meer "...beschikbaar gesteld." Er wordt f 17.000,toegevoegd aan de middelen voor de kInderopvang. De bedoeling was dat die middelen toereikend zouden zijn om een samengaan van de Stichting Kinderdagverblijven en het Gastouder project mogelijk te meken. Nu hebben belde Instellingen ln brieven en tijdens gesprekken met het college en ock tijdens ambtelijk overleg naar voren gebracht dat dat bedrag ontoereikend Is om het samengaan kwalltlef mogelijk te meken. Wil je ln Leeuwarden een kwalItatlef goede kInderopvang hebben dan zal er meer dan f 17.000,beschikbaar gesteld moeten worden. Het gevaar dreigt dat, doordat er slechts f 17.000,beschikbaar wordt gesteld, het samengaan van belde Instellingen ln 1989 nog niet zal plaatsvinden maar dat dat wordt uitgesteld totdat er meer zekerheid Is over de gelden die vanuit het werk van de CommIssIe-0ort beschikbaar gesteld zullen gaan worden. Om onze wensen vorm te geven hebben wij een motie geformuleerd die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, In vergadering bijeen op 13 december 1988, overwegende: - dat k Inderopvang een belangrijke prioriteit Is In het kader van het gemeente lijk emancipatiebeleid dat een absolute hoofdprioriteit Is; - dat kinderopvang aan zekere eisen van deskundigheid, veiligheid en conti nuïteit moet voldoen; - dat het In verband met de genoemde kwalItelt, de gewenste samenhang van acti viteiten en een doelmatige besteding van de middelen, gewenst Is dat de Stichtingen Kinderopvang Leeuwarden en Gastouderproject samengaan; - dat met het samengaan een adequate voorziening tot stand kan komen met het oog op de te verwachten capaciteitsuitbreiding; - dat In verband daarmee door belde stichtingen aanvragen zijn Ingediend die slechts ten dele, en dus onvoldoende, zijn gehonoreerd In het kader van nieuw beleid; - dat het ontbrekende bedrag van f 46.000,een belemmering vormt om het samen gaan van bovengenoemde stichtingen In 1989 reeds gestalte te geven, besluit In 1989 aan de Stichting Kinderopvang Leeuwarden en het Gastouderproject f 46.000,extra ter beschikking te stellen en dit eenmalig te dekken uit de middelen van nieuw beleid." De motie Is mede-ondertécend door Katja Westra. (De Voorzitter: De motie Is voldoende ondersteund en maekt deel uit van de beraadslagingen.) Over de dekking heb Ik ln de motie niets aangegeven. De heer Herrema heeft voorgesteld om f 15.000,uit de post uitbreiding formatie EB0 te halen. Wij dachten er ock aan om het bedrag van f 46.000,uit die post te halen. De uitbreiding van de formatie van de afdeling EBO ten behoeve van de automatisering willen wij voorlopig uitstellen of slechts gefaseerd Invoeren - 104 - voor een beperkt aantal uren. In 1990, wanneer er meer zekerheid Is over de Oort-gelden, kan die uitbreiding dan volledig gestalte gegeven worden. Het gaat dus om een eenmalige bijdrage uit de middelen van nieuw beleid. De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, mijn fractie kan Instemmen met de aanpassing van de begroting ten behoeve van nieuw beleid, met uitzondering van punt 4. Uitbreiding kInderop vang. Het lijkt mij niet nodig om op dit moment de argumenten te herhalen die Ik ock In de algemene beschouwingen heb genoemd. Kortheidshalve verwijs Ik daarnaar. Wat betreft de moties wil Ik graag eerst de reactie van het college afwachten. De heer Kessler (weth.): Er zijn een aantal algemene punten naar voren gebracht. Ik weet niet ln hoeverre het nodig Is om daarop In te gaan, maar misschien wil mevrouw Vlletstra streks Ingaan op de opmerkingen van de heer Herrema over het minimabeleid. De heer Herrema heeft overigens gelijk dat wij met de constructie die wij nu voorstellen een uitzondering mdcen op de algemene regel. WIJ hebben Incidenteel voor 1989 een meevaller meegenomen. Ik kom nu bij de twee keuzepunten die vanuit de raad naar voren zijn gebracht. Ten eerste de motie van de heer Herrema. Deze motie Is technisch uitvoerbaar. Ik kan mij ock wel voorstellen dat die Is Ingediend. Het Is Inderdaad zo dat wij bij de afweging van alle middelen voor nieuw beleid een heel scherpe afweging hebben moeten maken. Het onderdeel marktsector Is er bëoald afgekomen In die zin dat f 25.000,voor de toch voor een deel belangrijke ont wikkelingen die hier aan de gang zijn niet zo heel erg veel Is. Vandaar dat Ik op zich zelf een aanvulling van dit bedrag met f 15.000,kan onderschrijven. De diking die de heer Herrema voorstelt Is ock mogelijk. Er zit op dit moment In de resturenpost nog een bedrag van f 15.000,Het gaat daarbij om structurele middelen die tot stand zijn gekomen als gevolg van het feit dat wij niet alle functies meer voor 38 uur maar voor 36 uur vervullen. Dat zijn middelen die tot voor kort voor een deel ock bestemd werden om knelpunten op te lossen. Dit zou je als een knelpunt kunnen typeren. Wat dat betreft Is In Ieder geval voor 1989 een bedrag beschikbaar van f 15.000,Dat zou je ln mindering kunnen brengen van punt 6 en dat zou je kunnen toevoegen aan punt 5a. Ik hoef op zich zelf de motie op Inhoudelijke en op flnancleel- technlsche gronden niet te ontraden. Het college Is bereid om deze motie over te nemen. Dat ligt anders met de motie van de heer Meerdlnk. Ik zal de beantwoording daarvan voor mijn rekening nemen, want de heer Heere Is ln verband met feestelijke omstandigheden niet meer aanwezig. Wij wijzen deze motie af. In de eerste plaats vindt het college de door de heer Meer dlnk aangegeven financiële dekking niet acceptabel. In de tweede plaats vinden wij de motie ock op Inhoudelijke gronden niet erg noodzakelijk. Er gaan twee Instellingen met elkaar samen werken. In het algemeen levert dat, tenminste bij heel veel andere organisaties, efflclëntle- voordelen op. Je zou dus eerder verwachten dat men met minder geld toe zou kunnen. Hier wordt het tegenovergestelde bepleit. Ik denk dat het In dat verband niet noodzakelijk Is. Daarnaast wil Ik toch ock melden dat er een plan voor de kInderopvang ln voorbereiding Is, waarin aan dit punt ock verder aandacht zal worden besteed. Mevrouw Vlletstra (weth.): Ik wil een aantal opmerkingen maken over het minimabeleid. De VVD is tegen punt 2 van het raadsvoorstel, de kort!ngsregelIng minima. In het licht van de algemene beschouwingen van de VVD Is dat verklaarbaar. Het verbaast mij wel dat de VVD-fractle niet tegen punt 3 van het raadsvoorstel Is dat gaat over de aanschrijvingsregeling minima. Ock dit Is een maatregel die getroffen Is ln het kader van het minimabeleid. Misschien geeft de heer De Beer daar een andere Inkleuring aan. Het lijkt In Ieder geval wat selectief. De PvdA-fractle zegt terecht dat minimabeleid ambitieus mag zijn. Ik denk zelfs dat het ambitieus moet zijn als je kijkt naar het grote aantal uitkeringsgerechtigden ln onze stad. Op dit moment wordt gewerkt aan de concretisering van een kortingsregeling. Wij zijn daar al vrij ver mee. Ik ben het met de heer Herrema eens dat die regeling niet stigmatiserend mag zijn. Wij zullen proberen een zodanige constructie te ontwerpen dat die dat niet Is. Wat het voorstel dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 53