- 120 -
nemen. Ock daar rust een verantwoordelijkheid. WIJ vinden wel dat het heel moeilijk Is als door
het bezuinigingsbeleid dat de gemeente toch al een aantal jaren gedwongen wordt te voeren, de
Instellingen tot vrij krappe budgetten terug worden gedrongen. Een dergelijke situatie maakt
het op zich heel moeilijk om een beroep te doen op deze instellingen om zelf deze activiteiten
over te nemen. Het gaat allemaal om activiteiten die dan wel ten koste moeten gaan van andere
activiteiten van Instellingen.
Wij vinden dat geen goede werkwijze. Het college geeft eigenlijk zelf de oplossing al aan:
In het voorjaar van 1989 moeten wij ons nader beraden op de situatie die nu is ontstaan. Wij
moeten dan met het oog op het jaar 1990 kijken welke prioriteiten wij moeten stellen. Dat wij
prioriteiten moeten stellen Is duidelijk, maar over de vraag welke prioriteiten moeten wij In
het voorjaar van 1989 met elkaar spreken. Het college stelt ock voor om !n nauw overleg met de
Commissie voor Welzljnsaangelegenheden te komen tot een soort afwegingskader, een beleidskader
wordt het genoemd, om op grond daarvan de keuzes te doen op grond van het veel geringere
budget. Dat vinden wij een heel verantwoorde aanpzk van de situatie waar wij voor staan. Die
aanpek moet dan ock al Ie k ans krJj gen. De pijnlijke afwegingen die moeten worden gedaan horen
dan ock In dat kader thuis. Dat betekent ock In onze visie dat niet nu voorafgaand aan die
afweging en aan die discussie al een aantal zaken geregeld moet worden. WIJ vinden dat geen
verantwoorde manier van handelen.
Voorzitter, u merkt dat de inbreng en het standpunt van D66 wat dit punt betreft geheel In
de lijn is met motie I die zo pas door de heer Meerdlnk Is Ingediend. Het zal u dan ock niet
verbazen dat die motie zeker de steun van D66 krijgt.
Voor de rest van het programma heeft mijn fractie geen opmerkingen.
De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, mijn fractie heeft veel waardering voor het werk
dat verricht ïs voor de opstelling van dit programma. In grote lijnen kan Ik dan ock Instemmen
met de voorstellen. De beslissing om de post Onvoorzien te verhogen tot f 50.000,lijkt mij
In de gegeven financiële situatie een verantwoorde keuze. Bij twee onderdelen wil mijn fractie
nog een opmerking mek en.
In de eerste plaats een opmerking bij het onderdeel Emancipatie, namelijk de subsidie die
gegeven wordt aan het Lesbisch Archief en de NVIH. Naast principiële bezwaren is het toch ock
wel wat overdreven om bijna 25? van de op stedelijk niveau beschikbare middelen te besteden aan
deze twee groepen.
Het andere punt handelt over de k Inderopvang. Tijdens de algemene beschouwingen Is hier
over het een en ander gezegd. Mijn fractie Is tegen de voorstellen op deze punten.
Nog een reactie op de moties. De motie van het CDA over de Blauwe Stoep betreffende de
subsidieaanvraag voor activiteiten voor mensen zonder werk. De motie Is qua inhoud bijzonder
sympathiek. Ik mis echter de financiële onderbouwing. Zonder een zekere onderbouwing lijkt het
mij toch erg moeilijk om, zeker ock gezien de moeilijke financiële situatie, de motie te
ondersteunen. Ik wacht daarom met belangstelling het antwoord van de wethouder af.
Datzelfde geldt voor motie nummer I van de PAL-fractle. Een belangrijk punt lijkt mij of
Inderdaad de dëcklng gezocht kan worden In het overschot projecten voor mensen zonder werk. Ik
ben daar erg nieuwsgierig naar.
Motie II van PAL lijkt mij helemaal geen probleem. Het lijkt mij zelfs een goede zask om
dit In een discussie eens te bespreken en afhankelijk van de standpunten daar een beslissing te
nemen.
Ik dank u.
Mevrouw De Haan—Laagland: Mijnheer de voorzitter, Ik wil nog graag een vraag toevoegen aan
de serie vragen die gesteld en de opmerkingen die gemaakt zijn naar aanleiding van het sociaal-
cultureel programma. Ik doe dit naar aanleiding van het betoog van de heer Meerdlnk en de heer
Ybema over het criterium van doorstroming naar een baan. De heer Meerdlnk doet alsof dat een
criterium Is dat van het rijk komt en dat wij daar kldckeloos van overnemen. De heer Ybema doet
alsof het college het criterium zelf bedacht heeft. Ik wil de wethouder nog eens zeer nadrikke-
- 121 -
lijk vragen wat wij daar als raad over afgespreken hebben In het Sociaal-cultureel Plan. Daarin
heeft de raad het beleid vastgelegd en daarin is nadikkelljk prioriteit ultgesprcken voor dat
criterium. Kan de wethouder In eerste instantie aangeven hoe een en ander precies !n het
Sociaal-cultureel plan staat geformuleerd?
De heer Heere (weth.): Voorzitter, het lijkt mij het beste dat ik de verschillende spre
kers op de voet volg. Ik zal hier en daar Iets overslaan, omdat dat door collega's zal worden
behandeld en hoop dan de zaek toch rond te krijgen.
Ik wil eerst Iets zeggen over de rljksverantwoordel Ijkheld die nu exit Is en waarvoor de
gemeentelijke verantwoordelijkheid in de plaats is gnomen. De heer Schade heeft gezegd dat de
prijs die wij daarvoor moeten betalen toch wel wat hoog Is. Zeven ton Is een bezuiniging die er
nogal Inhakt. Ik ben dat geheel met hem eens. De heer Schade weet overigens natuurlijk ock dat
die zeven ton niet rechtstreeks aan deze sector en dit programma wordt doorberekend, maar eerst
op de grote bult van mintekens terecht komt, waarna vervolgens weer wordt gekeken waar de klap
pen moeten vallen. Daar hebben wij het dan In het voorjaar over.
Het is niet een verdediging van de bezuinigingen van mijn kant, maar wel een toelichting
In die zin dat die negentig miljoen waarover door een aantal sprekers Is gespreken, het
resultaat is van onderhandelingen op landelijk niveau tussen de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten VNG) en de minister van WVC, in een poging om door een versnelling van de decentra
lisatie, het eerder van kracht doen worden van de Welzijnswet en het overhevelen van geld te
voorkomen dat er wellicht nog een aantal malen gekort zal gaan worden. In dat veld van
onderhandelingen is de snelheid van decentralisatie vergroot, maar Is tegelijkertijd nog één
keer ©en greep in de kas gedaan. Het wordt dus inderdaad de komende Jaren heel nadrikkelljk
noodzakelijk om op gemeentelijk niveau keuzes te mdcen. Wij hebben daarvoor nog betréckel Ijk
kort geleden het Sociaal-cultureel Plan voor de lopende periode vastgesteld. Mevrouw De Haan
heeft er terecht op gewezen dat daar het beleid in vastligt. Deze programma's vormen daar de
jaarlijkse vertaling van.
Ik weet dat de heer Schade het goed bedoelt, maar wij moeten nu toch maar eens af van
ultdrikk Ingen als "zachte sector". Hij is dat denk ik wel met mij eens. (De heer Schade: Ik heb
gezegd dat dat soms nog wel eens geringschattend zo wordt genoemd.) Ik ben het wel met u eens
dat je dat dus maar niet meer moet doen. Met name als Je gaat praten over prioriteiten stellen
en kiezen, dan moet je je als een volwaardige en gel ijk waardige kandidaat presenteren, want
anders heb je het bij voorbaat al verloren, hoewel ock hier en daar de zachte krachten het wel
eens winnen, heb Ik bij HenrJëtte Roland Holst gelezen.
De procedure. Door de heer Schade en ock anderen is er op gewezen dat er toch, ondanks de
waardering die ock hier en daar is ultgesprcken voor het gegeven dat wij het weer gehaald heb
ben, spreke Is van haastwerk. Ik moet toegeven dat dat hoogstvervelend is, zowel voor de amb
tenaren als voor het college en alle andere betrekkenen. Het Is echt noodzakelijk om bij de
komende voorstellen voor deregulerlng/vereenvoudig!ng/aanpasslng van de Algemene Subsidie
verordening daar eens goed naar te kijken. Ik wijs er ock op - Ik heb dat al eens eerder gedaan
- dat discussies over het versoepelen en het efficiënter maken van de manier waarop wij met
elkaar en met instellingen omgaan en ock met het geld wat dat betreft als Ik denk aan termen
als budgetfinanciering, op zichzelf Interessant zijn, maar dat dat wel eens haaks kan staan op
gelijkertijd geuite verlangens naar grotere sturing^ greep houden op, controleren van, het
beleid zelf blijven bepalen zelfs tot In onderdelen als het bijvoorbeeld gaat om het geld voor
bejaardenactlvIteltenHet zal een hele kunst worden om die twee zaken op een verantwoorde
manier met elkaar te laten sporen.
Wij hebben toegezegd dat wij in de loop van volgend jaar met een voorstel daarover zullen
komen. Dan zullen wij ock een poging doen om die afweging binnen die voorstellen te mdcen.
Woorden die de heer Schade heeft gebruikt als: pas op, je gaat met vrijwilligers om en dat
betëcent dat je daar wat soepel mee om moet gaan, staan dan ock weer een beetje op gespannen
voet met de wens om het beschikbare geld zo goed mogelijk In te zetten.
Overigens merk Ik terloops op dat wat de controle betreft het college Inmiddels, zoals u
weet, besloten heeft om met behulp van een gerichte accountantscontrole In Ieder geval op de