- 2 -
7. Eigendomsoverdracht van de panden Noordvtiet 7a, 9 en
M.H. Trompstraat 2 (deets) aan de Stichting NV 7 a 9 en
het verstrekken van subsidie voor de verbouwing. 73 6
8. Beschikbaar stellen krediet voor het treffen van een
aantal voorzieningen in de fietsenkelder van het plein-
afsluitend gebouw op het Mercuriusptein. 77 6
9. Beschikbaar stellen krediet ter dekking van Inspraakkos-
ten DSO ter zake van de gemeentelijke reorganisatie. 78 6
10. Programma Flankerend Ouderenbeleid 1989. 67 12
11. Garanderen van een door de Hervormde Stichting de Hofwijck
aan te trekken aanvullende getdlening ten behoeve van
financiering van de meerkosten van de nieuwbouw van het
verzorgingstehuis in Camstraburen-Zuid. 70 12
12. Goedkeuren van de exploitatiebegrotingen 1989 van het
ziekenhuis, het verzorgingshuis en het verpleeghuis als
mede de investorings- en liquiditeitsbegroting van het
Medisch Centrum Leeuwarden. 68 13
13. Wijziging gemeenschappelijke regeling voor de onderwijs
begeleiding in Friesland. 72 13
14. Wijziging Bezoldigingsverordening 1960 (I). 79 13
15. Wijziging Bezoldigingsverordening 1960 (II). 80 13
16. Wijziging Tijdel ijke WWV-ver vangen de uitkering. 81 13
17. Realisering van een gemeentetijk Informatiecentrum c.a. 71 13
18. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen
van de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst Reiniging en
het Woningbedrijf voor het dienstjaar 1989. 82 14
De Voorzitter: Ik open de vergadering. Er is bericht van verhindering van de heren
Boet ens, Prulksma en Terpstra.
Punt 1
De Voorzitter: Aan de orde is de beëdiging van de vierde loco-secretaris, de heer G.J.P.
van den Berg. Ik verzoek de heer Zeilstra de heer Van den Berg binnen te geleiden en de raad te
gaan staan.
Mijnheer Van den Berg, ik lees u de tekst voor van de verklaring en de betofte van
zuivering en de ambtsbet ofte.
De heer Van den Berg legt vervolgens in handen van de voorzitter de voorgeschreven belof
ten en verklaring af.
De Voorzitter: Ik wens u geluk. Ik moet er wet bij zeggen dat het de bedoeling is dat u
niet of nauwelijks in functie treedt. Maar mocht dat wel het geval zijn dan weten wij dat wij
op u kunnen rekenen.
Punt 2.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
- 3 -
Punt 3.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A tot en met G.
De berichten, de brieven en de verklaring worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub H.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 4 februari 1989 van de CDA-gemeenteraadsfractie
en de PvdA-gemeenteraadsfractie inzake wijziging collegeprogram Inzake erfpachtbeleid.
De heer Meerdink: Wat ons ten aanzien van dit punt verbaast is de laatste zin van het ant
woord van het college op bovengenoemde brief: "In het vervolg zullen wij dienovereenkomstig
handeten." Naar de mening van onze fractie kan het niet zo zijn dat b. en w. een door de ge
meenteraad vastgesteld beleid - dat is gebeurd op 16 december 1980 - bij mededeling aan de raad
wijzigen zonder dat er een discussie In de raad heeft plaatsgevonden. Het beleid van deze raad
wordt dan misschien wel feitelijk in de fractiekamers van PvdA en CDA gemaakt, maar toch zeker
niet formeel. Het gaat ons niet om het resultaat van de uitkomst, maar om de plaats waar de
discussie wordt gevoerd. Mijn fractie wil het college in overweging geven het voorgestelde ant
woord In te trekken en met een normaal raadsvoorstel voor een beleidswijziging op het terrein
van het erfpachtbeleld te komen.
De heer Ybema: Ik sluit mij geheel aan bij de woorden van de heer Meerdink. De procedure
voor wijziging van het beleid is mijns inziens dat het college reageert op het wijzigingsvoor
stel van beide collegepartijen en via een korte notitie de wijzigingen in het grondbeleid aan
de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting en vervolgens aan de raad voorlegt.
Op die manier komen wij dan tot wijziging van het vastgestelde beleid. Ik denk dat dat een
correcte procedure is.
De heer De Beer: Ik kan kort zijn, mijnheer de voorzitter, want Ik had een soortgelijke
opmerking als de vorige sprekers willen maken. Het gaat hier overigens om een brief die gericht
is aan de raad. Het verbaast mij dan ook dat b. en w. antwoord gaan geven. Wat dat betreft Is
er volgens mij procedureel ook een fout gemaakt. Maar als u de suggestie van een van de vorige
sprekers wilt overnemen dan ben ik daar content mee.
De Voorzitter: U ziet dat wij hechten aan democratische spelregels, want wij geven ieder
een royaal de gelegenheid om hier iets van te zeggen. Het college trekt het zich aan wat gezegd
is, neemt het voorstel terug en komt opnieuw met een stuk In de daarvoor aangewezen gremia. En
nu zult u helemaal onderschrijven wat ik zojuist gezegd.
Sub I
De Voorzitter: Aan de orde is Afschrift van de door de VVD-afdeling Leeuwarden aan de NV
Frigem gerichte brief van 10 februari 1989 omtrent de uitkomst van de arbitrage tussen de NV
Frigem en de NV PEB Friesland.