- 8 - van waren ook bekend. Wij wisten natuurt ijk ook allemaal dat dit soort kosten, de kosten van de inspraak zelf, daar niet in zaten. Het thans voorliggende voorstel roept overigens ook bij onze fractie een aantal vragen op. 1. Je zou veronderstellen dat je, daar waar je kosten op je af ziet komen, daarmee vooraf in de ramingen rekening houdt. Blijkbaar is dat bij de DSO niet of onvoldoende gebeurd. In 1987 was het al bekend dat er inspraakkosten zouden komen. Wellicht was het bedrag niet bekend, maar toch wel het feit dat er kosten gemaakt zouden worden. Ik vraag mij trouwens ook af hoe het dan zit voor het jaar 1989. Zitten deze kosten dit jaar wel in de ramingen? 2. Het gaat hier om bedragen die Inmiddels in feite al zijn uitgegeven. Je kunt je dan ook afvragen of je niet beter, zelfs al raam je te laat of zitten de kosten niet in je begroting, In de loop van het jaar waarin die kosten optreden bestuurlijke dekking kunt vragen om het bedrag op een bepaalde manier te dekken. Wij hebben daar ook in onze fractie uitgebreid over gepraat. Wij zijn niet tot een eensluidend oordeel gekomen. Een kleine minderheid van de fractie vindt dat daar waar de kosten gedekt worden ten laste van posten die rechtstreeks Invloed hebben op het minder uitvoeren van werk - het gaat dan in dit geval om f 65.000,— die op een aantal budgetten wordt gedekt - dat niet kan omdat dat op zich zetf een bezuiniging In de sector als zodanig betekent. De meerderheid volgt het standpunt van het college dat kosten van de inspraak zelf ook feitelijk binnen de diensten gedekt zouden moeten worden. 3. Deze zaak brengt overigens nog een apart probleem met zich mee. In feite is er sprake van een procedure waarbij ruim tijd en aandacht Is geschonken aan het geven van inspraakmoge lijkheden voor de medewerkers. Als je vooraf kosten raamt, dan zul je ook vooraf een inschat ting moeten maken zeg maar limitering van de inspraaktijd. Ik kan niet beoordelen in hoeverre dat bij de DSO is gebeurd, maar Ik zou mij kunnen voorstelten dat je, als je op een dergelijke manier gaat rekenen, dan ook wellicht een scheefgroei krijgt in de tijd die in de ene dienst en in de andere dienst aan Inspraak besteed wordt. In feite gaat het dan om een directe relatie tussen de tijd en de kosten die je er voor over hebt. Ik zou mij kunnen voorstellen dat wij die problematiek nog eens een keer in de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Informatieza ken (OPI) aan de orde stellen. Ik wil het hier In eerste instantie bij laten. De heer Helns: Dat inspraak tijd en daarom geld kost is voor PAL een op zich zetf duide lijke zaak. Bij de DSO wordt openbaar wat bij andere diensten en afdelingen gebeurd is, name lijk dat door interne vergaderingen en gesprekken over de gemeentelijke reorganisatie ander werk niet wordt gedaan, niet is gedaan of niet naar voren is geschoven. Kosten f 202.000,—. De volgende vragen zijn bij ons naar voren gekomen. 1. Waarom is er geen krediet bij de raad aangevraagd voordat de kosten van het Inspreken gemaakt waren? Onze indruk Is dat men het er nu op aan heeft laten komen. 2. Kunnen de kosten die gemaakt zijn in 1988 niet In 1989 ingelopen worden door een effi ciëntere bedrijfsvoering? Het is toch niet te verkopen dat een Interne aangelegenheid als het inspreken op een reorganisatievoorstel betaald moet worden met een tariefverhoging? PAL is het wat dat betreft eens met de directeur van de DSO die stelt dat dat verstorend werkt ten aanzien van de tarieven van het bedrijfsleven. 3. PAL heeft evenals wethouder Timmermans grote moeite met het ten laste brengen van de beschikbare onderhoudsbudgetten van een bedrag van f 65.000,—. Is dit bedrag over voor het jaar 1988? Met andere woorden, zijn er bepaalde onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen, wegen en plantsoenen in 1988 niet uitgevoerd? 4. Hoe gaat het in de toekomst? Kunnen wij meer van dit soort rekeningen voor 1989 en ko mende Jaren verwachten en ook van andere diensten als zij gaan tijdschrijven, als de structuur- en cultuurverandering worden ingevoerd? Onze conclusie Is dat het nu voor ons liggende voorstel zeer onbevredigend is en meer vra gen oproept dan het beantwoordt. Er zal een structurele oplossing gevonden moeten worden om dit soort rekeningen achteraf te voorkomen. Nu lijkt het dat de diensten zelf bepalen hoeveel uren er aan niet produktieve zaken besteed worden en welke werkzaamheden daardoor niet gedaan worden - 9 - of worden verschoven, terwijl dit naar onze mening ook een politieke zaak is. De heer Kessler (weth.): Allereerst wil ik aansluiten bij de beginwoorden van de heer Heins dat hier zichtbaar wordt wat bij andere onderdelen van het gemeentelijk apparaat niet zichtbaar wordt. Ik wil dat nog wet even toelichten. Inspraak geven en houden betekent dat er mensen inspreken, dat wit zeggen dat zij praten over zaken die niet tot hun eigenlijke werkzaamheden behoren. Zij doen dus wat betreft hun ei gen werkzaamheden minder. Er treedt produktieverlies op. Of anders geformuleerd, de overhead neemt toe. Dat Is Iets wat niet alleen bij de DSO het gevat is, want dat geldt voor alle andere diensten. Je kunt het nog economischer uitdrukken: De kostprijs per eenheid produkt, wat dat produkt dan ook mag zijn, neemt toe. Bij de DSO is sprake van een specifiekere situatie. Daar wordt namelijk tiJdgeschreven. Dat wit zeggen dat de budgetten toegeschreven worden naar concrete activiteiten, zoals onder houd van groen, onderhoud van pleinen en allerlei andere zaken. De budgetten komen dus niet uit een algemene pot, een algemene dienstbegroting, maar worden opgeknipt naar bepaalde activitei ten. Bovendien moet er verantwoording over worden afgelegd, want er wordt nu eenmaal tijdge- schreven. Dat wordt achteraf gecontroleerd. Daarmee hebben wij bij de DSO een instrument om te weten te komen wat iets kost en hoeveel tijd er geïnvesteerd wordt. Gelet op die situatie kwa men wij bij de DSO wat betreft de verantwoording van de tijd die gestoken wordt in de inspraak rond de gemeentelijke reorganisatie in de problemen. De omschrijving van de budgetten laat namelijk niet toe dat je er andere dingen voor doet. Er moet dus een verschuiving plaats vinden binnen de budgetten. Wij hebben dat gedaan door zo- wet binnen het onderhoud als binnen de overige uitgavenposten voorstellen te doen zoals die in de raadsbrief naar voren komen. In feite is dat niets anders dan het bijstellen van de budget ten. Iets dergelijks gebeurt nu expliciet bij de DSO, maar dat gebeurt veel algemener in wezen ook bij alle andere diensten. Wat Is er aan de hand? Niet alleen bij de secretarie of de sociale dienst, maar bij alle diensten - dus ook bij de DSO - kan er vanwege de inspraak gewoon minder werk gedaan worden. Dat betekent bij de DSO evenwel, omdat die activiteiten zijn gekoppeld aan budgetten, dat er Iets aan die budgetten gedaan moet worden. Wij hebben dat op twee manieren tot uitdrukking gebracht. In de eerste plaats hebben wij dat tot uitdrukking gebracht door van de onderhoudsbudget ten een deel af te zonderen, namelijk de tijd en dus ook de hoeveelheid geld die gebruikt is om aan de Inspraak deel te nemen. In de tweede plaats hebben wij dat tot uitdrukking gebracht door bij de overige tarieven hetzelfde te doen. Het betreft overigens voor het grootste gedeelte Interne tarieven, dus ta rieven die intern bij de gemeente over en weer get den. Om een voorbeeld te noemen. Wij hebben een post Adviezen gemeentebestuur, groot ongeveer één miljoen gulden. Daar kan je, weer even als hypothetisch voorbeeld, als gemeenteraad/college van b. en w. 40 adviezen voor krijgen voor een bedrag van f 25.000,per advies. Aan die adviezen werken mensen van de DSO. Deze mensen besteden nu een groter deel van hun tijd aan de algemene overhead, want zij moeten aan inspraak doen. Met andere woorden, het gemiddelde tarief dat in rekening gebracht wordt voor een gemid deld advies wordt niet meer f 25.000,maar f 25.500,Op die manier kunnen er dus niet meer 40 adviezen gegeven worden in het jaar 1988, maar slechts 39. Het gaat natuurlijk niet om ad viezen van allemaal precies f 25.000,maar ik wil alleen even het principe aangeven. In wezen gebeurt hier exact hetzelfde als wat er gebeurt bij de afdeling Welzijn. Ook daar wordt tijd besteed aan het inspreken en dat betekent dat ook daar nota's tater gereed komen. Het betekent in feite dat de kosten per eenheid produkt hoger worden. De verschillende sprekers hebben get ijk dat bij de DSO zaken zichtbaar gemaakt worden die in feite bij al te andere afdelingen identiek aan de orde zijn. Ik denk dat je in die zin ook voor deze redenering moet kiezen, want doe je dat niet dan kies je in principe - en dat is een heel principiële keuze - voor een situatie waarbij je zegt: Het produktieverlies dat onstaat omdat er meer overhead is vanwege het feit dat de mensen aan het inspraakproces met betrekking tot de reorganisatie deelnemen, wordt niet gecompenseerd. Als je echt strikt doorredeneert en zegt dat je ook voor alle andere gemeentelijke onderdelen van het apparaat geen produktiever-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 5