- 10 -
lies mag gaan accepteren dan praat je in feite over een miljoenenclaim op de algemene dienst.
Ik hoop niet dat het zover hoeft te komen, want dat betekent dat wij ons behoorlijk in de
financiële problemen gaan manoeuvreren. Ik heb hiermee meen ik in algemene zin antwoord gegeven
op de vragen en opmerkingen.
Er zijn tot slot nog twee andere punten in de marge aan de orde gesteld. Het eerste punt
betreft de vraag hoe wij in de toekomst met deze zaak om gaan. Ik vind dat een terechte vraag,
want met 1988 zijn wij er nog tang niet. Heel 1989 staat nog voor de boeg en ook in 1990 zal
hoe dan ook een deel van de tijd van het ambtelijk apparaat gestoken gaan worden In reorganisa
tie. Waarschijnlijk zal dat nog meer tijd zijn dan tot nu toe in de algemene fase is gebeurd.
Ik wil wel de toezegging doen over het financiële deel hiervan een keer in de Commissie
voor de Financiën uitgebreider te praten. Met andere woorden, hoe gaan wij voor de Jaren 1989
en 1990 precies om met de gelden die nodig zijn voor de reorganisatie en hoe verantwoorden wij
die?
Het tweede punt. Wat dat betreft wil ik een toezegging doen In de richting van de heer Den
Oudsten. De heer Den Oudsten heeft gevraagd of er een methode is en of het gewenst is om zo'n
methode te hanteren om de kosten die het ambtelijk apparaat maakt om in te spreken met betrek
king tot de reorganisatie in de hand te houden. Dat is duidelijk een punt met plussen en min
nen. Op het moment dat Je de kosten echt in de hand gaat houden, dan moet je er ook weer een
controlesysteem voor optuigen. Bovendien moet je nadrukkelijk tegen onderdelen van het ambte
lijk apparaat zeggen: Jullie mogen maar zoveet tijd en jullie mogen maar zoveel tijd besteden
aan de reorganisatie. Dat kan in die zin gecompliceerd worden omdat het ene onderdeel van het
ambtelijk apparaat veel directer door de reorganisatie getroffen wordt dan het andere onderdeel
en dus ook meer moet nadenken over de vraag hoe en wat. Maar goed, een algemene discussie zou
inderdaad kunnen zijn of je die budgetten van tevoren moet bepalen en in de hand moet zien te
houden of dat je, zoats dat nu het gevat is, de zaak wat vrijer laat en er vanuit gaat dat men
sen niet praten over dingen waar zij al lang genoeg over gepraat hebben en het niet meer zinvol
is om over te praten. Maar los daarvan, ik zeg toe dat wij die algemene discussie nog een keer
voeren In de Commissie OPI.
Ik heb hiermee de meeste vragen beantwoord, mijnheer de voorzitter.
De heer Burg: Voorzitter, de heer Den Oudsten zegt dat de 1,3 miijoen gulden voor de reor
ganisatie bekend was. Ook het feit dat de DSO het systeem van toerekenen naar budgetten han
teert was wel bekend, maar het blijkt dat daar geen rekening mee gehouden is. Vandaar dat wij
nu met het voorliggende probleem zitten.
Wanneer de wethouder zegt dat het vooral gaat om een interne doorberekening van tarieven
door de DSO naar de andere diensten, dan zet ik daar toch een vraagteken bij. Ik vraag mij na
melijk af of de directeur van de DSO de problemen die er rijzen met de tarieven voor het be
drijfsleven dan wel zou hebben opgevoerd. Ik denk dus dat dat niet helemaal waar is. Wij blij
ven daar toch de grootste problemen mee houden. De wethouder heeft ons met zijn nadere toelich
ting niet kunnen overhalen om alsnog voor de oplossing te kiezen zoats In deze raadsbrief wordt
aangegeven. Wij blijven tegenstemmen.
De heer Koopmans: Voorzitter, de wethouder heeft een uiteenzetting gegeven waarin hij in
feite niet zoveel nieuws verteld heeft. Andere sprekers hebben ook at verteld hoe de zaak nu
eigenlijk toegerekend wordt en wat het verschil is tussen het toerekenen bij de DSO en de
andere gemeentelijke diensten. Ik meende zelfs de opmerking van de wethouder te horen dat wij
er maar niet aan moeten beginnen om ook bij de andere diensten te gaan toerekenen, omdat dan
het deficit enorm groot is. Ik kan mij dat nauwelijks voorstellen. De kosten zijn bij de andere
gemeentelijke diensten niet zichtbaar. Bij de DSO zijn die wei zichtbaar.
Als het nu zo zou zijn, voorzitter, dat de tasten die voortvloeien uit het bedrag van
f 137.000, ten laste komen van de andere gemeentelijke diensten dan is er ook sprake van een
vorm van interne verrekening. Maar dat is niet zo. Ook volgens de directeur van de DSO komen
bedoelde kosten rechtstreeks ten laste van het bedrijfsleven, de burger enz. En dat is het
- 11 -
probleem dat wij met name hebben tegen deze dekking. Wij vinden dat deze kosten binnen de
gemeente gedekt moeten worden. Andere diensten en andere afdetingen doen dat ook. Wij vinden
dat de DSO daar geen uitzondering op mag maken.
Ik zou dan ook de suggestie willen doen aan de wethouder om dit probleem eerst nog eens
binnen de Commissie voor de Financiën te bespreken en daar een oplossing voor te zoeken, want
voor ons is het zo niet acceptabel.
De heer Den Oudsten: Voorzitter, er doen zich in deze discussie geen nieuwe feiten voor.
Ik heb u net de standpunten van mijn fractie gegeven.
Wel wil ik nog even reageren in de richting van de heer Burg. Hij zegt namelijk in reactie
op een opmerking mijnerzijds in eerste instantie: Je zegt wei dat wij wisten waar die 1,3
miljoen gulden aan besteed zou worden, maar ais wij het precies wisten dan was ons dit niet
overkomen. De bedoeting van mijn verhaat was de volgende. Op het moment dat je weet dat dit
type kosten niet In dat budget zijn opgenomen dan had je dat ook op dat moment kunnen signa
leren. Dan had je voordat het geld was uitgegeven daar in ieder geval een beschouwing aan kun
nen wijden om te kijken hoe Je dat had kunnen oplossen. Dat is niet gebeurd en nu zitten wij
dus achteraf met de situatie waarin wij in feite alteen nog maar over de dekking als zodanig
kunnen spreken.
De toezegging van de wethouder om in de Commissie OPI met name nog eens over de inhoud/
retatie tussen de tijd die je aan inspraak moet besteden, de tijd die nodig is te bepreken,
vind ik prettig. Ik denk ook dat het verstandig is om die discussie nog eens te voeren, niet
zozeer om die kosten In de hand te houden maar wel om te voorkomen dat er zowel te weinig als
te veel tijd besteed wordt aan de inspraak rond de reorganisatie. Als er te weinig tijd besteed
wordt aan de reorganisatie, zou het ons op den duur nog wet eens meer geld kunnen kosten.
Nogmaals, voorzitter, de standpunten liggen er vooralsnog zoals ze er liggen.
De heer Heins: Ik heb op één vraag antwoord gekregen. Er blijven dan nog drie vragen over
waar ik nog antwoord op moet krijgen.
Ik heb In eerste Instantie gevraagd waarom er van te voren geen krediet aan de raad is
gevraagd. Ik zou daar graag antwoord op willen hebben.
Een andere vraag was waarom de kosten niet ingelopen kunnen worden door een efficiëntere
bedrijfsvoering dit Jaar. Is dat absoluut onmogelijk? Ik vraag dat niet omdat ik denk dat er op
dit moment niet hard genoeg wordt gewerkt, maar men moet zich het volgende voorstellen. Stel
dat het Gemeentelijk Woningbedrijf de kosten die het aan de inspraak heeft besteed verhaalt op
degenen die een woning huren van het Woningbedrijf. Dat soort situaties zijn ondenkbaar en
terecht ook. Stel dat een bedrijf dat met een interne reorganisatie bezig is de kosten daarvan
verhaalt op de tarieven van de produkten die het aan de klanten verkoopt. Ook iets dergelijks
is ondenkbaar.
De wethouder kan wel zeggen dat alles van tevoren geraamd is, maar het lijkt mij toch een
beetje ondenkbaar dat in de overheadkosten totaal geen flexibiliteit zit. Het lijkt mij enigs
zins te ver gaan dat men alle kosten heeft ingepland en dat alle kosten een bepaald label heb
ben. Je moet kunnen schuiven met die werkzaamheden die niet direct produktief zijn maar die wei
noodzakelijk zijn. Inspreken is daar een van.
De laatste vraag die nog niet beantwoord is gaat over het voorstel het bedrag voor een
deel te dekken uit het onderhoudsbudget. Moet Ik daaruit opmaken dat bepaald onderhoud in 1988
niet is verricht ter waarde van f 65.000,of lees ik dat dan verkeerd?
Zoals de beantwoording van de vragen in eerste instantie nu ligt zullen wij evenals andere
partijen al hebben aangekondigd tegen dit voorstel stemmen.
De heer Ybema: Voorzitter, een reactie op de woorden van de wethouder. Ik zou mij voor
kunnen stellen dat je probeert in deze zaak een oplossing te kiezen waarbij de verrekeningen
zoveel mogelijk intern plaatsvinden. Ik zou graag van de wethouder willen horen of het mogelijk