termijn drie argumenten genoemd waarom de meerderheid van mijn fractie uiteindelijk akkoord gaat met de bezuiniging bij Projecten Mensen Zonder Werk. In de eerste plaats de financiële situatie van de gemeente. In de tweede plaats het gebrek aan deugdelijke dekking. In de derde plaats - dat argument Is niet zozeer door PAL genoemd - Is het zo dat er de afgelopen jaren door het rijk fors bezuinigd Is op de Projecten Mensen Zonder Werk en dat de gemeente dat vla haar algemene middelen heeft opgevangen, daarmee aangevend dat het voor ons een heel grote prioriteit heeft. Uit de cijfers blijkt dat wij voor ruim zeven ton aan extra eigen middelen In de Projecten Mensen Zonder Werk hebben gestoken. Voor ons Is dat naast de twee andere argumen ten een overweging geweest om te zeggen dat wij In dit geval hebben aangetoond dat het voor ons politieke prioriteit heeft - daar zit het 'm niet In - maar dat wij vinden, gezien het feit dat ons eigen gemeentelijk aandeel zo gegroeid is, dat het "redelijk" Is dat wij die bezuiniging nu laten doorgaan. Nogmaals, een minderheid van mijn fractie laat die afweging naar de andere kant val Ien. De moties 2 tot en met 9 worden derhalve door onze fractie afgewezen. Een minderheid van onze fractie zal voor de motie over Projecten Mensen Zonder Werk stemmen. Moties 10 en 11 ztjn doorgeschoven naar de vergadering van 5 Juni. Motie 12 gaat over de taakstelling van de reorganisatie. Ik ben daar In eerste Instantie al uitvoerig op Ingegaan. Motte 13 gaat over vijf ton aan extra middelen voor de begeleiding, herscholing, herplaatsing enz. Ik wil wat die discussie betreft verwijzen naar de vergadering van de Com missie OPI waar uitvoerig over de reorganisatie Is gepraat. Er Is toen gediscussieerd over een bedrag van twee miljoen gulden voor herstructurer1ngsgelden, waaronder de posten waar PAL nu extra geld voor wil. Ik heb begrepen dat er ook uitvoerig ls gesproken over de onderbouwing. Onze fractie ls In de commissie met enige moeite akkoord gegaan met dat bedrag. WIJ vinden het nu voorbarig om daar nog eens vijf ton extra bovenop te doen, zeker ook gezien het feit dat PAL voor die extra vijf ton geen verdere onderbouwing geeft. Wij zullen om die reden motie 13 van PAL niet ondersteunen. Motie 14 gaat over een extra bedrag voor ontwikkelingssamenwerking. Op zich een heel symphatleke motie. WIJ vinden dat het hier gaat om nieuw beleid dat wij willen behandelen In de vergadering die daarvoor bedoeld ls, namelijk de begrotingszitting In december. Wij willen daar nu niet op vooruitlopen. Mijnheer de voorzitter, Ik wil het hierbij laten. De heer Koopmans: Voorzitter, Ik heb In eerste Instantie zorg uitgesproken over een drietal punten: de haalbaarheid, de afdekking van de perspectivlsche vertekening en de reser vevorming. Ik moet zeggen dat Ik erg gelukkig ben met de vrij optimistische visie en de reso lute wijze waarop de wethouder heeft geantwoord. Toch heb Ik een paar vragen. De wethouder heeft ten aanzien van de haalbaarheid gezegd dat er een systeem ontworpen zou moeten worden waarbij wat vaker wordt gerapporteerd naar bijvoorbeeld de Commissie voor de Financiën. HIJ zei er vervolgens bij: Maar trek daar op dit moment niet de conclusie uit dat het niet goed zou gaan. Het Is wel eens zo dat een bepaald project een jaar langer In de lijn blijft zitten, maar over het algemeen gaat het goed. En - zei de wethouder letterlijk - de pro jecten waar het wellicht niet goed gaat zijn op de vingers van één hand te tellen. Daar vanuit gaande kunnen het er maximaal vijf zijn. Het Is even de vraag hoe groot die projecten zijn. Als het vijf projecten zijn van elk drie ton, voorzitter, dan hebben wij nog een aardig gat. Ik zou graag willen dat de wethouder wat concreter wordt op dat punt. Ik neem aan dat hij op dit moment wel weet hoe ver het ongeveer staat met de herwaarderIng van de vorige periode. Ten aanzien van de perspectivische vertekening en de reserve zegt de wethouder dat het college er vanuit gaat dat aan het einde van de beleidsperiode waarover wij spreken zes a zeven miljoen gulden beschikbaar Is a. voor perspectivische vertekening en b. voor een stuk reserve. Dat zo zijnde wil Ik graag op dit moment geconstateerd zien dat dat door het college voldoende wordt geacht. Ik vraag mij af welke Instrumenten het college heeft om bij tijd en wijle dit te meten en zo nodig bij te stellen. Over de reserve heeft de wethouder een zeer optimistische visie doen horen. Hij zegt dat - 39 - een bedrag van drie miljoen gulden het ongeveer moet zijn. Daar beneden moeten wij gaan piepen. Zitten wij daarboven dan zitten wij goed en als wij tien miljoen gulden hebben dan kunnen wij achterover leunen. Ik ben ook benieuwd, voorzitter, op welk tijdstip wij met elkaar In deze raad gebruik kunnen maken van de ruggen van de stoelen. (De heer Ten Hoeve: Ik vind dat een slecht teken. Wij zitten hier niet om achterover te leunen!) Nee, dat ben Ik met u eens, wij doen dat ook niet. De wethouder heeft mij wel een perspectief geboden dat uiterst aanlokkelijk lijkt. Dan word je benieuwd! Voorzitter, ik wil wethouder Heere danken voor zijn Instructieve bijdrage vanavond door op cijfermatige wijze de hele zaak eens op een rij te zetten. Dat Is een belangrijke bijdrage geweest voor de beeldvorming op dit punt. Tot slot kom Ik bij de moties die zijn Ingediend door de PAL-fractle. Ik zou eigenlijk willen beweren dat ze voor het grootste deel mij uit het hart zijn gegrepen, behalve natuurlijk - daar zit de pijn - de bekende dekkingsmotie. Het zijn toch allemaal zaken waar wij Jaren geleden met z'n alten voor hebben gestemd om te komen tot dit beleid? Nu zitten wij vanavond bij elkaar om helaas te moeten bezuinigen. Wie zou er niet liever een standpunt Innemen dat het allemaal niet hoeft? Het probleem Is natuurlijk de kwestie van de dekking. Ik wil niet zeggen dat het helemaal gebakken lucht Is, maar het Is onze fractie In leder geval veel te onzeker om f 815.000,— te halen als taakstelling uit een reorganisatie en vervolgens de zaak te laten zoals die ls. Ten aanzien van de belde moties die gaan over nieuw beleid, voorzitter, wil Ik opmerken dat Ik die zaak graag zou willen doorschuiven naar de behandeling van het beleidsplan aan het eind van dit Jaar. Ik heb wel wat vreemd aangekeken tegen het vinden van de dekking van een bedrag van vijf ton In annuïteiten van f 90.000,gedurende tien Jaar. Dat Is geld dat wij In deze vier Jaar op maken. Het lijkt mij allemaal wat consumptief. Ik weet niet of uitsmeren over tien Jaar een goed financieel beleid is. Misschien kan de heer Meerdlnk mij nog even uitleggen hoe dat pre cies zit. Voorzitter, aan de rest van de moties hebben wij geen behoefte. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, allereerst dank aan wethouder Kessler voor de toezegging om alle commissies te Informeren over de herwaarderlngsvoorstelten. In eerste termijn heb Ik ook gevraagd naar de personele bezetting b1J de Frieslandhal. WIJ hebben daar een taakstelling. Van de kant van de Frieslandhal komen allerlei brieven en berichten dat met de huidige bezetting datgene wat nu gerealiseerd wordt niet haalbaar Is. Laat staan dat wij daar ook nog een extra taakstelling bovenop doen. Mijnheer de voorzitter, Ik heb In eerste termijn ook gevraagd om de verkoop van het Mar- nlxterreln voorlopig niet door te laten gaan en In leder geval een post pm te ramen. Wij moeten afwachten wat het onderzoek oplevert om een eventueel nieuw zwembad elders te situeren. (Mevrouw Vlletstra (weth.): Wat Is de relatie tussen het een en het ander? Dat Is mij volstrekt niet helder.) De verkoop van het Marnixterreln levert 1,2 miljoen gulden op. WIJ hebben de Indruk, wanneer wij het nieuwe subtropische zwembad niet situeren op de plek van het huidige zwembad Nijlan - daar gaat het hier om - maar elders en wij die grond verkopen, dat de opbrengst daarvan vrijwel gelijk Is aan de opbrengst van het Marnlxterreln. Het ls dan niet nodig om het Marnixterreln te verkopen. De heer Meerdlnk: Waar het In het PAL'ternatief om gaat zijn twee taakstellingen die daarin zijn aangegeven. De eerste taakstelling betreft het marktconform handeten, de tweede taakstelling betreft de reorganisatie. Deze taakstellingen worden door de andere fracties wat minder hard genoemd. In leder geval wordt de taakstelling betreffende het markconform handeten met dat argument afgewezen. Men vindt het maar de vraag of je dat zou kunnen halen en dat daar heel voorzichtig mee moet worden om gegaan. In de Commissie voor de Financiën Is daar ook nadrukkelijk over gesproken. De wethouder gaf toen mijns Inziens een veel positiever beeld over wat er met marktconform handeten te bereiken zou zijn dan hij nu laat doorklinken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 20